Onderwijs

Cees Dekker voor beginners

Komen er straks nanorobotjes, die zich in onze bloedbanen wringen en daar heel nare dingen doen? Het is maar één populair doemscenario dat Cees Dekker ter sprake bracht bij de minister van onderwijs in de Haagse Hoftoren.

Op vijftien-hoog bij het ministerie van Onderwijs hield de Delftse nano-icoon maandag voor minister Maria van der Hoeven en beleidsmakers de derde Hoftorenlezing over de voors en tegens van nano. Dekker hoopt tijdig sciencefiction-scenario’s bij deze alfa’s te elimineren.

Want hoewel nanotechnologie nog in de peuterschoenen staat komen de eerste bezwaren al naar boven borrelen. Het Haagse Rathenau Instituut bracht deze onder het publiek levende tegens twee maanden geleden al bij elkaar in een schets van nanotechnologie, getiteld ‘Om het kleine te waarderen’. Het boekje leverde deze middag de munitie voor de discussie.

Nanomaterialen zouden volgens ‘milieumensen’ het asbest van de toekomst kunnen worden, zo meldt het Rathenau Instituut. Er bestaat zelfs vrees voor de ontwikkeling van cybersoldaten en de zogeheten Grey Goo, waarbij de eerdergenoemde enge nanorobotjes als een menselijk gefabriceerd virus het lichaam overnemen.

Minister Van der Hoeven opent de lezing, wijsheid puttend uit het nanoboekje. “Ik heb gehoord dat nanotechnologie zeer interessante medische toepassingen kan opleveren, zoals het precies bij een tumor afleveren van de juiste hoeveelheid geneesmiddelen. Daarvan ben ik zeer onder de indruk. Maar ook dat er risico’s aan zitten zoals Greenpeace, en Lucas Reijnders van Natuur en Milieu onlangs aangaven in een artikel in de Volkskrant.”

Aan Dekker dus de taak om met veel plaatjes aan de minister duidelijk te maken waarom nanotechnologie belangrijk is, en waarom angst onterecht is. Nano is nu nog een speerpunt van het ministerie, goed voor een injectie van 25 miljoen euro overheidsgeld. De handen die zijn geldkraan bedienen moet hij dus een applaus ontlokken, een taak waarvoor Dekker geslepen lijkt.

Minister Van der Hoeven wordt een kreet van bewondering ontlokt met nog meer mooie medische toepassingen. Ook lijkt Dekker niet vies van een beetje sciencefiction door te verwijzen naar de ambient technology, waarbij een huiskamer reageert op de stemming van zijn inwoner door mee te kleuren. Nog meer oeh’s en aah’s.

Dan de kritische noot die gekraakt moet worden. “Geen enkele technische mogelijkheid is zonder gevaar”, vervolgt Dekker. Verwijzend naar de nanorobots ‘die in de bloedbaan allemaal vreselijke dingen doen’ waarschuwt hij dat mensen zich niet door sciencefiction moeten laten leiden. “Wetenschappelijk gezien is dat flauwekul, en ik heb geen enkele redelijke grond om aan te nemen dat dergelijke toepassingen ooit mogelijk zijn.”

Ander punt zijn de bezwaren van de milieubeweging, zoals deze door het Rathenau Instituut in een tabel zijn ondergebracht. “Greenpeace heeft een opvallend genuanceerd rapport uitgebracht, waarin zij pleiten voor het in kaart brengen van de milieu-effecten van nanodeeltjes. Ik zie persoonlijk geen noodzaak om apart voor nano nieuwe wetgeving in het leven te roepen. Rond bestaande techniek is al genoeg regelgeving die met risico’s rekening houdt.”

Dan het moment waarop Dekker heeft gewacht. “Ik kan het niet nalaten, te vragen naar de prioriteiten van de politiek met de minister erbij”, besluit hij zijn lezing. De Spinozapremie-winnaar vraagt de minister om wetenschappers niet te overladen met administratie. Hij uit zijn wantrouwen over Big Science-projecten die individueel talent in de schaduw zetten en betwijfelt het concrete nut van het Innovatieplatform van het ministerie.

