De datum van 1 september is gepasseerd en studenten kunnen geen tentamens meer doen die meetellen voor de tempometer. Deze nieuwe – en omstreden – manier van studievoortgangsregistratie is in Delft uitgeprobeerd en bestuurders en studieadviseurs rekenen erop dat ‘Groningen’ op 1 november over de correcte gegevens kan beschikken.
Studenten zijn minder gerust.
Studenten hebben hun tentamens gedaan en hun studiepunten verzameld, en nu ligt hun lot in handen van docenten en administrateurs. Drs. A. van Dort, studieadviseur bij Civiele Techniek, had veel liever gezien dat de minister de peildatum op 1 juli in plaats van 1 september had gezet, dan was de verwerking van gegevens een stuk makkelijker geweest.
Nu komt het erop aan dat docenten op tijd de laatste tentamens nakijken en zorgen dat de gegevens netjes verwerkt worden. Op 15 oktober moeten de universiteiten hun winkel op orde hebben en per 1 november dient de zaak bij de IB binnen te zijn. En dat alles in de ’toptijd’ van een nieuw academisch jaar.
Ondertussen strijken studieadviseurs en ondersteunende medewerkers nog wat plooien glad. Een mededeling van een vakgroep bij Civiele Techniek die erop neerkwam dat studenten die hun tentamen ‘met spoed’ – dus vóór 15 oktober – nagekeken wilden hebben dat zelf moesten melden, is weer ingetrokken. En bij Bouwkunde, waar tot ergernis van de VSSD alleen grofmazig met de cijfers van hele onderwijsblokken werd gerekend, telt men nu in halve blokken.
Het proefdraaien met de tempometer, iets waar de Oras in de u-raad op hamerde, blijkt zinvol te zijn geweest. De brieven die veel oude stijl-studenten bouwkunde (‘negentig procent’, volgens de VSSD) kregen met de mededeling dat ze nul studiepunten hadden behaald, kunnen zonder plichtplegingen naar de prullebak. Ook Industrieel Ontwerpen, de faculteit die aanvankelijk niet wilde proefdraaien omdat daar maar liefst drie studieprogramma’s tegelijkertijd lopen, heeft toch een omrekening bedacht en half augustus een run gedaan. Overigens gaat IO het nieuwe en het een na nieuwste curriculum ‘saneren’, ofwel samenvoegen. En de studenten van de lichting ’93 krijgen deze week een brief waarin de faculteit hen meldt dat uitgegaan wordt van een vijfjarig studieprogramma.
De wijze waarop ‘Delft’ de tempometer aanpakt, is geheel volgens de TU-reputatie. Een ’tempo-team’ werd samengesteld, waarin naast Van Dort ook mensen van de centrale studentenadministratie, O&O en van de Dienst informatie-ontwikkeling zaten; later traden vertegenwoordigers van VSSD en Oras toe. Voortbouwend op het geautomatiseerde systeem Basis werkten zij een formule uit om ieders vorderingen in de studie bij te houden.
De Delftse examenregelingen, of zak- slaagregelingen, laten zich niet zo maar vangen in een rekenmodel. Per faculteit zijn er grote verschillen. De VSSD beweert dat elektrostudentenalleen nog aan de hand van een computerprogramma kunnen nagaan hoe ze ervoor staan; de faculteit kent meerdere mogelijkheden tot compensatie van onvoldoendes. Het resultaat van al het werk van het tempo-team en de programmeurs is een tempometer die niet naadloos aansluit op de officiële examenregelingen.
Als straks faculteiten daadwerkelijk overschakelen op een vijfjarige cursusduur en er dus weer een overgangsregeling moet komen, wordt het allemaal nog gecompliceerder.
Tempometer
‘De vijven’ vormen het grootste probleem. Deze ‘bijna voldoendes’ kunnen gecompenseerd worden door andere cijfers (bij Elektro kunnen zelfs nog lagere cijfers gecompenseerd worden, in plaats van het betreffend onderdeel over te moeten doen). Bovendien kunnen studenten op het moment van examen – dus achteraf – aangeven of een vijf wel of niet in de becijfering moet worden meegenomen. Echter, die gegevenheden laten zich niet geautomatiseerd verwerken. Het tempoteam besloot tot een compromis: de vijven tellen voor vijftig procent mee in de berekening van studiepunten. Staat er voor een vak vier punten en haal je een vijf, dan levert dat twee punten op. (Om precies te zijn: dat kan alleen als per studiefase, propedeuse of na-propedeuse, de vijven niet meer uitmaken dan vijftien procent van ,,de som van de gewichten van de behaalde voldoendes”.)
