Campus

Carnaval, traangas en motoren.

Dit is het eerste van een aantal verhalen die Delta medewerker Gerben Passier schrijft tijdens zijn ‘wereldreis’. Volgende keer: Een IO’er die na zijn afstuderen in den vreemde is blijven hangen.

/em>

De TU wil dat steeds meer studenten een periode in het buitenland doorbrengen om een zogenaamde ‘leerervaring’ op te doen. Hoe vergaat het TU studenten op die stages en uitwisselingen? Delta medewerker Gerben Passier doet verslag van zijn stage bij de Boliviaanse luchtvaartmaatschappij LAB Airlines.

Pas half december wist ik dat ik eind januari voor een stage naar Bolivia zou gaan. Bolivia? Ik wist nog net waar het lag. Veel tijd om voor te bereiden was er niet. Wat te verwachten van een stage bij de luchtvaartmaatschappij van het armste land van Zuid-Amerika? Mijn idee was dat de technologie daar behoorlijk primitief moest zijn. Mijn stage zou een soort van ontwikkelingshulp zijn vanuit de TU. Dat leek een interessante uitdaging voor een vijfdejaars werktuigbouwer.

In Bolivia aangekomen bleek het allemaal anders. Geen primitieve technologie maar hetzelfde niveau is als hier. Helaas moest ik wel mijn oorspronkelijke idee voor een project herzien: mijn project was inmiddels al uitgevoerd. Cochabamba zelf bleek alle faciliteiten te hebben van een Europese stad, maar met een veel zonniger klimaat.

Dankzij de cocathee (zelfde grondstof als cocaïne maar verder onschuldig) had ik de hoogte van vierduizend meter van de hoofdstad La Paz overleefd. In Cochabamba kwam ik meteen het eerste weekend tussen het traangas terecht: een staking tegen het verhogen van de drinkwaterprijzen. Het carnaval dat ik enkele weken geleden mee kon maken was ook een belevenis apart. Schitterende kostuums in een lange optocht van ruim twintig uur. Maar carnaval betekent ook twee weken lang natgegooid worden met waterballonnen, supersoakers en scheerschuim. Op het werk kwamen er zelfs drie keer per dag hele emmers en hogedrukspuiten aan te pas. Even wennen, maar dan wel leuk.


1 In de onderhoudshangar van LAB Airlines. Foto: Gerben Passier
Vibratie

Na deze eerste kennismaking met Bolivia, begon ik bij de Boliviaanse luchtvaartmaatschappij in de motorenshop van de onderhoudsafdeling. Mijn oorspronkelijke stageopdracht was het verbeteren van de interface voor de motoren testbank van LAB. ,,Maar voor een stage van negen weken is dat veel te ambitieus”, vond Wilmer Balderrama, mijn begeleider bij LAB. ,,Je hebt alleen al een aantal weken nodig om kennis te maken met het bedrijf en de behoorlijk gecompliceerde technische achtergrond van een vliegtuigmotor te begrijpen.”

Daarnaast gaat het organiseren van een project niet zo snel als in Nederland. Communiceren in het Spaans blijft lastig, LAB is gericht op onderhoud, niet op onderzoek en men is niet gewend verantwoordelijkheid aan studenten te geven. José Miguel Lobo, een Boliviaanse student die zelf stage loopt, bevestigt dit: ,,Ik vind het prachtig om alleen te kijken hoe een motor uit elkaar gehaald wordt.” Dat is het ook. Zeker als het gaat om de complete heropbouw van een Fokker F-27 (jawel, Nederlandse folklore), of het onderhoud aan de gigantische motoren van een Airbus. Praktijkervaring die je niet snel ergens anders opdoet.

Toch wil ik meer: zelf iets bijdragen. Uiteindelijk is mijn opdracht ingeperkt tot het uitvoeren van trillingsmetingen aan vliegtuigmotoren in de testbank. Althans dat was het idee halverwege mijn stage. Het lijkt erop dat ik niet verder kom dan het verzamelen van informatie en uitzoeken van de mogelijkheden die deze metingen geven. Dat komt deels door het feit dat er in de zeven weken dat ik hier nu zit precies één test geweest is. Maar in negen weken kun je blijkbaar niet veel meer verwachten dan de ervaring van werken in het grootste bedrijf van Bolivia.
Studenteninspraak

Naast de technische opdracht bekijk ik ook de mogelijkheden voor verdere stages bij LAB. Deze stage is namelijk onderdeel van een sinds 1995 bestaande samenwerking tussen de TU en de universiteit San Simon in Cochabamba voor de verbetering van de elektrotechnische opleiding daar. Een van de subdoelstellingen van dit door het CICATgecoördineerde project, is om de samenwerking tussen universiteit en locale industrie te verbeteren. ,,Het de bedoeling om in de toekomst meer studenten stage te laten lopen bij LAB Airlines”, vertelt Egbert Bol, lange termijn expert en toekomstig coördinator op de TU voor het elektroproject in Cochabamba. ,,Als de Nuffic, de organisatie die het project namens de Nederlandse overheid financiert, binnenkort de tweede fase goedkeurt, kunnen we nog vier jaar door met dit project”, zegt hij hoopvol. Dat is ook nodig want veranderingen gaan langzaam aan de universiteit. Dat komt onder andere doordat de studenten hier enorme invloed hebben. Bol: ,,Als studenten een vak te moeilijk vinden, heb je kans dat ze voor het volgende semester de docent wegstemmen in hun opleidingsraad”. Veranderingen duren daardoor vaak lang. Deze terughoudendheid voor veranderingen is waarschijnlijk het meest typerende voor Bolivia.

