De Operatie Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD) draait op volle toeren. De man aan het roer, prof.dr.ir M. de Bruin, geeft de verschillende faculteiten tekst en uitleg over de veranderingen die op stapel staan voor het betrokken personeel.
Dat schept duidelijkheid, maar ook onrust.
1 De Bruin geeft tekst en uitleg bij de faculteit Industrieel Ontwerpen (Klik voor grotere foto)
,,Na twee reorganisaties weten we dat dit een bedreiging voor ons is. Een hele grote zelfs. Ook nu weer zullen mensen voor de keus gesteld worden: ‘vrijwillig’ uitstromen, of straks ontslag.” De opmerkingen na de voorlichtingsbijeenkomst van De Bruin bij Scheikunde illustreren de onrust die heerst onder het ondersteunend en beheerspersoneel (obp).
Eén ding moet De Bruin nagegeven worden: zijn verhaal is duidelijk. Dat mag ook wel, want de geruchten zijn hardnekkig. Het sterkste indianenverhaal dat De Bruin ter ore is gekomen, spreekt van twaalfhonderd ontslagen. Onzin, zegt hij stellig. Om zulke geruchten verdere voedingsbodem te ontnemen en het personeel een eerlijk beeld te schetsen van de gang van zaken, is deze toernee op poten gezet.
Zijn verhaal kon zó uit de voorlichtingsliteratuur overgenomen zijn. Reden, doel en middelen van de modernisering komen keurig aan de orde. De onvermijdelijke overhead-sheets moeten de reorganisatieprocessen wat meer kleur geven. Toch boeit het verhaal aanvankelijk moeilijk. Nu en dan stijgt een onderdrukt gegniffel op uit de zaal; als de kleine lettertjes op de sheets achter in de zaal niet leesbaar blijken. Of als De Bruin eufemistisch opmerkt dat over de definitieve vorm van de staf van het Bureau nog ‘gediscussieerd’ wordt.
Ontslag
Het zijn steevast dezelfde opmerkingen die aanleiding geven tot commotie. Als het getal van 440 fte’s valt. De zaal spitst dan de oren en rekent hardop mee: tien procent moet weg. Of als De Bruin zegt dat uitwisseling tussen vacatures van het Bureau van de universiteit en faculteiten niet is uitgesloten. De gevolgen van de reorganisatie van het Bureau blijven ook voor de faculteiten en clusters niet uit, wordt de aanwezigen duidelijk gemaakt. Altijd is er dan gemompel.
En dan de vragen. Priemende vingers: hoe belangrijk is mijn leeftijd? Wie bepaalt of mijn functie ‘nieuw’ is? Wat gebeurt er met je als je boventallig bent? Moet je dan thuis gaan zitten wachten? Soms valt De Bruin even uit zijn voorlichtende rol. ,,Natuurlijk moeten we functies herzien. Anders bereiken we toch niks?”, spreekt de reorganisator dan streng. Maar na 15 augustus – het moment waarop alle functies opnieuw ingevuld moeten zijn – zijn er altijd nog de herplaatsingen en vrijwillige uitstroom van personeel. ,,Vrijwillig tussen aanhalingstekens”, voegt hij toe.
En inmiddels kan de TU zich ook gelukkig prijzen met een coördinator voor herplaatsingen, een mobiliteitscentrum en eeninfo-telefoon. Niemand staat er dus alleen voor. Maar we ontkomen er niet aan: de resterende boventalligen wacht uiteindelijk ‘dit’. Het gewraakte woord onderaan de sheet wordt niet hardop uitgesproken, maar slechts aangewezen met de pen: ‘Ontslag’.
Hecht
Op zijn toernee langs de faculteiten valt het De Bruin steeds weer op hoe ‘uniek’ en ‘onvervangbaar’ elke beheerseenheid is, als eenmaal gereorganiseerd moet worden. Natuurlijk zit daar politiek achter maar daar wordt de medewerker nauwelijks veel wijzer van, zo blijkt onder meer bij het OTB.
Bij het het onderzoeksinstituut in het gebouw van Geodesie gaat men vooralsnog niet uit van ontslagen, meldt de directie na afloop van de bijeenkomst. Daarvoor is de verwevenheid tussen ondersteuning en primair proces is veel te hecht. De medezeggenschapscommissie echter meent dat die verwevenheid op het papier van de projectleider wel eens niet zo hecht zou kunnen zijn, en neigt daarom naar een ‘doemscenario’. De Bruin op zijn beurt is het met geen van beiden eens, en OTB-baas Primus besluit: ,,Het zijn donkere dagen, zo voor de kerst.” De algemene bezorgdheid onder het voorgelichte personeel lijkt vervat in een vraag uit het veertigkoppige publiek in de kelders bij Industrieel Ontwerpen: ,,Dus als mijn functie straks ‘nieuw’ wordt, dan staat die open voor iedereen, ook voor boventalligen van het Bureau?” De Bruin ontkent het niet. Zijn verhaal is duidelijk. (L.d.V.)
