Onderwijs

Geodesie bezint zich op opleiding

De faculteit Geodesie heeft zich deze maand, samen met de rest van geodetisch Nederland, gebogen over de vraag hoe de opleiding eruit moet zien. Op de onderwijsdiscussiedag werden de problemen aangeboord.

Te lage studentenaantallen en te weinig aansluiting van het onderwijsprogramma op wat de markt vraagt, bleken de belangrijkste euvels.

De mogelijke komst van een vijfde studiejaar, is de aanleiding voor de discussie. Eén van de conclusies: de opleiding moet beter op de vraag vanuit de markt aansluiten. Inhoudelijk betekent dat minder nadruk op meettechnieken en meer op de thematische kant zoals geografische informatiesystemen of grondbeleid. Maar ook moet de faculteit haar studenten meer echte ingenieursvaardigheden bijbrengen. Studentlid van het faculteitsbestuur P. Toor: ,,Dus meer basistechnieken aanleren om problemen op te lossen, meer trainen in managementvaardigheden, meer samenhang aanbrengen tussen verschillende vakgebieden.” Op die manier kan Geodesie meer zijn dan een ‘hbo-plus’.

De studentenaantallen zijn de afgelopen jaren sterk gedaald. ,,Nóg twee jaar twintig eerstejaars, zoals nu het geval is, en Geodesie gaat zich ernstig zorgen maken”, zegt bestuurslid mr.ir. J.A. Zevenbergen. Volgens collegabestuurslid ir. H.M. de Heus heeft de faculteit ,,de klappen tot nu toe nog redelijk kunnen opvangen doordat er bij Geodesie relatief veel derde geldstroomonderzoek gedaan wordt. Omdat het zo’n klein vakgebied is, zijn wij het centraal geodetisch onderzoekscentrum in Nederland.” Maar als Den Haag de geldkraan dichtdraait dan zou een fusie met een andere faculteit wel eens onvermijdelijk kunnen worden.

Geodesie kampt met het probleem dat de studie zo weinig bekend is onder aankomende studenten. De faculteit kan makkelijk meer studenten aan, zonder dat dit aan de uitstroom kant problemen oplevert. ,,Werkloosheid onder afgestudeerden kent Geodesie niet,” zegt De Heus.

Een bord langs de snelweg met daarop ‘Geodesie TU Delft’ was ruim twee jaar geleden een eerste move om meer naambekendheid te krijgen. Afgelopen zomer stelde het bestuur een voorlichtster aan om de studie meer onder de aandacht te brengen van potentiële studenten.

Ook een beter onderwijsprogramma moet Geodesie aantrekkelijker maken. De visitatiecommissie onderwijs constateerde dit voorjaar dat het wiskunde-deel in de basisopleiding voor veel studenten een struikelblok was en adviseerde dit deel in te korten. Het bestuur is echter van mening dat deze wiskunde van essentieel belang is voor de eindfase van de opleiding. Geodesie zal het wiskundeblok daarom niet inkorten maar wel studeerbaarder proberen te maken.

Het bestuur gaat nu aan de slag om alle verworven inzichten te verwerken tot een concreet nieuw studieprogramma. Echt dramatisch zal de wijziging niet worden. De Heus: ,,Het studieprogramma zal voor tachtig procent hetzelfde zijn als voorheen.” (J.O.)

Joyce Ouwerkerk

De faculteit Geodesie heeft zich deze maand, samen met de rest van geodetisch Nederland, gebogen over de vraag hoe de opleiding eruit moet zien. Op de onderwijsdiscussiedag werden de problemen aangeboord. Te lage studentenaantallen en te weinig aansluiting van het onderwijsprogramma op wat de markt vraagt, bleken de belangrijkste euvels.

De mogelijke komst van een vijfde studiejaar, is de aanleiding voor de discussie. Eén van de conclusies: de opleiding moet beter op de vraag vanuit de markt aansluiten. Inhoudelijk betekent dat minder nadruk op meettechnieken en meer op de thematische kant zoals geografische informatiesystemen of grondbeleid. Maar ook moet de faculteit haar studenten meer echte ingenieursvaardigheden bijbrengen. Studentlid van het faculteitsbestuur P. Toor: ,,Dus meer basistechnieken aanleren om problemen op te lossen, meer trainen in managementvaardigheden, meer samenhang aanbrengen tussen verschillende vakgebieden.” Op die manier kan Geodesie meer zijn dan een ‘hbo-plus’.

De studentenaantallen zijn de afgelopen jaren sterk gedaald. ,,Nóg twee jaar twintig eerstejaars, zoals nu het geval is, en Geodesie gaat zich ernstig zorgen maken”, zegt bestuurslid mr.ir. J.A. Zevenbergen. Volgens collegabestuurslid ir. H.M. de Heus heeft de faculteit ,,de klappen tot nu toe nog redelijk kunnen opvangen doordat er bij Geodesie relatief veel derde geldstroomonderzoek gedaan wordt. Omdat het zo’n klein vakgebied is, zijn wij het centraal geodetisch onderzoekscentrum in Nederland.” Maar als Den Haag de geldkraan dichtdraait dan zou een fusie met een andere faculteit wel eens onvermijdelijk kunnen worden.

Geodesie kampt met het probleem dat de studie zo weinig bekend is onder aankomende studenten. De faculteit kan makkelijk meer studenten aan, zonder dat dit aan de uitstroom kant problemen oplevert. ,,Werkloosheid onder afgestudeerden kent Geodesie niet,” zegt De Heus.

Een bord langs de snelweg met daarop ‘Geodesie TU Delft’ was ruim twee jaar geleden een eerste move om meer naambekendheid te krijgen. Afgelopen zomer stelde het bestuur een voorlichtster aan om de studie meer onder de aandacht te brengen van potentiële studenten.

Ook een beter onderwijsprogramma moet Geodesie aantrekkelijker maken. De visitatiecommissie onderwijs constateerde dit voorjaar dat het wiskunde-deel in de basisopleiding voor veel studenten een struikelblok was en adviseerde dit deel in te korten. Het bestuur is echter van mening dat deze wiskunde van essentieel belang is voor de eindfase van de opleiding. Geodesie zal het wiskundeblok daarom niet inkorten maar wel studeerbaarder proberen te maken.

Het bestuur gaat nu aan de slag om alle verworven inzichten te verwerken tot een concreet nieuw studieprogramma. Echt dramatisch zal de wijziging niet worden. De Heus: ,,Het studieprogramma zal voor tachtig procent hetzelfde zijn als voorheen.” (J.O.)

Joyce Ouwerkerk

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.