Dit is het eerste van een aantal verhalen die Delta medewerker Gerben Passier schrijft tijdens zijn ‘wereldreis’. Volgende keer: Een IO’er die na zijn afstuderen in den vreemde is blijven hangen.

De TU wil dat steeds meer studenten een periode in het buitenland doorbrengen om een zogenaamde ‘leerervaring’ op te doen. Hoe vergaat het TU studenten op die stages en uitwisselingen? Delta medewerker Gerben Passier doet verslag van zijn stage bij de Boliviaanse luchtvaartmaatschappij LAB Airlines.

Pas half december wist ik dat ik eind januari voor een stage naar Bolivia zou gaan. Bolivia? Ik wist nog net waar het lag. Veel tijd om voor te bereiden was er niet. Wat te verwachten van een stage bij de luchtvaartmaatschappij van het armste land van Zuid-Amerika? Mijn idee was dat de technologie daar behoorlijk primitief moest zijn. Mijn stage zou een soort van ontwikkelingshulp zijn vanuit de TU. Dat leek een interessante uitdaging voor een vijfdejaars werktuigbouwer.

In Bolivia aangekomen bleek het allemaal anders. Geen primitieve technologie maar hetzelfde niveau is als hier. Helaas moest ik wel mijn oorspronkelijke idee voor een project herzien: mijn project was inmiddels al uitgevoerd. Cochabamba zelf bleek alle faciliteiten te hebben van een Europese stad, maar met een veel zonniger klimaat.

Dankzij de cocathee (zelfde grondstof als cocaïne maar verder onschuldig) had ik de hoogte van vierduizend meter van de hoofdstad La Paz overleefd. In Cochabamba kwam ik meteen het eerste weekend tussen het traangas terecht: een staking tegen het verhogen van de drinkwaterprijzen. Het carnaval dat ik enkele weken geleden mee kon maken was ook een belevenis apart. Schitterende kostuums in een lange optocht van ruim twintig uur. Maar carnaval betekent ook twee weken lang natgegooid worden met waterballonnen, supersoakers en scheerschuim. Op het werk kwamen er zelfs drie keer per dag hele emmers en hogedrukspuiten aan te pas. Even wennen, maar dan wel leuk.


1 In de onderhoudshangar van LAB Airlines. Foto: Gerben Passier
Vibratie

Na deze eerste kennismaking met Bolivia, begon ik bij de Boliviaanse luchtvaartmaatschappij in de motorenshop van de onderhoudsafdeling. Mijn oorspronkelijke stageopdracht was het verbeteren van de interface voor de motoren testbank van LAB. ,,Maar voor een stage van negen weken is dat veel te ambitieus”, vond Wilmer Balderrama, mijn begeleider bij LAB. ,,Je hebt alleen al een aantal weken nodig om kennis te maken met het bedrijf en de behoorlijk gecompliceerde technische achtergrond van een vliegtuigmotor te begrijpen.”

Daarnaast gaat het organiseren van een project niet zo snel als in Nederland. Communiceren in het Spaans blijft lastig, LAB is gericht op onderhoud, niet op onderzoek en men is niet gewend verantwoordelijkheid aan studenten te geven. José Miguel Lobo, een Boliviaanse student die zelf stage loopt, bevestigt dit: ,,Ik vind het prachtig om alleen te kijken hoe een motor uit elkaar gehaald wordt.” Dat is het ook. Zeker als het gaat om de complete heropbouw van een Fokker F-27 (jawel, Nederlandse folklore), of het onderhoud aan de gigantische motoren van een Airbus. Praktijkervaring die je niet snel ergens anders opdoet.

Toch wil ik meer: zelf iets bijdragen. Uiteindelijk is mijn opdracht ingeperkt tot het uitvoeren van trillingsmetingen aan vliegtuigmotoren in de testbank. Althans dat was het idee halverwege mijn stage. Het lijkt erop dat ik niet verder kom dan het verzamelen van informatie en uitzoeken van de mogelijkheden die deze metingen geven. Dat komt deels door het feit dat er in de zeven weken dat ik hier nu zit precies één test geweest is. Maar in negen weken kun je blijkbaar niet veel meer verwachten dan de ervaring van werken in het grootste bedrijf van Bolivia.
Studenteninspraak

Naast de technische opdracht bekijk ik ook de mogelijkheden voor verdere stages bij LAB. Deze stage is namelijk onderdeel van een sinds 1995 bestaande samenwerking tussen de TU en de universiteit San Simon in Cochabamba voor de verbetering van de elektrotechnische opleiding daar. Een van de subdoelstellingen van dit door het CICATgecoördineerde project, is om de samenwerking tussen universiteit en locale industrie te verbeteren. ,,Het de bedoeling om in de toekomst meer studenten stage te laten lopen bij LAB Airlines”, vertelt Egbert Bol, lange termijn expert en toekomstig coördinator op de TU voor het elektroproject in Cochabamba. ,,Als de Nuffic, de organisatie die het project namens de Nederlandse overheid financiert, binnenkort de tweede fase goedkeurt, kunnen we nog vier jaar door met dit project”, zegt hij hoopvol. Dat is ook nodig want veranderingen gaan langzaam aan de universiteit. Dat komt onder andere doordat de studenten hier enorme invloed hebben. Bol: ,,Als studenten een vak te moeilijk vinden, heb je kans dat ze voor het volgende semester de docent wegstemmen in hun opleidingsraad”. Veranderingen duren daardoor vaak lang. Deze terughoudendheid voor veranderingen is waarschijnlijk het meest typerende voor Bolivia.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.