De Operatie Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD) draait op volle toeren. De man aan het roer, prof.dr.ir M. de Bruin, geeft de verschillende faculteiten tekst en uitleg over de veranderingen die op stapel staan voor het betrokken personeel. Dat schept duidelijkheid, maar ook onrust.
1 De Bruin geeft tekst en uitleg bij de faculteit Industrieel Ontwerpen (Klik voor grotere foto)
,,Na twee reorganisaties weten we dat dit een bedreiging voor ons is. Een hele grote zelfs. Ook nu weer zullen mensen voor de keus gesteld worden: ‘vrijwillig’ uitstromen, of straks ontslag.” De opmerkingen na de voorlichtingsbijeenkomst van De Bruin bij Scheikunde illustreren de onrust die heerst onder het ondersteunend en beheerspersoneel (obp).
Eén ding moet De Bruin nagegeven worden: zijn verhaal is duidelijk. Dat mag ook wel, want de geruchten zijn hardnekkig. Het sterkste indianenverhaal dat De Bruin ter ore is gekomen, spreekt van twaalfhonderd ontslagen. Onzin, zegt hij stellig. Om zulke geruchten verdere voedingsbodem te ontnemen en het personeel een eerlijk beeld te schetsen van de gang van zaken, is deze toernee op poten gezet.
Zijn verhaal kon zó uit de voorlichtingsliteratuur overgenomen zijn. Reden, doel en middelen van de modernisering komen keurig aan de orde. De onvermijdelijke overhead-sheets moeten de reorganisatieprocessen wat meer kleur geven. Toch boeit het verhaal aanvankelijk moeilijk. Nu en dan stijgt een onderdrukt gegniffel op uit de zaal; als de kleine lettertjes op de sheets achter in de zaal niet leesbaar blijken. Of als De Bruin eufemistisch opmerkt dat over de definitieve vorm van de staf van het Bureau nog ‘gediscussieerd’ wordt.
Ontslag
Het zijn steevast dezelfde opmerkingen die aanleiding geven tot commotie. Als het getal van 440 fte’s valt. De zaal spitst dan de oren en rekent hardop mee: tien procent moet weg. Of als De Bruin zegt dat uitwisseling tussen vacatures van het Bureau van de universiteit en faculteiten niet is uitgesloten. De gevolgen van de reorganisatie van het Bureau blijven ook voor de faculteiten en clusters niet uit, wordt de aanwezigen duidelijk gemaakt. Altijd is er dan gemompel.
En dan de vragen. Priemende vingers: hoe belangrijk is mijn leeftijd? Wie bepaalt of mijn functie ‘nieuw’ is? Wat gebeurt er met je als je boventallig bent? Moet je dan thuis gaan zitten wachten? Soms valt De Bruin even uit zijn voorlichtende rol. ,,Natuurlijk moeten we functies herzien. Anders bereiken we toch niks?”, spreekt de reorganisator dan streng. Maar na 15 augustus – het moment waarop alle functies opnieuw ingevuld moeten zijn – zijn er altijd nog de herplaatsingen en vrijwillige uitstroom van personeel. ,,Vrijwillig tussen aanhalingstekens”, voegt hij toe.
En inmiddels kan de TU zich ook gelukkig prijzen met een coördinator voor herplaatsingen, een mobiliteitscentrum en eeninfo-telefoon. Niemand staat er dus alleen voor. Maar we ontkomen er niet aan: de resterende boventalligen wacht uiteindelijk ‘dit’. Het gewraakte woord onderaan de sheet wordt niet hardop uitgesproken, maar slechts aangewezen met de pen: ‘Ontslag’.
Hecht
Op zijn toernee langs de faculteiten valt het De Bruin steeds weer op hoe ‘uniek’ en ‘onvervangbaar’ elke beheerseenheid is, als eenmaal gereorganiseerd moet worden. Natuurlijk zit daar politiek achter maar daar wordt de medewerker nauwelijks veel wijzer van, zo blijkt onder meer bij het OTB.
Bij het het onderzoeksinstituut in het gebouw van Geodesie gaat men vooralsnog niet uit van ontslagen, meldt de directie na afloop van de bijeenkomst. Daarvoor is de verwevenheid tussen ondersteuning en primair proces is veel te hecht. De medezeggenschapscommissie echter meent dat die verwevenheid op het papier van de projectleider wel eens niet zo hecht zou kunnen zijn, en neigt daarom naar een ‘doemscenario’. De Bruin op zijn beurt is het met geen van beiden eens, en OTB-baas Primus besluit: ,,Het zijn donkere dagen, zo voor de kerst.” De algemene bezorgdheid onder het voorgelichte personeel lijkt vervat in een vraag uit het veertigkoppige publiek in de kelders bij Industrieel Ontwerpen: ,,Dus als mijn functie straks ‘nieuw’ wordt, dan staat die open voor iedereen, ook voor boventalligen van het Bureau?” De Bruin ontkent het niet. Zijn verhaal is duidelijk. (L.d.V.)
Comments are closed.