Onderwijs

Van wetenschapper tot tramconducteur

Als de bezuinigingen op het hoger onderwijs doorgaan, moeten de universiteiten in korte tijd zeer fors bezuinigen op het personeel. ,,Er wachten ons harde keuzes.

De kaasschaaf kan niet meer”, voorspelt ir. W. van Horssen, voorzitter van de sector wetenschappelijk onderwijs van de CMHF (Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen) en in het dagelijks leven secretaris-beheerder bij faculteit Werktuigbouw. ,,Voor het personeel zullen de gevolgen heel ingrijpend zijn.”

,,Neem nu het gebouw van mijn faculteit. Eind jaren zestig werkten hier 650 mensen. Nu zitten er nog 380 en zometeen moeten er weer een stuk of twintig weg. Het is dus veel te groot, maar verkopen kunnen we het niet. Daar is totaal geen belangstelling voor. Mogelijk komt er een andere faculteit bij. Dan moet het wel voor honderd miljoen gulden worden verbouwd. En dat geld is er eigenlijk niet.”

Schrappen in het personeelsbestand en de overtollige huisvesting verkopen of verhuren: volgens het ministerie van Financiën levert het geld op. Het is één van de vele verkeerde veronderstellingen waarop de bezuinigingen zijn gebaseerd, zegt ir. W. van Horssen.

Zeker, er zijn wel mogelijkheden om hier en daar wat vet weg te snijden. Is het bijvoorbeeld nodig dat de universiteitsraad van ’s ochtends tien tot ’s middags vijf vergadert? En moeten alle faculteiten een eigen functionaris hebben die contacten onderhoudt met de vreemdelingenpolitie ,,Dat kan efficiënter. Maar het zijn zaken waarmee je weinig kunt besparen. En het zijn uitzonderingen. Kamerleden grijpen die te makkelijk aan om het beeld van universiteiten te veralgemeniseren.”

Bij het personeel is de rek er na de forse bezuinigingen in de jaren tachtig (Taakverdeling en Concentratie, en Selectieve Krimp en Groei) volgens Van Horssen echt uit. ,,Wetenschappers zijn rare lui. Hun werk is vaak hun hobby. Toen er geld af ging, zeiden ze: ‘We gaan gewoon harder werken, want het is zonde om die mooie dingen te laten liggen.’ Ze werkten door in het weekend. Maar nog harder werken kan niet meer. Ze maken al meer uren dan verantwoord is. Ze zijn vaker ziek, en sommigen raken zelfs overspannen. In het algemeen worden ze meer prikkelbaar.”
Marginale rek

Gezien de marginale rek in de bureaucratie zullen nieuwe bezuinigingen zondermeer ten koste gaan van onderwijs en onderzoek, denkt Van Horssen. Dat politici daar vooralsnog bijzonder optimistisch over zijn, hebben de universiteiten volgens hem voor een groot deel aan zichzelf te wijten. ,,We moeten de deuren veel meer opengooien. Ik zou graag eens een paar kamerleden een tijdje mee laten lopen, zodat ze kunnen zien wat hier nu werkelijk gebeurt.”

Van Horssen is somber gestemd over de toekomst. In 1998 meer dan tweehonderd miljoen gulden weg bij de universiteiten, dat betekent duizenden ontslagen. Er is geen tijd om te wachtentotdat mensen vanzelf weggaan, ze zullen weggestuurd worden. ,,Werken met de kaasschaaf kan niet meer. Er zullen nu echt keuzes gemaakt moeten worden”, aldus Van Horssen. Tegelijkertijd worden universiteiten opgescheept met duizenden uitkeringen. Want betaalde de overheid bij TVC en SKG nog de wachtgelden, nu valt vanuit Den Haag slechts een zeer beperkte vergoeding te verwachten. Er moet dus extra worden bezuinigd, en dat in een luttel aantal jaren.
Zachte aandrang

Van Horssen voorziet moeizame procedures rond de afvloeiing van overtollig personeel. ,,Op universiteiten willen mensen altijd alles op personeelsterrein dichttimmeren. Het maken van een sociaal plan kost veel tijd. Die is er niet, en er is ook nog eens minder geld dan vroeger. Wie nu opstapt, weet dat er een veel minder riante uitkering op zijn bankrekening wordt overgemaakt dan in de jaren tachtig. Destijds volstond een zachte aandrang vaak om ouderen ertoe te bewegen plaats te maken voor jongeren. Nu zal de solidariteit een stuk minder zijn.”

