De eerste twee afstudeerders bij life science & technology, Suzan Meijer en Nelleke Snelder, ontvingen dinsdagmiddag gebak en bul in het Kluyverlab.
Het gebak was voor het vijfjarig bestaan van de eerste Delfts-Leidse opleiding, bij studenten beter bekend als LST.
De ontvangen bul, die voorbeeldig binnen de officiële studietijd werd gehaald, was vooral een symbool voor zeldzame studentenijver. Die was zeker nodig om beide dames door een kersverse opleiding met kinderziektes te loodsen.
In de traditionele afstudeerspeeches werden door zowel het Delftse als het Leidse kamp de goede eigenschappen van de ander bewierookt. Het meest bont maakte de Leidse bioloog Jan Kinne het met zijn verhaal over de ‘Delfts-Leidse liefdesbaby’ en een ‘wiegje timmeren’.
Als een toershirt van een rockband droeg hij het paarse opleidingstruitje met grote opdruk ‘Life Science & Technology’. Hier sprak een duidelijke fan. Na het opvoeren van nog meer gynaecologische termen en sprookjesfiguren als goede feeën was het duidelijk: met LST was iets unieks ontstaan tussen Delft en Leiden. Inderdaad, u voelt hem al, een ‘huwelijk’ waaruit nu ook Bolkestein als baby is geboren.
Delfts bestuurslid Paul Rullmann hemelde ook de samenwerking tussen beide kampen op, maar dan met een politiek verhaal. De regio wordt belangrijk in Europa en Delft-Leiden is hiervan een goed voorbeeld. Ook kon hij het niet nalaten om door te laten schemeren dat die andere samenwerkingsoperatie, het samensmelten van de drie TU’s, niet van harte gaat. “We doen het met goede moed maar worden er niet altijd vrolijk van.”
Beide kersverse masters stonden er schuchter lachend bij. Het gestoei tussen TU’s, structuurplannen en andere beleidsvoorstellen zal hen nog een zorg zijn. Suzan vertrekt naar Kopenhagen, Nelleke solliciteert, beiden ontdekken hoe groot de wereld buiten Delft is. En ze worden, wegens bewezen ijver en slimheid waarschijnlijk, carriÈremakende wetenschapsters. Die ook eerder de top bereiken dan hun tragere 350 collega-studenten.
Als ze bij die top aankomen kunnen ze beide universiteiten een dienst bewijzen. Ze kunnen hun toekomstige maatschappelijke invloed politiek inzetten. Laat hen pleiten voor een ambitieloze onderwijsminister, laat ze het hele ambtenarenkamp bij het ministerie van onderwijs op sabattical sturen. Want eigenlijk was dit de stille boodschap van deze dag. Als universiteiten spontaan gaan samenwerken ontstaan er leuke dingen. Maar met van boven opgelegde dwingelandij vraag je om moeilijkheden. Tussen Delft en Leiden zal altijd Den Haag blijven liggen.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
De eerste twee afstudeerders bij life science & technology, Suzan Meijer en Nelleke Snelder, ontvingen dinsdagmiddag gebak en bul in het Kluyverlab. Het gebak was voor het vijfjarig bestaan van de eerste Delfts-Leidse opleiding, bij studenten beter bekend als LST.
De ontvangen bul, die voorbeeldig binnen de officiële studietijd werd gehaald, was vooral een symbool voor zeldzame studentenijver. Die was zeker nodig om beide dames door een kersverse opleiding met kinderziektes te loodsen.
In de traditionele afstudeerspeeches werden door zowel het Delftse als het Leidse kamp de goede eigenschappen van de ander bewierookt. Het meest bont maakte de Leidse bioloog Jan Kinne het met zijn verhaal over de ‘Delfts-Leidse liefdesbaby’ en een ‘wiegje timmeren’.
Als een toershirt van een rockband droeg hij het paarse opleidingstruitje met grote opdruk ‘Life Science & Technology’. Hier sprak een duidelijke fan. Na het opvoeren van nog meer gynaecologische termen en sprookjesfiguren als goede feeën was het duidelijk: met LST was iets unieks ontstaan tussen Delft en Leiden. Inderdaad, u voelt hem al, een ‘huwelijk’ waaruit nu ook Bolkestein als baby is geboren.
Delfts bestuurslid Paul Rullmann hemelde ook de samenwerking tussen beide kampen op, maar dan met een politiek verhaal. De regio wordt belangrijk in Europa en Delft-Leiden is hiervan een goed voorbeeld. Ook kon hij het niet nalaten om door te laten schemeren dat die andere samenwerkingsoperatie, het samensmelten van de drie TU’s, niet van harte gaat. “We doen het met goede moed maar worden er niet altijd vrolijk van.”
Beide kersverse masters stonden er schuchter lachend bij. Het gestoei tussen TU’s, structuurplannen en andere beleidsvoorstellen zal hen nog een zorg zijn. Suzan vertrekt naar Kopenhagen, Nelleke solliciteert, beiden ontdekken hoe groot de wereld buiten Delft is. En ze worden, wegens bewezen ijver en slimheid waarschijnlijk, carriÈremakende wetenschapsters. Die ook eerder de top bereiken dan hun tragere 350 collega-studenten.
Als ze bij die top aankomen kunnen ze beide universiteiten een dienst bewijzen. Ze kunnen hun toekomstige maatschappelijke invloed politiek inzetten. Laat hen pleiten voor een ambitieloze onderwijsminister, laat ze het hele ambtenarenkamp bij het ministerie van onderwijs op sabattical sturen. Want eigenlijk was dit de stille boodschap van deze dag. Als universiteiten spontaan gaan samenwerken ontstaan er leuke dingen. Maar met van boven opgelegde dwingelandij vraag je om moeilijkheden. Tussen Delft en Leiden zal altijd Den Haag blijven liggen.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.