,,Ingenieurs en chirurgen hebben met elkaar gemeen dat ze enorm trots zijn als ze iets hebben gemaakt. Zij wijzen tevreden op hun slagingspercentages van zeventig of tachtig procent, maar dat is eigenlijk helemaal niet interessant”, vindt Bas de Mol, hoogleraar veiligheidskunde in de gezondheidszorg bij WTM.
,,In de industrie en in de gezondheidszorg liggen de kansen op vooruitgang juist in die twintig of dertig procent van de gevallen dat het misgaat.”
Hoe meer fouten en mislukkingen er uit de besloten wereld van de ziekenhuizen doordringen naar de media, hoe groter de belangstelling voor meer veiligheid in de gezondheidszorg. Prof.dr.mr.dr. Bas de Mol (42) vindt die toenemende belangstelling een prima ontwikkeling.
Naast zijn werk als hart-longchirurg in het Academisch Medisch Centrum (Amsterdam) ontwikkelde hij in zes jaar tijd zijn één tiende aanstelling als universitair hoofddocent bij de vakgroep veiligheidskunde tot een deeltijd-leerstoel (0,4) bij WTM (Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen). Vooral studenten werktuigbouw, industrieel ontwerpen, materiaalkunde en elektrotechniek volgen bijvakken bij hem.
Afgelopen vrijdag hield De Mol in Delft zijn intreerede als hoogleraar veiligheidskunde in de gezondheidszorg. Hij betoogde dat het niet alleen maatschappelijk, maar ook economisch noodzakelijk is om de heersende trend van learn as you earn om te buigen naar een beleid van ‘profijt door veiligheid’. Daarbij heeft de gezondheidszorg behoefte aan ingenieurs, die de veiligheidskundige kennis uit sectoren als de luchtvaart en de chemische industrie kunnen vertalen naar de ontwikkeling en controle van medische instrumenten en apparaten.
Booming
Op korte termijn zijn er voor de industrie grote winsten te behalen door nieuwe technieken en instrumenten zo snel mogelijk op de markt te brengen, stelt De Mol. Onder het motto learn as you earn willen de makers van medische apparaten de concurrent voor blijven en hun vinding verkopen. Voor uitgebreide tests is er geen tijd en geen geld. Echter, de winsten die die bedrijven op korte termijn maken, vallen volgens De Mol in het niet bij de schade die patiënten en gebruikers, de proefkonijnen, kunnen lijden. Ziekenhuizen, die met elkaar moeten concurreren om de gunst van de verzekeraars, kunnen zich niet veroorloven dat hun reputatie door schandalen wordt geteisterd. Maar patinten, voor wie de dokter vroeger heilig was, schrikken er tegenwoordig niet meer voor terug om negatieve ervaringen onmiddellijk aan de media te melden.
Intussen dreigt de Amerikaanse rage om bij het minste geringste een gigantische schadeclaim in te dienen ook hier een booming business te worden voor de advocatuur, aldus DeMol. De bezuinigingsdrang van de overheid draagt onbedoeld bij aan deze ontwikkeling. Hoe meer het sociale vangnet voor geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikten wordt afgebroken, hoe gretiger de ziekenhuizen voor de rechter worden gesleept door de slachtoffers van een medische misser.
Ook de fabrikanten van instrumenten en implantaten (kunstorganen) moeten het steeds vaker duur bekopen als een klein percentage van hun produkt in de toepassing faalt. De fabrikant die snel een graantje mee wilde pikken op de groeimarkt voor medische technologie, gaat in zo’n geval snel failliet. ,,Veel professionals willen hun alleen vak uitoefenen en geld verdienen”, stelt De Mol.
Steeds vaker wordt de schade dan verhaald op de toeleveranciers van de grondstoffen. Veel toeleveranciers hebben al door schade en schande geleerd de medische sector te mijden. Zo kon een nieuw model pace maker niet in produktie genomen worden omdat er geen fabrikant bereid was het cruciale elektrische schakeltje te leveren.
,,Dit zijn de uitwassen van het probleem dat het maken van medische instrumenten en implantaten gewoon business is geworden”, aldus De Mol. ,,In de haast om de concurrent een slag voor te blijven, worden er onverantwoorde risico’s genomen. Als we op deze weg doorgaan loopt het voor iedereen uit de rails.”
