Campus

De oorsprong van de ogen in de metro

Zo’n vijfhonderd belangstellenden kwamen afgelopen vrijdag naar de Aula voor het congres ‘Bruggen slaan’, waar vier bekende namen zich bogen over de vraag of de oorsprong van kennis gezocht moet worden in wetenschap of mystiek.

Het werd een enigszins chaotische bijeenkomst waar dè antwoorden over tafel vlogen maar hèt antwoord uitbleef.

De lichte chaos was te danken aan cabaretier Freek de Jonge, terug op het podium waar hij in 1968 zijn carrière begon, die het de andere sprekers lastig maakte door steeds maar te hameren op het doel van de wetenschap. ,,Wetenschappers weten steeds meer van steeds minder, dus nog even en ze weten alles van niets”, riep De Jonge op zijn geheel eigen wijze vertwijfeld uit.

De andere drie, filosoof Frits Staal, natuurkundige Paul Davies en wiskundige Roger Penrose, kenden elkaar van een soortgelijk symposium in Berkeley en vertrouwden op een meer academische presentatie. Niettemin hadden ze moeite om De Jonge degelijk van repliek te dienen. Davies en Staal hielden stug vol dat de wetenschap de waarheid zoekt en dat eventuele nadelige gevolgen van toegepaste wetenschap met die wetenschap zelf niks te maken hadden. Penrose vond dat dat misschien gold voor de wetenschap als abstract begrip, maar dat de wetenschapper als persoon een verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van de samenleving.

Daar bleef het bij, hoewel Staal, hoogleraar Zuidaziatische talen in Berkeley en studiegenoot van dagvoorzitter en hoogleraar filosofie Joop Doorman, ook nog wel kwijt wilde dat er allerlei rationele doelen achter het verzamelen van kennis zitten. Staal: ,,Je stapt in de metro, je gaat een krant of, als je een Japanner bent, een stripboek zitten lezen en ineens heb je het gevoel dat er iemand naar je zit te kijken. Je kijkt op en inderdaad: er zit iemand naar je te kijken. Daar kun je wel allemaal paranormale verklaringen aan geven, maar in feite zijn je ogen uit evolutionaire overwegingen voortdurend op zoek naar onregelmatigheden in de omgeving. Een stel ogen kan toebehoren aan een roofdier dat op het punt staat je te bespringen. Of misschien zijn ze wel van een soortgenoot op zoek naar een afspraakje, wat dan weer kan leiden tot een ander aspect van de evolutie.”
Chinezen

Staal ontpopte zich zodoende als een strenge rationalist, terwijl Davies, hoogleraar natuurkunde in Adelaide en schrijver van een aantal populair-wetenschappelijke boeken, de rol van relativist op zich nam: ,,Zelfs de meest atheïstische wetenschapper werkt vanuit de theologisch overtuiging dat de natuur open staat voor de ontdekking van wetten. Dat dat een aanname is, merk je als je buiten Europa kijkt. Veel van het werk in de fysica gebeurt tegenwoordig door Chinezen en als je met hen praat, blijkt dat zij ons wereldbeeld weliswaaraccepteren maar het als veel minder natuurlijk ervaren.”

Dit vond Staal dermate grote onzin, dat hij Davies, die de avond ervoor nog geen flauw idee had waarover hij geacht werd het te hebben, naar de gevangenis wilde sturen om het beruchte vijftiendelige standaardwerk van Joseph Needham over de wetenschap in China te bestuderen. Staal had zich duidelijk voorgenomen om het publiek op een lekker felle discussie te trakteren.

Voor dat publiek was de uiteenzetting van de Oxfordse wiskunde-hoogleraar Penrose over Platonische werelden en de onberekenbaarheid van het bewustzijn het moeilijkst te volgen. Met zijn Nijmeegse collega Henk Barendregt verzeilde hij zelfs in een discussie over de stelling van Gödel die gelukkig door Doorman wegens volledige onbegrijpelijkheid werd afgebroken. De Jonge: ,,Ik had het gevoel dat ik naar zo’n modern toneelstuk zat te kijken.”

Penrose had ook een mooi voorbeeld in huis om te laten zien dat je inzicht niet met rekenkracht kunt compenseren. Hij liet een schaakstelling zien waarin zwart een enorm materieel voordeel had. Iedere beginneling kon zien dat er voor wit nog een simpele remise uit te slepen viel, maar ‘Deep Thought’, de computer die onlangs Kasparov versloeg, deed precies die ene zet die tot verlies leidde.

Tijdens de forumdiscussie hield Penrose zich enigszins afzijdig, behalve wanneer hij specifiek op zijn gezichtspunten aangevallen werd. Die discussie kwam overigens exact op tijd tot een perfect einde toen De Jonge even op het Nederlands overging en een filosofisch gedicht uit een van zijn shows ten beste gaf. Jammer dat Doorman vond dat hij het laatse woord moest hebben en nog even een loze samenvatting van de dag eruit perste.

Zie ook het interview met Roger Penrose, ook in deze rubriek.