De betere onderzoekers die nog geen veertig zijn, kunnen volgens Van Horssen in het bedrijfsleven terecht. Wie niet tot de top behoort of al wat ouder is, heeft echter een ernstig probleem. Een omvangrijke groep dreigt daarvan het slachtoffer te worden. Van Horssen: ,,We moeten de beperkte mogelijkheden om mensen te helpen maximaal benutten. De CMHF wil vastleggen dat zoveel mogelijk maatwerk wordt geleverd. Wat wij willen voorkomen is dat strak de hand wordt gehouden aan de regel dat iemand met een bepaalde leeftijd en een bepaald aantal dienstjaren automatisch een bepaald bedrag ontvangt. De regels moeten nu soepel worden toegepast. Ik vind dat iemand die vanuit Delft naar Groningen moet verhuizen vanwege een nieuwe baan, meer geld moet meekrijgen dan iemand die in Leiden aan de slag kan en dus niet hoeft te verhuizen. Tegen die laatste moet je kunnen zeggen: Jij krijgt het niet.”

Zo wil Van Horssen ook dat werknemers met minder dienstjaren relatief meer pensioenfaciliteiten krijgen. ,,Met dergelijk maatwerk compenseer je de ongelijkheid. Ik vind dat je op die wijze een beroep mag doen op de solidariteit, want we gaan echt een heel moeilijke tijd tegemoet als deze maatregelen doorgaan. Als we elkaar niet helpen, sluit ik zelfs niet uit dat het voor wetenschappers weer kan worden als tijdens de crisis in de jaren dertig. Toen werden ze tramconducteur om tenminste nog iets te verdienen.” (HOP/P.E.)

Peter Evelein


Van Horssen: ,,De solidariteit zal een stuk minder zijn”

Als de bezuinigingen op het hoger onderwijs doorgaan, moeten de universiteiten in korte tijd zeer fors bezuinigen op het personeel. ,,Er wachten ons harde keuzes. De kaasschaaf kan niet meer”, voorspelt ir. W. van Horssen, voorzitter van de sector wetenschappelijk onderwijs van de CMHF (Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen) en in het dagelijks leven secretaris-beheerder bij faculteit Werktuigbouw. ,,Voor het personeel zullen de gevolgen heel ingrijpend zijn.”

,,Neem nu het gebouw van mijn faculteit. Eind jaren zestig werkten hier 650 mensen. Nu zitten er nog 380 en zometeen moeten er weer een stuk of twintig weg. Het is dus veel te groot, maar verkopen kunnen we het niet. Daar is totaal geen belangstelling voor. Mogelijk komt er een andere faculteit bij. Dan moet het wel voor honderd miljoen gulden worden verbouwd. En dat geld is er eigenlijk niet.”

Schrappen in het personeelsbestand en de overtollige huisvesting verkopen of verhuren: volgens het ministerie van Financiën levert het geld op. Het is één van de vele verkeerde veronderstellingen waarop de bezuinigingen zijn gebaseerd, zegt ir. W. van Horssen.

Zeker, er zijn wel mogelijkheden om hier en daar wat vet weg te snijden. Is het bijvoorbeeld nodig dat de universiteitsraad van ’s ochtends tien tot ’s middags vijf vergadert? En moeten alle faculteiten een eigen functionaris hebben die contacten onderhoudt met de vreemdelingenpolitie ,,Dat kan efficiënter. Maar het zijn zaken waarmee je weinig kunt besparen. En het zijn uitzonderingen. Kamerleden grijpen die te makkelijk aan om het beeld van universiteiten te veralgemeniseren.”