Waar het volgens De Mol aan ontbreekt is een sluitend systeem van veiligheidsmaatregelen in de gezondheidszorg. ,,Als er iets mis gaat worden en diepgaande studies verricht of het voorval vermijdbaar of verwijtbaar was, maar daar gaat niet om. Je moet er in principe altijd vanuit gaan dat een ongeluk vermijdbaar was. Je moet zorgen dat je instrumenten en procedures ontwikkelt die het abstracte begrip veiligheid zichtbaar, tastbaar en beheersbaar maken”, aldus De Mol.
Togo
De Mol studeerde rechten en medicijnen in de late jaren zestig, begin jaren zeventig. ,,In die tijd had ik voor mijzelf de fundamentele beslissing genomen dat ik altijd aan de kant van de slachtoffers zou staan.” Hij gaf zijn keuze handen en voeten door zich te specialiseren als chirurg. Hij schreef een medisch proefschrift en promoveerde bovendien op het juridische vraagstuk van no fault-verzekeringen. De medisch-juridische theorie en praktijk vormen voor De Mol de basis voor zijn ‘missie’ om iedereen ervan te overtuigen dat het loont om in veiligheid in de gezondheidszorg te investeren.
Zijn overtuiging dat Delftse ingenieurs daartoe in belangrijke mate kunnen bijdragen gaat terug op zijn eigen ervaringen als ‘beunhaas’. In zijn studietijd repareerde De Mol oude auto’s, waarmee hij vervolgens door de Sahara reed om ze in Midden-Afrika te verkopen. Zo’n tocht van Delft naar Togo was voor De Mol een safety case. ,,Het doel was niet zoveel mogelijk fun en spektakel, maar een verkenning van de grenzen van het materiaal en van de omgeving. Hoe hou ik mijn spullen en mijn mensen heel, dat is eigenlijk de kern van het hele veiligheidsvraagstuk. Daarvoor heb je goede technische kennis nodig, maar ook inzicht in de omstandigheden en de mensen waar je mee te maken krijgt.”
In Delft is er al een groot potentieel aan veiligheidskundige kennis voorhanden. Voor de luchtvaart, de chemische industrie en de kern-industrie worden al jarenlang hooggekwalificeerde veiligheidssystemen ontwikkeld. ,,In deze sectoren heeft veiligheid onbetwiste prioriteit, omdat het risico van een grootschalige ramp voor iedereen zichtbaar is,’ verklaart De Mol.
,,Het probleem in de gezondheidszorg is echter dat eigenlijk niemand weet hoeveel fouten er gemaakt worden en wat de oorzaken en de gevolgen van die fouten waren. De betrokkenen hebben met het oog op hun carrièrekansen de neiging om een fout te verzwijgen of de oorzaak bij anderen neer te leggen”, aldus De Mol. ,,Maar de oplossing van het probleem kan alleen worden gevonden als je precies weet waar de oorzaak werkelijk lag.”
De aanpak van een veiligheidsvraagstuk bestaat uit drie stappen: analyse van het probleem, ontwikkeling van de oplossing en invoering van de veiligheidsmaatregel in de praktijk. ,,Bij dat laatste aspect komen zowel bedrijfskundige als psychologische aspecten kijken”, weet De Mol, die het als een grote meerwaarde ziet dat zijn faculteit, WTM, ook op deze gebieden deskundigheid in huis heeft. ,,Je moet laten zien dat het bedrijfskundig loont om te investeren in veiligheidsmaatregelen, want uiteindelijk gaat het toch om geld. En je moet het voor de gebruikers zo gemakkelijk en aantrekkelijk mogelijk maken om de veiligheidsmaatregelen ook daadwerkelijk toe te passen.”
Waarschuwing
De Mols eerste zorg is dan ook dat er in de ziekenhuizen een aantrekkelijk, objectief en effectief fouten-registratiesysteem wordt ingevoerd. ,,Als je mensen zelf een rapportje laat schrijven dat dan weer door een baas wordt beoordeeld, spelen er allerlei persoonlijke inschattingen en gevoelens mee. Met een computerprogramma kun je dat omzeilen. Daarom ontwikkelen wij een safety intelligence system, dat systematisch een hele lijst vragen afwerkt. Het programma genereert vervolgens een objectief rapport. Tegelijkertijd worden de ingevoerde gegevens zodanig met elkaar gecombineerd, dat het systeem uit zichzelf een waarschuwing afgeeft als de foutentolerantie wordt overschreden. Die foutentolerantie, evenals de vragenlijst, wordt bepaald op basis van de veiligheidseisen en risicofactoren die de medische staf zelf aandraagt.”