Een duidelijk antwoord wordt Dekker onthouden. Verhoeven reageert lachend op zijn aantijging over het ondersneeuwen van talent met de opmerking dat ‘jullie Spinozisten daar ook altijd jullie mening over willen laten horen’, waarna ze het zaaldebat opent.

Een bestuurder van Philips vraagt zich af of in het verleden sciencefiction niet al vaak werkelijkheid is geworden. “Hoe snel is het dan mogelijk voor je met nanotechnologie een virus kunt ontwerpen?”

Een vertegenwoordiger uit de milieuhoek vraagt zich af of de wetgeving wel streng genoeg is, en ze uit haar angst voor massavernietigingswapens met nanotechnologie. Dekker blijft onverbiddelijk bij zijn standpunt: “Het is nu nog koffiedikkijken met wat je op basis van nanotechnologie kunt ontwerpen, dus heeft het ook nog geen zin nu al aan de wet te sleutelen.”

Wel heeft hij de hoop dat het debat rond nano niet dezelfde kant op gaat als eerder bij biotechnologie. “Dat is een schrikbeeld voor me”, verklaart hij na de lezing. “Greenpeace verklaart nu dat angstscenario’s over nanotechnologie nog ‘spooksels’ zijn. Het is belangrijk dat we dit keer niet defensief reageren op aantijgingen. We moeten niet het beeld schetsen dat we niet willen praten met het publiek.”

Dan minister Verhoeven, zelf erg gespitst op de ethische kanten van techniek. Ook zij legt de bal voor een groot deel bij de wetenschappers zelf en niet bij het ministerie om het publieke debat over nano aan te gaan.

“Een goede wetenschapper moet ook het publiek kunnen overtuigen”, reageert ze. “Dat is een basiseigenschap, want als ze hun collega’s niet kunnen overtuigen breken ze als wetenschapper ook niet door.”

Een zenuwachtig trappelende secretaresse wijst haar intussen op de krappe agenda. Een volgende afspraak wenst zijn belangen al weer onder de aandacht te brengen, en met een uitnodiging van Dekker voor een TU-bezoek in haar tas snelt Verhoeven weg.

Cees Dekker: ‘Het heeft nog geen zin nu al aan de wet te sleutelen.’ (Foto: Sam Rentmeester)

‘Geen enkele technische mogelijkheid is zonder gevaar’

Op vijftien-hoog bij het ministerie van Onderwijs hield de Delftse nano-icoon maandag voor minister Maria van der Hoeven en beleidsmakers de derde Hoftorenlezing over de voors en tegens van nano. Dekker hoopt tijdig sciencefiction-scenario’s bij deze alfa’s te elimineren.



Want hoewel nanotechnologie nog in de peuterschoenen staat komen de eerste bezwaren al naar boven borrelen. Het Haagse Rathenau Instituut bracht deze onder het publiek levende tegens twee maanden geleden al bij elkaar in een schets van nanotechnologie, getiteld ‘Om het kleine te waarderen’. Het boekje leverde deze middag de munitie voor de discussie.



Nanomaterialen zouden volgens ‘milieumensen’ het asbest van de toekomst kunnen worden, zo meldt het Rathenau Instituut. Er bestaat zelfs vrees voor de ontwikkeling van cybersoldaten en de zogeheten Grey Goo, waarbij de eerdergenoemde enge nanorobotjes als een menselijk gefabriceerd virus het lichaam overnemen.



Minister Van der Hoeven opent de lezing, wijsheid puttend uit het nanoboekje. “Ik heb gehoord dat nanotechnologie zeer interessante medische toepassingen kan opleveren, zoals het precies bij een tumor afleveren van de juiste hoeveelheid geneesmiddelen. Daarvan ben ik zeer onder de indruk. Maar ook dat er risico’s aan zitten zoals Greenpeace, en Lucas Reijnders van Natuur en Milieu onlangs aangaven in een artikel in de Volkskrant.”



Aan Dekker dus de taak om met veel plaatjes aan de minister duidelijk te maken waarom nanotechnologie belangrijk is, en waarom angst onterecht is. Nano is nu nog een speerpunt van het ministerie, goed voor een injectie van 25 miljoen euro overheidsgeld. De handen die zijn geldkraan bedienen moet hij dus een applaus ontlokken, een taak waarvoor Dekker geslepen lijkt.