Daar ligt mogelijk een bron van conflict. Want het is mogelijk dat een student volgens de tempometer negen studiepunten heeft behaald (Groningen: ’terugbetalen’) en volgens de examencommissie tien punten heeft gescoord en dus recht heeft op behoud van beurs. Het omgekeerde is ook mogelijk; de meter kan ook gunstiger uitvallen dan volgens de letter van de zak- slaagregelingen.
Het liefst wil iedereen natuurlijk dat studenten goed studeren en ruim aan hun minimaal tien studiepunten komen, minder dan een kwart van het streefcijfer 42. De tempometer wordt pas echt interessant als er twijfelgevallen zijn. Zitten die vermaledijde vijven dwars, dan ziet de VSSD als oplossing: tel alle vijven als voldoende. Of laat een student later nog eens beslissen welke vijf hij of zij wil compenseren of welke blijft staan.
Studieadviseur Van Dort vindt de juridische vraag wel interessant: telt een vijf direct mee of pas naar keuze achteraf op het moment van examen? Zijn persoonlijke mening is dat het niet juist is dat vijven meetellen. ,,De VSSD wil èn de vijven in de tempometer meetellen èn de keuzemogelijkheid om uit te maken welke wel of niet in de examenregeling wordt meegenomen. Dat kan niet. Dat is administratief ook niet meer bij te houden. Wij hebben al een soepele regeling en dan wil de VSSD nog eens soepelheid op soepelheid. Onmogelijk”, aldus Van Dort.
Tussen 15 oktober en 1 november krijgen studenten een brief bezorgd, met hun meterstand. (B.B.)
Studieadviseur Van Dort: ,,Soepelheid op soepelheid is onmogelijk”
De datum van 1 september is gepasseerd en studenten kunnen geen tentamens meer doen die meetellen voor de tempometer. Deze nieuwe – en omstreden – manier van studievoortgangsregistratie is in Delft uitgeprobeerd en bestuurders en studieadviseurs rekenen erop dat ‘Groningen’ op 1 november over de correcte gegevens kan beschikken. Studenten zijn minder gerust.
Studenten hebben hun tentamens gedaan en hun studiepunten verzameld, en nu ligt hun lot in handen van docenten en administrateurs. Drs. A. van Dort, studieadviseur bij Civiele Techniek, had veel liever gezien dat de minister de peildatum op 1 juli in plaats van 1 september had gezet, dan was de verwerking van gegevens een stuk makkelijker geweest.
Nu komt het erop aan dat docenten op tijd de laatste tentamens nakijken en zorgen dat de gegevens netjes verwerkt worden. Op 15 oktober moeten de universiteiten hun winkel op orde hebben en per 1 november dient de zaak bij de IB binnen te zijn. En dat alles in de ’toptijd’ van een nieuw academisch jaar.
Ondertussen strijken studieadviseurs en ondersteunende medewerkers nog wat plooien glad. Een mededeling van een vakgroep bij Civiele Techniek die erop neerkwam dat studenten die hun tentamen ‘met spoed’ – dus vóór 15 oktober – nagekeken wilden hebben dat zelf moesten melden, is weer ingetrokken. En bij Bouwkunde, waar tot ergernis van de VSSD alleen grofmazig met de cijfers van hele onderwijsblokken werd gerekend, telt men nu in halve blokken.
Het proefdraaien met de tempometer, iets waar de Oras in de u-raad op hamerde, blijkt zinvol te zijn geweest. De brieven die veel oude stijl-studenten bouwkunde (‘negentig procent’, volgens de VSSD) kregen met de mededeling dat ze nul studiepunten hadden behaald, kunnen zonder plichtplegingen naar de prullebak. Ook Industrieel Ontwerpen, de faculteit die aanvankelijk niet wilde proefdraaien omdat daar maar liefst drie studieprogramma’s tegelijkertijd lopen, heeft toch een omrekening bedacht en half augustus een run gedaan. Overigens gaat IO het nieuwe en het een na nieuwste curriculum ‘saneren’, ofwel samenvoegen. En de studenten van de lichting ’93 krijgen deze week een brief waarin de faculteit hen meldt dat uitgegaan wordt van een vijfjarig studieprogramma.