Het voorbeeld maakt duidelijk dat de ingenieurs die het systeem bouwen al in de ontwerpfase intensief met de medische staf moeten communiceren. En dat is precies wat De Mol zijn studenten wil bijbrengen. ,,Veiligheidskunde en medische technologie zijn bij uitstek terreinen waarop de toekomstige ingenieurs hun maatschappelijke inzetbaarheid kunnen bewijzen. Technology assessment, risicoanalyse en de ontwikkeling en invoering van preventieve veiligheidsmaatregelen zijn tegenwoordig belangrijker dan ooit. Het succes van de ingenieur staat of valt echter met zijn vermogen om inzicht te krijgen in de dagelijkse praktijk van de gebruiker, en met zijn vermogen om te leren van eigen en andermans fouten. Want in de industrie en in de gezondheidszorg liggen de kansen opvooruitgang in die twintig of dertig procent van de gevallen dat het misgaat.’
Niet alleen ingenieurs, maar ook medici moeten volgens De Mol leren om verder te kijken dan hun eigen vakgebied. Hij heeft dan ook het plan om begin 1996 van start te gaan met een post-academische opleiding voor ervaren medici en ingenieurs. Het is de bedoeling dat artsen in deze eenjarige opleiding de status verwerven van Master of safety science. ,,Door een officieel erkend certificaat willen wij deze artsen en ingenieurs meer gewicht geven bij het uitdragen van hun veiligheidskundige kennis. Omgekeerd zal onze vakgroep door de feed-back van deze professionals ook voortdurend nieuwe impulsen krijgen voor een nog betere afstemming op de veiligheidsbehoeften in de gezondheidszorg.”
Bas de Mol: ,,Het ontbreekt de gezondheidszorg aan een sluitend systeem voor veiligheid”
,,Ingenieurs en chirurgen hebben met elkaar gemeen dat ze enorm trots zijn als ze iets hebben gemaakt. Zij wijzen tevreden op hun slagingspercentages van zeventig of tachtig procent, maar dat is eigenlijk helemaal niet interessant”, vindt Bas de Mol, hoogleraar veiligheidskunde in de gezondheidszorg bij WTM. ,,In de industrie en in de gezondheidszorg liggen de kansen op vooruitgang juist in die twintig of dertig procent van de gevallen dat het misgaat.”
Hoe meer fouten en mislukkingen er uit de besloten wereld van de ziekenhuizen doordringen naar de media, hoe groter de belangstelling voor meer veiligheid in de gezondheidszorg. Prof.dr.mr.dr. Bas de Mol (42) vindt die toenemende belangstelling een prima ontwikkeling.
Naast zijn werk als hart-longchirurg in het Academisch Medisch Centrum (Amsterdam) ontwikkelde hij in zes jaar tijd zijn één tiende aanstelling als universitair hoofddocent bij de vakgroep veiligheidskunde tot een deeltijd-leerstoel (0,4) bij WTM (Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen). Vooral studenten werktuigbouw, industrieel ontwerpen, materiaalkunde en elektrotechniek volgen bijvakken bij hem.
Afgelopen vrijdag hield De Mol in Delft zijn intreerede als hoogleraar veiligheidskunde in de gezondheidszorg. Hij betoogde dat het niet alleen maatschappelijk, maar ook economisch noodzakelijk is om de heersende trend van learn as you earn om te buigen naar een beleid van ‘profijt door veiligheid’. Daarbij heeft de gezondheidszorg behoefte aan ingenieurs, die de veiligheidskundige kennis uit sectoren als de luchtvaart en de chemische industrie kunnen vertalen naar de ontwikkeling en controle van medische instrumenten en apparaten.