Minister Van der Hoeven wordt een kreet van bewondering ontlokt met nog meer mooie medische toepassingen. Ook lijkt Dekker niet vies van een beetje sciencefiction door te verwijzen naar de ambient technology, waarbij een huiskamer reageert op de stemming van zijn inwoner door mee te kleuren. Nog meer oeh’s en aah’s.



Dan de kritische noot die gekraakt moet worden. “Geen enkele technische mogelijkheid is zonder gevaar”, vervolgt Dekker. Verwijzend naar de nanorobots ‘die in de bloedbaan allemaal vreselijke dingen doen’ waarschuwt hij dat mensen zich niet door sciencefiction moeten laten leiden. “Wetenschappelijk gezien is dat flauwekul, en ik heb geen enkele redelijke grond om aan te nemen dat dergelijke toepassingen ooit mogelijk zijn.”



Ander punt zijn de bezwaren van de milieubeweging, zoals deze door het Rathenau Instituut in een tabel zijn ondergebracht. “Greenpeace heeft een opvallend genuanceerd rapport uitgebracht, waarin zij pleiten voor het in kaart brengen van de milieu-effecten van nanodeeltjes. Ik zie persoonlijk geen noodzaak om apart voor nano nieuwe wetgeving in het leven te roepen. Rond bestaande techniek is al genoeg regelgeving die met risico’s rekening houdt.”



Dan het moment waarop Dekker heeft gewacht. “Ik kan het niet nalaten, te vragen naar de prioriteiten van de politiek met de minister erbij”, besluit hij zijn lezing. De Spinozapremie-winnaar vraagt de minister om wetenschappers niet te overladen met administratie. Hij uit zijn wantrouwen over Big Science-projecten die individueel talent in de schaduw zetten en betwijfelt het concrete nut van het Innovatieplatform van het ministerie.



Een duidelijk antwoord wordt Dekker onthouden. Verhoeven reageert lachend op zijn aantijging over het ondersneeuwen van talent met de opmerking dat ‘jullie Spinozisten daar ook altijd jullie mening over willen laten horen’, waarna ze het zaaldebat opent.



Een bestuurder van Philips vraagt zich af of in het verleden sciencefiction niet al vaak werkelijkheid is geworden. “Hoe snel is het dan mogelijk voor je met nanotechnologie een virus kunt ontwerpen?”



Een vertegenwoordiger uit de milieuhoek vraagt zich af of de wetgeving wel streng genoeg is, en ze uit haar angst voor massavernietigingswapens met nanotechnologie. Dekker blijft onverbiddelijk bij zijn standpunt: “Het is nu nog koffiedikkijken met wat je op basis van nanotechnologie kunt ontwerpen, dus heeft het ook nog geen zin nu al aan de wet te sleutelen.”



Wel heeft hij de hoop dat het debat rond nano niet dezelfde kant op gaat als eerder bij biotechnologie. “Dat is een schrikbeeld voor me”, verklaart hij na de lezing. “Greenpeace verklaart nu dat angstscenario’s over nanotechnologie nog ‘spooksels’ zijn. Het is belangrijk dat we dit keer niet defensief reageren op aantijgingen. We moeten niet het beeld schetsen dat we niet willen praten met het publiek.”



Dan minister Verhoeven, zelf erg gespitst op de ethische kanten van techniek. Ook zij legt de bal voor een groot deel bij de wetenschappers zelf en niet bij het ministerie om het publieke debat over nano aan te gaan.



“Een goede wetenschapper moet ook het publiek kunnen overtuigen”, reageert ze. “Dat is een basiseigenschap, want als ze hun collega’s niet kunnen overtuigen breken ze als wetenschapper ook niet door.”



Een zenuwachtig trappelende secretaresse wijst haar intussen op de krappe agenda. Een volgende afspraak wenst zijn belangen al weer onder de aandacht te brengen, en met een uitnodiging van Dekker voor een TU-bezoek in haar tas snelt Verhoeven weg.

 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.