Tussen de ansichtkaarten die we de afgelopen zomer kregen, zit er ook eentje zonder blote vrouwen. Het is de enige ouderwets fatsoenlijke toeristische foto, dus zonder tieten, billen en diep uitgesneden badpakjes.
Het is een glanzend plaatje van een zacht glooiend landschap, met een goudgele akker op de voorgrond en een maagdelijk groen bos op de achtergrond. De lucht is lief lichtblauw en er loopt een schattig kronkelweggetje door de heuvels.
Op dat weggetje staan vijf tanks. Eén ervan is net uitgebrand en heeft een zwart gat geslagen in het bos. ‘Bosnie: Cinq tanks T-72 en formation combat’, staat op de andere kant van de kaart, in de linkerbovenhoek waar normaal gesproken zoiets staat als ‘Roma: Forum Romanum’, ‘Beijing: Tianmin-square’ of ‘Renesse: Nordseestrand’. Het kaartje komt van een Delftse VN-vrijwilliger.
Een paar maanden daarvoor had hij al iets vergelijkbaars gestuurd: ‘Bosnie: Ville devastée’. Mooie Franse ansichtkaarten. De Franse militairen kunnen blijkbaar wel fotorolletjes ontwikkelen en hebben nu hun hele verkenningseenheid omgetoverd in professionele ramptoeristen. Je ziet ze al gaan, gecamoufleerde touringcars vol mannen behangen met camera’s. Ze stappen uit en vechten om het beste plekje bij dat zo fotogeniek verwoeste kerkje.
Ansichtkaarten maken van een oorlog. Hoe vertel je dat op een feestje? Op zich is het een kunst natuurlijk, je bestaan ontlenen aan bijzaken. Kunstenaars doen dat ook, en voetballers. En de hele TU, zo lijkt het soms.
Het vreemdst zijn degenen die eigenlijk wel belangrijke dingen doen, maar dat hoofddoel vergeten zijn en zich op de bijzaken hebben gestort. Neem sommige practicumbegeleiders. Mensen met zelfverzonnen regeltjes die moeten worden nageleefd alsof het de tien geboden zelf zijn. Regeltjes die doel worden in plaats van middel.
Deze docenten beseffen natuurlijk dat ze nooit verder zullen komen dan dat eerstejaars practicum metaalbewerking. Daar hebben ze dan maar hun eigen territoriumpje van gemaakt. Honden bakenen zoiets af met pis, vastgeroeste docenten doen dat met gezeik. Een minuut te laat? Kom volgend jaar maar terug. Ik begrijp dat practicumbegeleiders thuis een hele grote vrouw hebben die bepaalt hoe laat ze thuis moeten zijn. En kinderen die achter pa’s computer zitten en een hond die ook niet luistert. Maar pak dan gewoon de fles maar laat de eerstejaars erbuiten.
Ook op het Sportcentrum vergeet men soms waarom het complex ook al weer bestaat. Het lijkt op een dierenasiel waar ze de honden liever kwijt zijn, omdat ze zoveel schijten. Schone hokken en vlekkeloze velden, dat is het doel. Zo min mogelijk studenten alsjeblieft. En als ze er al zijn, laten ze dan vooral hun grote bek houden.
Die avondvoetbalcompetitie is natuurlijk de grootste puinhoop. Een tijdje geleden stonden wij om acht uur ingeroosterd op een kunstgrasveld waar al een wedstrijd bezig was. Het andere veld was leeg. Wij begonnen onze wedstrijd op dat lege veld, tot ereen oppasser aankwam.
-Wat doen jullie hier?
Wij waren aan het voetballen.
-We zijn aan het voetballen.
-Maar dit veld moet vrijblijven volgens mijn rooster.
Wij leggen het uit. Dat de makers van de competitie waarschijnlijk een foutje hebben gemaakt. En dat het veld toch vrij was, dus dat wij hadden gedacht van…
-Maar daar heb ik niks mee te maken! Het veld moet gewoon vrij zijn, volgens mijn rooster. Eraf dus.
We lopen het veld af. Maar de opzichter komt met een voorstel.
-Jullie zouden natuurlijk aan mij kunnen vragen of je op dit vrije veld mag spelen?
Dat vragen we.
-Natuurlijk mag dat! Het is toch vrij. Als je het maar even vraagt.