Booming
Op korte termijn zijn er voor de industrie grote winsten te behalen door nieuwe technieken en instrumenten zo snel mogelijk op de markt te brengen, stelt De Mol. Onder het motto learn as you earn willen de makers van medische apparaten de concurrent voor blijven en hun vinding verkopen. Voor uitgebreide tests is er geen tijd en geen geld. Echter, de winsten die die bedrijven op korte termijn maken, vallen volgens De Mol in het niet bij de schade die patiënten en gebruikers, de proefkonijnen, kunnen lijden. Ziekenhuizen, die met elkaar moeten concurreren om de gunst van de verzekeraars, kunnen zich niet veroorloven dat hun reputatie door schandalen wordt geteisterd. Maar patinten, voor wie de dokter vroeger heilig was, schrikken er tegenwoordig niet meer voor terug om negatieve ervaringen onmiddellijk aan de media te melden.
Intussen dreigt de Amerikaanse rage om bij het minste geringste een gigantische schadeclaim in te dienen ook hier een booming business te worden voor de advocatuur, aldus DeMol. De bezuinigingsdrang van de overheid draagt onbedoeld bij aan deze ontwikkeling. Hoe meer het sociale vangnet voor geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikten wordt afgebroken, hoe gretiger de ziekenhuizen voor de rechter worden gesleept door de slachtoffers van een medische misser.
Ook de fabrikanten van instrumenten en implantaten (kunstorganen) moeten het steeds vaker duur bekopen als een klein percentage van hun produkt in de toepassing faalt. De fabrikant die snel een graantje mee wilde pikken op de groeimarkt voor medische technologie, gaat in zo’n geval snel failliet. ,,Veel professionals willen hun alleen vak uitoefenen en geld verdienen”, stelt De Mol.
Steeds vaker wordt de schade dan verhaald op de toeleveranciers van de grondstoffen. Veel toeleveranciers hebben al door schade en schande geleerd de medische sector te mijden. Zo kon een nieuw model pace maker niet in produktie genomen worden omdat er geen fabrikant bereid was het cruciale elektrische schakeltje te leveren.
,,Dit zijn de uitwassen van het probleem dat het maken van medische instrumenten en implantaten gewoon business is geworden”, aldus De Mol. ,,In de haast om de concurrent een slag voor te blijven, worden er onverantwoorde risico’s genomen. Als we op deze weg doorgaan loopt het voor iedereen uit de rails.”
Waar het volgens De Mol aan ontbreekt is een sluitend systeem van veiligheidsmaatregelen in de gezondheidszorg. ,,Als er iets mis gaat worden en diepgaande studies verricht of het voorval vermijdbaar of verwijtbaar was, maar daar gaat niet om. Je moet er in principe altijd vanuit gaan dat een ongeluk vermijdbaar was. Je moet zorgen dat je instrumenten en procedures ontwikkelt die het abstracte begrip veiligheid zichtbaar, tastbaar en beheersbaar maken”, aldus De Mol.
Togo
De Mol studeerde rechten en medicijnen in de late jaren zestig, begin jaren zeventig. ,,In die tijd had ik voor mijzelf de fundamentele beslissing genomen dat ik altijd aan de kant van de slachtoffers zou staan.” Hij gaf zijn keuze handen en voeten door zich te specialiseren als chirurg. Hij schreef een medisch proefschrift en promoveerde bovendien op het juridische vraagstuk van no fault-verzekeringen. De medisch-juridische theorie en praktijk vormen voor De Mol de basis voor zijn ‘missie’ om iedereen ervan te overtuigen dat het loont om in veiligheid in de gezondheidszorg te investeren.
Zijn overtuiging dat Delftse ingenieurs daartoe in belangrijke mate kunnen bijdragen gaat terug op zijn eigen ervaringen als ‘beunhaas’. In zijn studietijd repareerde De Mol oude auto’s, waarmee hij vervolgens door de Sahara reed om ze in Midden-Afrika te verkopen. Zo’n tocht van Delft naar Togo was voor De Mol een safety case. ,,Het doel was niet zoveel mogelijk fun en spektakel, maar een verkenning van de grenzen van het materiaal en van de omgeving. Hoe hou ik mijn spullen en mijn mensen heel, dat is eigenlijk de kern van het hele veiligheidsvraagstuk. Daarvoor heb je goede technische kennis nodig, maar ook inzicht in de omstandigheden en de mensen waar je mee te maken krijgt.”
