De drie universitaire opleidingen elektrotechniek zijn van een internationaal hoog niveau, staat in het visitatierapport dat de visitatie-instelling Qanu deze week publiceerde.
De drie technische universiteiten moeten wel op het rendement van de opleidingen letten, en de beperkte instroom is zorgwekkend.
De totale instroom daalde sinds 1987 van ruim 900 naar 335 eerstejaars in 2001. Deze tanende belangstelling is volgens de keurmeesters uiteindelijk een gevaar voor de continuïteit van de opleidingen, maar tegelijkertijd wordt naar tevredenheid geconstateerd dat de werving voor masterstudenten in het buitenland steeds beter verloopt.
Overigens is de commissie beter te spreken over de instroom van studenten in Eindhoven en Twente dan in Delft. De keurmeesters vinden dat Delft er te makkelijk van uit gaat dat de aansluiting van vwo naar elektrotechniek uitstekend is, terwijl er gezien de wiskundige bagage van de huidige scholier nog wel eens wat aan te merken is.
Over het niveau van de opleidingen elektrotechniek heeft de commissie op een enkele kanttekening na niets dan lof. Opbouw en leeromgeving zijn in Delft, Twente en Eindhoven ruim voldoende tot goed, net als de aanwezige faciliteiten en de externe contacten. Ook de kwaliteit van de afgestudeerden is dik in orde.
Qua internationalisering doen de drie TU’s het goed, maar hier blijft Eindhoven enigszins achter bij de andere twee. De commissie heeft het idee dat de internationale studentenmarkt nog geen speerpunt is van de instelling. In Twente en Delft is dat wel het geval.
Kritisch is de commissie over het studierendement van de opleidingen. Na zes jaar is nog niet de helft van de studenten afgestudeerd. Delft doet het wat dat betreft met bijna 48 procent het beste, Eindhoven volgt met een rendement van 46 procent op de voet. Twente sluit de rij met een rendement van 38 procent. (HOP)
De drie technische universiteiten moeten wel op het rendement van de opleidingen letten, en de beperkte instroom is zorgwekkend.
De totale instroom daalde sinds 1987 van ruim 900 naar 335 eerstejaars in 2001. Deze tanende belangstelling is volgens de keurmeesters uiteindelijk een gevaar voor de continuïteit van de opleidingen, maar tegelijkertijd wordt naar tevredenheid geconstateerd dat de werving voor masterstudenten in het buitenland steeds beter verloopt.
Overigens is de commissie beter te spreken over de instroom van studenten in Eindhoven en Twente dan in Delft. De keurmeesters vinden dat Delft er te makkelijk van uit gaat dat de aansluiting van vwo naar elektrotechniek uitstekend is, terwijl er gezien de wiskundige bagage van de huidige scholier nog wel eens wat aan te merken is.
Over het niveau van de opleidingen elektrotechniek heeft de commissie op een enkele kanttekening na niets dan lof. Opbouw en leeromgeving zijn in Delft, Twente en Eindhoven ruim voldoende tot goed, net als de aanwezige faciliteiten en de externe contacten. Ook de kwaliteit van de afgestudeerden is dik in orde.
Qua internationalisering doen de drie TU’s het goed, maar hier blijft Eindhoven enigszins achter bij de andere twee. De commissie heeft het idee dat de internationale studentenmarkt nog geen speerpunt is van de instelling. In Twente en Delft is dat wel het geval.
Kritisch is de commissie over het studierendement van de opleidingen. Na zes jaar is nog niet de helft van de studenten afgestudeerd. Delft doet het wat dat betreft met bijna 48 procent het beste, Eindhoven volgt met een rendement van 46 procent op de voet. Twente sluit de rij met een rendement van 38 procent. (HOP)
Comments are closed.