Bij het personeel is de rek er na de forse bezuinigingen in de jaren tachtig (Taakverdeling en Concentratie, en Selectieve Krimp en Groei) volgens Van Horssen echt uit. ,,Wetenschappers zijn rare lui. Hun werk is vaak hun hobby. Toen er geld af ging, zeiden ze: ‘We gaan gewoon harder werken, want het is zonde om die mooie dingen te laten liggen.’ Ze werkten door in het weekend. Maar nog harder werken kan niet meer. Ze maken al meer uren dan verantwoord is. Ze zijn vaker ziek, en sommigen raken zelfs overspannen. In het algemeen worden ze meer prikkelbaar.”
Marginale rek

Gezien de marginale rek in de bureaucratie zullen nieuwe bezuinigingen zondermeer ten koste gaan van onderwijs en onderzoek, denkt Van Horssen. Dat politici daar vooralsnog bijzonder optimistisch over zijn, hebben de universiteiten volgens hem voor een groot deel aan zichzelf te wijten. ,,We moeten de deuren veel meer opengooien. Ik zou graag eens een paar kamerleden een tijdje mee laten lopen, zodat ze kunnen zien wat hier nu werkelijk gebeurt.”

Van Horssen is somber gestemd over de toekomst. In 1998 meer dan tweehonderd miljoen gulden weg bij de universiteiten, dat betekent duizenden ontslagen. Er is geen tijd om te wachtentotdat mensen vanzelf weggaan, ze zullen weggestuurd worden. ,,Werken met de kaasschaaf kan niet meer. Er zullen nu echt keuzes gemaakt moeten worden”, aldus Van Horssen. Tegelijkertijd worden universiteiten opgescheept met duizenden uitkeringen. Want betaalde de overheid bij TVC en SKG nog de wachtgelden, nu valt vanuit Den Haag slechts een zeer beperkte vergoeding te verwachten. Er moet dus extra worden bezuinigd, en dat in een luttel aantal jaren.
Zachte aandrang

Van Horssen voorziet moeizame procedures rond de afvloeiing van overtollig personeel. ,,Op universiteiten willen mensen altijd alles op personeelsterrein dichttimmeren. Het maken van een sociaal plan kost veel tijd. Die is er niet, en er is ook nog eens minder geld dan vroeger. Wie nu opstapt, weet dat er een veel minder riante uitkering op zijn bankrekening wordt overgemaakt dan in de jaren tachtig. Destijds volstond een zachte aandrang vaak om ouderen ertoe te bewegen plaats te maken voor jongeren. Nu zal de solidariteit een stuk minder zijn.”

De betere onderzoekers die nog geen veertig zijn, kunnen volgens Van Horssen in het bedrijfsleven terecht. Wie niet tot de top behoort of al wat ouder is, heeft echter een ernstig probleem. Een omvangrijke groep dreigt daarvan het slachtoffer te worden. Van Horssen: ,,We moeten de beperkte mogelijkheden om mensen te helpen maximaal benutten. De CMHF wil vastleggen dat zoveel mogelijk maatwerk wordt geleverd. Wat wij willen voorkomen is dat strak de hand wordt gehouden aan de regel dat iemand met een bepaalde leeftijd en een bepaald aantal dienstjaren automatisch een bepaald bedrag ontvangt. De regels moeten nu soepel worden toegepast. Ik vind dat iemand die vanuit Delft naar Groningen moet verhuizen vanwege een nieuwe baan, meer geld moet meekrijgen dan iemand die in Leiden aan de slag kan en dus niet hoeft te verhuizen. Tegen die laatste moet je kunnen zeggen: Jij krijgt het niet.”

Zo wil Van Horssen ook dat werknemers met minder dienstjaren relatief meer pensioenfaciliteiten krijgen. ,,Met dergelijk maatwerk compenseer je de ongelijkheid. Ik vind dat je op die wijze een beroep mag doen op de solidariteit, want we gaan echt een heel moeilijke tijd tegemoet als deze maatregelen doorgaan. Als we elkaar niet helpen, sluit ik zelfs niet uit dat het voor wetenschappers weer kan worden als tijdens de crisis in de jaren dertig. Toen werden ze tramconducteur om tenminste nog iets te verdienen.” (HOP/P.E.)

Peter Evelein


Van Horssen: ,,De solidariteit zal een stuk minder zijn”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.