Onderwijs

Discussie over clustering vergt openheid van college

Binnen de TU wordt op drie niveaus gepraat over clusteren. Het college van bestuur lijkt al precies te weten hoe de clustering vormgegeven moet worden.

De universitaire ‘politiek’ filosofeert over het nut en de bedoeling hiervan. En verder speculeert iedereen over wie met wie moet samengaan. Een lid van de universiteitsraad vindt dat zo van een gedegen discussie geen sprake is.

Het lijkt erop dat het college van bestuur expres zoveel mogelijk onzekerheid schept en verwarring veroorzaakt, zodat het de eigen invulling van clustering door kan voeren. Zo werd oorspronkelijk een commissie-Dirken ingesteld om te rapporteren over de mogelijkheden van het clusteren van ondersteunende diensten, maar vervolgens kwam er een rapport dat veel verder ging dan de gestelde opdracht. De commissie nam bij de keuze van te vormen clusters plotseling ook inhoudelijke overeenkomsten in vakgebied tussen faculteiten als overweging mee.

Terwijl iedereen zich afvroeg of de commissie hierdoor niet haar boekje te buiten was gegaan, bracht het college van bestuur nauwelijks een week later een geheel eigen model voor inhoudelijk clusteren naar buiten. Behalve dat er uitgegaan was van verschillende prognoses voor studentenaantallen, werden geen andere redenen genoemd waarom dit plan zo afweek van dat van Dirken c.s. Wel werd zo duidelijk dat het college van bestuur al veel langer met de gedachte aan inhoudelijk clusteren speelt, want zo’n model bedenk je niet in één week.
Klankbord

Er kwam een klankbordgroep, met daarin een aantal leden van de universiteitsraad. Deze groep houdt zich al weken bezig met het hoe en waarom van (inhoudelijk) clusteren. Onlangs heeft deze groep een vragenlijst opgesteld die naar het college van bestuur gestuurd is (zie Delta nr. 32). Het college van bestuur is tot nu toe slechts éénmaal bij een bijeenkomst van de klankbordgroep aanwezig geweest, en duidelijke uitspraken over de concrete invulling van de clustering deed het niet. De rest van de bijeenkomsten is er gediscussieerd zonder dat de beleidsuitvoerder (het cvb) als gesprekspartner aanwezig was.

Dit roept de vraag op of de groep ook echt als klankbord gebruikt wordt en of de op- of aanmerkingen van de groep door het college ook daadwerkelijk meegenomen zullen worden. Het lijkt er meer op dat deze klankbordgroep als een intellectueel filosofenclubje ingezet wordt, waarnaar het cvb kan verwijzen als het aangesproken wordt op het gebrek aan ruggespraak.

Het college van bestuur begint zo langzamerhand zijn zin te krijgen, want door de vage, langzaam vorderende discussie, en door de eeuwigdurende geruchtenstroom begint de TU aan het idee van clustering te wennen. Zeker op de faculteiten wordt clustering al als onvermijdelijk gezien en speculeert men slechts over de invulling. Met de vraag of clustering eigenlijk wel nuttig en/of gewenst is houdt men zich daar eigenlijk niet meer bezig.
Overhoop

Op dit moment ligt de gehele TU overhoop doordat in korte tijd ingrijpende, aan elkaar gekoppelde processen in gang gezet zijn. Niet alleen clustering houdt de gelederen bezig, maar ook de Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD), de nieuwe plannen aangaande huisvesting, de uitvoering van het rapport van de Adviesraad Technologiebeleid Delft (ARTD), en niet te vergeten de veranderingen als gevolg van de wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisaties zorgen voor onrust en onduidelijkheid. Niemand weet meer waar hij of zij aan toe is.

Het wordt tijd dat het college van bestuur open kaart speelt. Zowel de studenten als het personeel van de TU hebben recht op duidelijkheid. Ze moeten nu eindelijk eens goed op de hoogte gesteld worden van de werkelijke stand van zaken. Bovendien moeten er concrete plannen gepresenteerd worden waarop gereageerd kan worden. Alleen dan kan het draagvlak gecreëerd worden dat zo broodnodig is om de TU goed te laten functioneren.