De wijze waarop ‘Delft’ de tempometer aanpakt, is geheel volgens de TU-reputatie. Een ’tempo-team’ werd samengesteld, waarin naast Van Dort ook mensen van de centrale studentenadministratie, O&O en van de Dienst informatie-ontwikkeling zaten; later traden vertegenwoordigers van VSSD en Oras toe. Voortbouwend op het geautomatiseerde systeem Basis werkten zij een formule uit om ieders vorderingen in de studie bij te houden.
De Delftse examenregelingen, of zak- slaagregelingen, laten zich niet zo maar vangen in een rekenmodel. Per faculteit zijn er grote verschillen. De VSSD beweert dat elektrostudentenalleen nog aan de hand van een computerprogramma kunnen nagaan hoe ze ervoor staan; de faculteit kent meerdere mogelijkheden tot compensatie van onvoldoendes. Het resultaat van al het werk van het tempo-team en de programmeurs is een tempometer die niet naadloos aansluit op de officiële examenregelingen.
Als straks faculteiten daadwerkelijk overschakelen op een vijfjarige cursusduur en er dus weer een overgangsregeling moet komen, wordt het allemaal nog gecompliceerder.
Tempometer
‘De vijven’ vormen het grootste probleem. Deze ‘bijna voldoendes’ kunnen gecompenseerd worden door andere cijfers (bij Elektro kunnen zelfs nog lagere cijfers gecompenseerd worden, in plaats van het betreffend onderdeel over te moeten doen). Bovendien kunnen studenten op het moment van examen – dus achteraf – aangeven of een vijf wel of niet in de becijfering moet worden meegenomen. Echter, die gegevenheden laten zich niet geautomatiseerd verwerken. Het tempoteam besloot tot een compromis: de vijven tellen voor vijftig procent mee in de berekening van studiepunten. Staat er voor een vak vier punten en haal je een vijf, dan levert dat twee punten op. (Om precies te zijn: dat kan alleen als per studiefase, propedeuse of na-propedeuse, de vijven niet meer uitmaken dan vijftien procent van ,,de som van de gewichten van de behaalde voldoendes”.)
Daar ligt mogelijk een bron van conflict. Want het is mogelijk dat een student volgens de tempometer negen studiepunten heeft behaald (Groningen: ’terugbetalen’) en volgens de examencommissie tien punten heeft gescoord en dus recht heeft op behoud van beurs. Het omgekeerde is ook mogelijk; de meter kan ook gunstiger uitvallen dan volgens de letter van de zak- slaagregelingen.
Het liefst wil iedereen natuurlijk dat studenten goed studeren en ruim aan hun minimaal tien studiepunten komen, minder dan een kwart van het streefcijfer 42. De tempometer wordt pas echt interessant als er twijfelgevallen zijn. Zitten die vermaledijde vijven dwars, dan ziet de VSSD als oplossing: tel alle vijven als voldoende. Of laat een student later nog eens beslissen welke vijf hij of zij wil compenseren of welke blijft staan.
Studieadviseur Van Dort vindt de juridische vraag wel interessant: telt een vijf direct mee of pas naar keuze achteraf op het moment van examen? Zijn persoonlijke mening is dat het niet juist is dat vijven meetellen. ,,De VSSD wil èn de vijven in de tempometer meetellen èn de keuzemogelijkheid om uit te maken welke wel of niet in de examenregeling wordt meegenomen. Dat kan niet. Dat is administratief ook niet meer bij te houden. Wij hebben al een soepele regeling en dan wil de VSSD nog eens soepelheid op soepelheid. Onmogelijk”, aldus Van Dort.
Tussen 15 oktober en 1 november krijgen studenten een brief bezorgd, met hun meterstand. (B.B.)
Studieadviseur Van Dort: ,,Soepelheid op soepelheid is onmogelijk”
Comments are closed.