Campus

Zwart-wit heeft iets nostalgisch

Khoi Tran en Nedzjla Olsthoorn, bouwkundestudenten, huisgenoten en – ,,ja dat weet iedereen nu toch al” – geliefden bezochten de tentoonstelling Exploding Cinema in museum Boymans van Beuningen.

/strong>

Olsthoorn: ,, De samenhang met het filmfestival zie ik niet echt. Het heeft niet zoveel met Japan te maken. En het is een heel kleinschalige tentoonstelling.”

Tran: ,,Ja, je was er eigenlijk zo doorheen. De vijf zalen heb je in een uurtje wel gezien. Per zaal kost het dus fl. 6,50 gedeeld door vijf is fl. 1,30. Maar wel voor films van tien minuten. Het waren experimentele films, grote doeken in grote ruimtes. Daardoor ervaar je een film op een andere manier. Het geluid was ook heel belangrijk.”

Olsthoorn: ,,Het was wel vervelend dat de zalen zo dicht bij elkaar zaten dat het geluid van de ene zaal in de andere doordrong. Daardoor verlies je een deel van het effect. De beelden waren wel heel mooi, vrijwel alles was zwart-wit. Dan word je niet afgeleid door de kleuren, denk ik. Je wordt bij de film gehouden.”

Tran: ,,Ja, nu je het zegt. Bijna alles was in zwart-wit… Net alsof ze geen kleur durfden te gebruiken. Dat is misschien te commercieel. Zwart-wit heeft ook wel iets nostalgisch.”

Olsthoorn: ,,In een van de zalen waren twee doeken tegenover elkaar gehangen waarop films werden gedraaid. Aan de ene kant zag je vrouwen in zwarte gewaden die de zee op gingen met een bootje; aan de andere kant mannen die door de stad liepen. Het ging over de verschillen in de islamitische wereld. De mannen maakten veel lawaai, gilden en zongen, terwijl de vrouwen heel zachte geluiden maakten, alsof ze niets mochten zeggen. Dat vond ik heel sterk.”

Tran: ,,Een andere installatie heette ‘Cradle’. Dat was een hangende lap, die heen en weer ging, waarop een hangwieg met een baby was geprojecteerd. Dat was wat kleinschaliger, maar wel heel mooi. Je kon er omheen lopen.”

Olsthoorn: ,,De films vertellen geen verhaal, ze behandelen een thema. De titel van de film omschrijft vaak alles wat er gebeurt. ‘Smoking Screen’ laat bijvoorbeeld alleen maar drie rokende kinderen zien. Het is een heel andere manier van dingen duidelijk maken, veel kunstzinniger. Sommige dingen begreep ik ook pas toen ik de uitleg had gelezen. Maar dat maakt niet uit. Doordat het je overweldigt, kan het al mooi zijn. Daarvoor hoef je het niet altijd te begrijpen.”

Tran: ,,Het is interactiever dan een gewone film. Je moet bewegen met je ogen en je hoofd. En je moet bijvoorbeeld kiezen naar welk scherm je wilt kijken. Het is geen anderhalf uur popcorn eten. Je moet je inzetten om dit te begrijpen. Een advies? Ga er niet heen als je van commerciele kunst houdt.”

,

Khoi Tran en Nedzjla Olsthoorn, bouwkundestudenten, huisgenoten en – ,,ja dat weet iedereen nu toch al” – geliefden bezochten de tentoonstelling Exploding Cinema in museum Boymans van Beuningen.

Olsthoorn: ,, De samenhang met het filmfestival zie ik niet echt. Het heeft niet zoveel met Japan te maken. En het is een heel kleinschalige tentoonstelling.”

Tran: ,,Ja, je was er eigenlijk zo doorheen. De vijf zalen heb je in een uurtje wel gezien. Per zaal kost het dus fl. 6,50 gedeeld door vijf is fl. 1,30. Maar wel voor films van tien minuten. Het waren experimentele films, grote doeken in grote ruimtes. Daardoor ervaar je een film op een andere manier. Het geluid was ook heel belangrijk.”

Olsthoorn: ,,Het was wel vervelend dat de zalen zo dicht bij elkaar zaten dat het geluid van de ene zaal in de andere doordrong. Daardoor verlies je een deel van het effect. De beelden waren wel heel mooi, vrijwel alles was zwart-wit. Dan word je niet afgeleid door de kleuren, denk ik. Je wordt bij de film gehouden.”

Tran: ,,Ja, nu je het zegt. Bijna alles was in zwart-wit… Net alsof ze geen kleur durfden te gebruiken. Dat is misschien te commercieel. Zwart-wit heeft ook wel iets nostalgisch.”