Christian Jongeneel

Zo’n vijfhonderd belangstellenden kwamen afgelopen vrijdag naar de Aula voor het congres ‘Bruggen slaan’, waar vier bekende namen zich bogen over de vraag of de oorsprong van kennis gezocht moet worden in wetenschap of mystiek. Het werd een enigszins chaotische bijeenkomst waar dè antwoorden over tafel vlogen maar hèt antwoord uitbleef.

De lichte chaos was te danken aan cabaretier Freek de Jonge, terug op het podium waar hij in 1968 zijn carrière begon, die het de andere sprekers lastig maakte door steeds maar te hameren op het doel van de wetenschap. ,,Wetenschappers weten steeds meer van steeds minder, dus nog even en ze weten alles van niets”, riep De Jonge op zijn geheel eigen wijze vertwijfeld uit.

De andere drie, filosoof Frits Staal, natuurkundige Paul Davies en wiskundige Roger Penrose, kenden elkaar van een soortgelijk symposium in Berkeley en vertrouwden op een meer academische presentatie. Niettemin hadden ze moeite om De Jonge degelijk van repliek te dienen. Davies en Staal hielden stug vol dat de wetenschap de waarheid zoekt en dat eventuele nadelige gevolgen van toegepaste wetenschap met die wetenschap zelf niks te maken hadden. Penrose vond dat dat misschien gold voor de wetenschap als abstract begrip, maar dat de wetenschapper als persoon een verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van de samenleving.

Daar bleef het bij, hoewel Staal, hoogleraar Zuidaziatische talen in Berkeley en studiegenoot van dagvoorzitter en hoogleraar filosofie Joop Doorman, ook nog wel kwijt wilde dat er allerlei rationele doelen achter het verzamelen van kennis zitten. Staal: ,,Je stapt in de metro, je gaat een krant of, als je een Japanner bent, een stripboek zitten lezen en ineens heb je het gevoel dat er iemand naar je zit te kijken. Je kijkt op en inderdaad: er zit iemand naar je te kijken. Daar kun je wel allemaal paranormale verklaringen aan geven, maar in feite zijn je ogen uit evolutionaire overwegingen voortdurend op zoek naar onregelmatigheden in de omgeving. Een stel ogen kan toebehoren aan een roofdier dat op het punt staat je te bespringen. Of misschien zijn ze wel van een soortgenoot op zoek naar een afspraakje, wat dan weer kan leiden tot een ander aspect van de evolutie.”
Chinezen

Staal ontpopte zich zodoende als een strenge rationalist, terwijl Davies, hoogleraar natuurkunde in Adelaide en schrijver van een aantal populair-wetenschappelijke boeken, de rol van relativist op zich nam: ,,Zelfs de meest atheïstische wetenschapper werkt vanuit de theologisch overtuiging dat de natuur open staat voor de ontdekking van wetten. Dat dat een aanname is, merk je als je buiten Europa kijkt. Veel van het werk in de fysica gebeurt tegenwoordig door Chinezen en als je met hen praat, blijkt dat zij ons wereldbeeld weliswaaraccepteren maar het als veel minder natuurlijk ervaren.”

Dit vond Staal dermate grote onzin, dat hij Davies, die de avond ervoor nog geen flauw idee had waarover hij geacht werd het te hebben, naar de gevangenis wilde sturen om het beruchte vijftiendelige standaardwerk van Joseph Needham over de wetenschap in China te bestuderen. Staal had zich duidelijk voorgenomen om het publiek op een lekker felle discussie te trakteren.

Voor dat publiek was de uiteenzetting van de Oxfordse wiskunde-hoogleraar Penrose over Platonische werelden en de onberekenbaarheid van het bewustzijn het moeilijkst te volgen. Met zijn Nijmeegse collega Henk Barendregt verzeilde hij zelfs in een discussie over de stelling van Gödel die gelukkig door Doorman wegens volledige onbegrijpelijkheid werd afgebroken. De Jonge: ,,Ik had het gevoel dat ik naar zo’n modern toneelstuk zat te kijken.”

Penrose had ook een mooi voorbeeld in huis om te laten zien dat je inzicht niet met rekenkracht kunt compenseren. Hij liet een schaakstelling zien waarin zwart een enorm materieel voordeel had. Iedere beginneling kon zien dat er voor wit nog een simpele remise uit te slepen viel, maar ‘Deep Thought’, de computer die onlangs Kasparov versloeg, deed precies die ene zet die tot verlies leidde.

Tijdens de forumdiscussie hield Penrose zich enigszins afzijdig, behalve wanneer hij specifiek op zijn gezichtspunten aangevallen werd. Die discussie kwam overigens exact op tijd tot een perfect einde toen De Jonge even op het Nederlands overging en een filosofisch gedicht uit een van zijn shows ten beste gaf. Jammer dat Doorman vond dat hij het laatse woord moest hebben en nog even een loze samenvatting van de dag eruit perste.

Zie ook het interview met Roger Penrose, ook in deze rubriek.

Christian Jongeneel

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.