Binnen de TU wordt op drie niveaus gepraat over clusteren. Het college van bestuur lijkt al precies te weten hoe de clustering vormgegeven moet worden. De universitaire ‘politiek’ filosofeert over het nut en de bedoeling hiervan. En verder speculeert iedereen over wie met wie moet samengaan. Een lid van de universiteitsraad vindt dat zo van een gedegen discussie geen sprake is.

Het lijkt erop dat het college van bestuur expres zoveel mogelijk onzekerheid schept en verwarring veroorzaakt, zodat het de eigen invulling van clustering door kan voeren. Zo werd oorspronkelijk een commissie-Dirken ingesteld om te rapporteren over de mogelijkheden van het clusteren van ondersteunende diensten, maar vervolgens kwam er een rapport dat veel verder ging dan de gestelde opdracht. De commissie nam bij de keuze van te vormen clusters plotseling ook inhoudelijke overeenkomsten in vakgebied tussen faculteiten als overweging mee.

Terwijl iedereen zich afvroeg of de commissie hierdoor niet haar boekje te buiten was gegaan, bracht het college van bestuur nauwelijks een week later een geheel eigen model voor inhoudelijk clusteren naar buiten. Behalve dat er uitgegaan was van verschillende prognoses voor studentenaantallen, werden geen andere redenen genoemd waarom dit plan zo afweek van dat van Dirken c.s. Wel werd zo duidelijk dat het college van bestuur al veel langer met de gedachte aan inhoudelijk clusteren speelt, want zo’n model bedenk je niet in één week.
Klankbord

Er kwam een klankbordgroep, met daarin een aantal leden van de universiteitsraad. Deze groep houdt zich al weken bezig met het hoe en waarom van (inhoudelijk) clusteren. Onlangs heeft deze groep een vragenlijst opgesteld die naar het college van bestuur gestuurd is (zie Delta nr. 32). Het college van bestuur is tot nu toe slechts éénmaal bij een bijeenkomst van de klankbordgroep aanwezig geweest, en duidelijke uitspraken over de concrete invulling van de clustering deed het niet. De rest van de bijeenkomsten is er gediscussieerd zonder dat de beleidsuitvoerder (het cvb) als gesprekspartner aanwezig was.

Dit roept de vraag op of de groep ook echt als klankbord gebruikt wordt en of de op- of aanmerkingen van de groep door het college ook daadwerkelijk meegenomen zullen worden. Het lijkt er meer op dat deze klankbordgroep als een intellectueel filosofenclubje ingezet wordt, waarnaar het cvb kan verwijzen als het aangesproken wordt op het gebrek aan ruggespraak.

Het college van bestuur begint zo langzamerhand zijn zin te krijgen, want door de vage, langzaam vorderende discussie, en door de eeuwigdurende geruchtenstroom begint de TU aan het idee van clustering te wennen. Zeker op de faculteiten wordt clustering al als onvermijdelijk gezien en speculeert men slechts over de invulling. Met de vraag of clustering eigenlijk wel nuttig en/of gewenst is houdt men zich daar eigenlijk niet meer bezig.
Overhoop

Op dit moment ligt de gehele TU overhoop doordat in korte tijd ingrijpende, aan elkaar gekoppelde processen in gang gezet zijn. Niet alleen clustering houdt de gelederen bezig, maar ook de Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD), de nieuwe plannen aangaande huisvesting, de uitvoering van het rapport van de Adviesraad Technologiebeleid Delft (ARTD), en niet te vergeten de veranderingen als gevolg van de wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisaties zorgen voor onrust en onduidelijkheid. Niemand weet meer waar hij of zij aan toe is.

Het wordt tijd dat het college van bestuur open kaart speelt. Zowel de studenten als het personeel van de TU hebben recht op duidelijkheid. Ze moeten nu eindelijk eens goed op de hoogte gesteld worden van de werkelijke stand van zaken. Bovendien moeten er concrete plannen gepresenteerd worden waarop gereageerd kan worden. Alleen dan kan het draagvlak gecreëerd worden dat zo broodnodig is om de TU goed te laten functioneren.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.