Olsthoorn: ,,In een van de zalen waren twee doeken tegenover elkaar gehangen waarop films werden gedraaid. Aan de ene kant zag je vrouwen in zwarte gewaden die de zee op gingen met een bootje; aan de andere kant mannen die door de stad liepen. Het ging over de verschillen in de islamitische wereld. De mannen maakten veel lawaai, gilden en zongen, terwijl de vrouwen heel zachte geluiden maakten, alsof ze niets mochten zeggen. Dat vond ik heel sterk.”

Tran: ,,Een andere installatie heette ‘Cradle’. Dat was een hangende lap, die heen en weer ging, waarop een hangwieg met een baby was geprojecteerd. Dat was wat kleinschaliger, maar wel heel mooi. Je kon er omheen lopen.”

Olsthoorn: ,,De films vertellen geen verhaal, ze behandelen een thema. De titel van de film omschrijft vaak alles wat er gebeurt. ‘Smoking Screen’ laat bijvoorbeeld alleen maar drie rokende kinderen zien. Het is een heel andere manier van dingen duidelijk maken, veel kunstzinniger. Sommige dingen begreep ik ook pas toen ik de uitleg had gelezen. Maar dat maakt niet uit. Doordat het je overweldigt, kan het al mooi zijn. Daarvoor hoef je het niet altijd te begrijpen.”

Tran: ,,Het is interactiever dan een gewone film. Je moet bewegen met je ogen en je hoofd. En je moet bijvoorbeeld kiezen naar welk scherm je wilt kijken. Het is geen anderhalf uur popcorn eten. Je moet je inzetten om dit te begrijpen. Een advies? Ga er niet heen als je van commerciele kunst houdt.”

Khoi Tran en Nedzjla Olsthoorn, bouwkundestudenten, huisgenoten en – ,,ja dat weet iedereen nu toch al” – geliefden bezochten de tentoonstelling Exploding Cinema in museum Boymans van Beuningen.

Olsthoorn: ,, De samenhang met het filmfestival zie ik niet echt. Het heeft niet zoveel met Japan te maken. En het is een heel kleinschalige tentoonstelling.”

Tran: ,,Ja, je was er eigenlijk zo doorheen. De vijf zalen heb je in een uurtje wel gezien. Per zaal kost het dus fl. 6,50 gedeeld door vijf is fl. 1,30. Maar wel voor films van tien minuten. Het waren experimentele films, grote doeken in grote ruimtes. Daardoor ervaar je een film op een andere manier. Het geluid was ook heel belangrijk.”

Olsthoorn: ,,Het was wel vervelend dat de zalen zo dicht bij elkaar zaten dat het geluid van de ene zaal in de andere doordrong. Daardoor verlies je een deel van het effect. De beelden waren wel heel mooi, vrijwel alles was zwart-wit. Dan word je niet afgeleid door de kleuren, denk ik. Je wordt bij de film gehouden.”

Tran: ,,Ja, nu je het zegt. Bijna alles was in zwart-wit… Net alsof ze geen kleur durfden te gebruiken. Dat is misschien te commercieel. Zwart-wit heeft ook wel iets nostalgisch.”

Olsthoorn: ,,In een van de zalen waren twee doeken tegenover elkaar gehangen waarop films werden gedraaid. Aan de ene kant zag je vrouwen in zwarte gewaden die de zee op gingen met een bootje; aan de andere kant mannen die door de stad liepen. Het ging over de verschillen in de islamitische wereld. De mannen maakten veel lawaai, gilden en zongen, terwijl de vrouwen heel zachte geluiden maakten, alsof ze niets mochten zeggen. Dat vond ik heel sterk.”

Tran: ,,Een andere installatie heette ‘Cradle’. Dat was een hangende lap, die heen en weer ging, waarop een hangwieg met een baby was geprojecteerd. Dat was wat kleinschaliger, maar wel heel mooi. Je kon er omheen lopen.”

Olsthoorn: ,,De films vertellen geen verhaal, ze behandelen een thema. De titel van de film omschrijft vaak alles wat er gebeurt. ‘Smoking Screen’ laat bijvoorbeeld alleen maar drie rokende kinderen zien. Het is een heel andere manier van dingen duidelijk maken, veel kunstzinniger. Sommige dingen begreep ik ook pas toen ik de uitleg had gelezen. Maar dat maakt niet uit. Doordat het je overweldigt, kan het al mooi zijn. Daarvoor hoef je het niet altijd te begrijpen.”

Tran: ,,Het is interactiever dan een gewone film. Je moet bewegen met je ogen en je hoofd. En je moet bijvoorbeeld kiezen naar welk scherm je wilt kijken. Het is geen anderhalf uur popcorn eten. Je moet je inzetten om dit te begrijpen. Een advies? Ga er niet heen als je van commerciele kunst houdt.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.