Tussen de ansichtkaarten die we de afgelopen zomer kregen, zit er ook eentje zonder blote vrouwen. Het is de enige ouderwets fatsoenlijke toeristische foto, dus zonder tieten, billen en diep uitgesneden badpakjes. Het is een glanzend plaatje van een zacht glooiend landschap, met een goudgele akker op de voorgrond en een maagdelijk groen bos op de achtergrond. De lucht is lief lichtblauw en er loopt een schattig kronkelweggetje door de heuvels.
Op dat weggetje staan vijf tanks. Eén ervan is net uitgebrand en heeft een zwart gat geslagen in het bos. ‘Bosnie: Cinq tanks T-72 en formation combat’, staat op de andere kant van de kaart, in de linkerbovenhoek waar normaal gesproken zoiets staat als ‘Roma: Forum Romanum’, ‘Beijing: Tianmin-square’ of ‘Renesse: Nordseestrand’. Het kaartje komt van een Delftse VN-vrijwilliger.
Een paar maanden daarvoor had hij al iets vergelijkbaars gestuurd: ‘Bosnie: Ville devastée’. Mooie Franse ansichtkaarten. De Franse militairen kunnen blijkbaar wel fotorolletjes ontwikkelen en hebben nu hun hele verkenningseenheid omgetoverd in professionele ramptoeristen. Je ziet ze al gaan, gecamoufleerde touringcars vol mannen behangen met camera’s. Ze stappen uit en vechten om het beste plekje bij dat zo fotogeniek verwoeste kerkje.
Ansichtkaarten maken van een oorlog. Hoe vertel je dat op een feestje? Op zich is het een kunst natuurlijk, je bestaan ontlenen aan bijzaken. Kunstenaars doen dat ook, en voetballers. En de hele TU, zo lijkt het soms.
Het vreemdst zijn degenen die eigenlijk wel belangrijke dingen doen, maar dat hoofddoel vergeten zijn en zich op de bijzaken hebben gestort. Neem sommige practicumbegeleiders. Mensen met zelfverzonnen regeltjes die moeten worden nageleefd alsof het de tien geboden zelf zijn. Regeltjes die doel worden in plaats van middel.
Deze docenten beseffen natuurlijk dat ze nooit verder zullen komen dan dat eerstejaars practicum metaalbewerking. Daar hebben ze dan maar hun eigen territoriumpje van gemaakt. Honden bakenen zoiets af met pis, vastgeroeste docenten doen dat met gezeik. Een minuut te laat? Kom volgend jaar maar terug. Ik begrijp dat practicumbegeleiders thuis een hele grote vrouw hebben die bepaalt hoe laat ze thuis moeten zijn. En kinderen die achter pa’s computer zitten en een hond die ook niet luistert. Maar pak dan gewoon de fles maar laat de eerstejaars erbuiten.
Ook op het Sportcentrum vergeet men soms waarom het complex ook al weer bestaat. Het lijkt op een dierenasiel waar ze de honden liever kwijt zijn, omdat ze zoveel schijten. Schone hokken en vlekkeloze velden, dat is het doel. Zo min mogelijk studenten alsjeblieft. En als ze er al zijn, laten ze dan vooral hun grote bek houden.
Die avondvoetbalcompetitie is natuurlijk de grootste puinhoop. Een tijdje geleden stonden wij om acht uur ingeroosterd op een kunstgrasveld waar al een wedstrijd bezig was. Het andere veld was leeg. Wij begonnen onze wedstrijd op dat lege veld, tot ereen oppasser aankwam.
-Wat doen jullie hier?
Wij waren aan het voetballen.
-We zijn aan het voetballen.
-Maar dit veld moet vrijblijven volgens mijn rooster.
Wij leggen het uit. Dat de makers van de competitie waarschijnlijk een foutje hebben gemaakt. En dat het veld toch vrij was, dus dat wij hadden gedacht van…
-Maar daar heb ik niks mee te maken! Het veld moet gewoon vrij zijn, volgens mijn rooster. Eraf dus.
We lopen het veld af. Maar de opzichter komt met een voorstel.
-Jullie zouden natuurlijk aan mij kunnen vragen of je op dit vrije veld mag spelen?
Dat vragen we.
-Natuurlijk mag dat! Het is toch vrij. Als je het maar even vraagt.
Comments are closed.