In Delft is er al een groot potentieel aan veiligheidskundige kennis voorhanden. Voor de luchtvaart, de chemische industrie en de kern-industrie worden al jarenlang hooggekwalificeerde veiligheidssystemen ontwikkeld. ,,In deze sectoren heeft veiligheid onbetwiste prioriteit, omdat het risico van een grootschalige ramp voor iedereen zichtbaar is,’ verklaart De Mol.
,,Het probleem in de gezondheidszorg is echter dat eigenlijk niemand weet hoeveel fouten er gemaakt worden en wat de oorzaken en de gevolgen van die fouten waren. De betrokkenen hebben met het oog op hun carrièrekansen de neiging om een fout te verzwijgen of de oorzaak bij anderen neer te leggen”, aldus De Mol. ,,Maar de oplossing van het probleem kan alleen worden gevonden als je precies weet waar de oorzaak werkelijk lag.”
De aanpak van een veiligheidsvraagstuk bestaat uit drie stappen: analyse van het probleem, ontwikkeling van de oplossing en invoering van de veiligheidsmaatregel in de praktijk. ,,Bij dat laatste aspect komen zowel bedrijfskundige als psychologische aspecten kijken”, weet De Mol, die het als een grote meerwaarde ziet dat zijn faculteit, WTM, ook op deze gebieden deskundigheid in huis heeft. ,,Je moet laten zien dat het bedrijfskundig loont om te investeren in veiligheidsmaatregelen, want uiteindelijk gaat het toch om geld. En je moet het voor de gebruikers zo gemakkelijk en aantrekkelijk mogelijk maken om de veiligheidsmaatregelen ook daadwerkelijk toe te passen.”
Waarschuwing
De Mols eerste zorg is dan ook dat er in de ziekenhuizen een aantrekkelijk, objectief en effectief fouten-registratiesysteem wordt ingevoerd. ,,Als je mensen zelf een rapportje laat schrijven dat dan weer door een baas wordt beoordeeld, spelen er allerlei persoonlijke inschattingen en gevoelens mee. Met een computerprogramma kun je dat omzeilen. Daarom ontwikkelen wij een safety intelligence system, dat systematisch een hele lijst vragen afwerkt. Het programma genereert vervolgens een objectief rapport. Tegelijkertijd worden de ingevoerde gegevens zodanig met elkaar gecombineerd, dat het systeem uit zichzelf een waarschuwing afgeeft als de foutentolerantie wordt overschreden. Die foutentolerantie, evenals de vragenlijst, wordt bepaald op basis van de veiligheidseisen en risicofactoren die de medische staf zelf aandraagt.”
Het voorbeeld maakt duidelijk dat de ingenieurs die het systeem bouwen al in de ontwerpfase intensief met de medische staf moeten communiceren. En dat is precies wat De Mol zijn studenten wil bijbrengen. ,,Veiligheidskunde en medische technologie zijn bij uitstek terreinen waarop de toekomstige ingenieurs hun maatschappelijke inzetbaarheid kunnen bewijzen. Technology assessment, risicoanalyse en de ontwikkeling en invoering van preventieve veiligheidsmaatregelen zijn tegenwoordig belangrijker dan ooit. Het succes van de ingenieur staat of valt echter met zijn vermogen om inzicht te krijgen in de dagelijkse praktijk van de gebruiker, en met zijn vermogen om te leren van eigen en andermans fouten. Want in de industrie en in de gezondheidszorg liggen de kansen opvooruitgang in die twintig of dertig procent van de gevallen dat het misgaat.’
Niet alleen ingenieurs, maar ook medici moeten volgens De Mol leren om verder te kijken dan hun eigen vakgebied. Hij heeft dan ook het plan om begin 1996 van start te gaan met een post-academische opleiding voor ervaren medici en ingenieurs. Het is de bedoeling dat artsen in deze eenjarige opleiding de status verwerven van Master of safety science. ,,Door een officieel erkend certificaat willen wij deze artsen en ingenieurs meer gewicht geven bij het uitdragen van hun veiligheidskundige kennis. Omgekeerd zal onze vakgroep door de feed-back van deze professionals ook voortdurend nieuwe impulsen krijgen voor een nog betere afstemming op de veiligheidsbehoeften in de gezondheidszorg.”
Bas de Mol: ,,Het ontbreekt de gezondheidszorg aan een sluitend systeem voor veiligheid”
Comments are closed.