Onderwijs

Zonder diesdebat geen deining

“Zonder rel geen debat”, sprak Frits Bolkestein ooit. Rector magnificus prof.dr.ir. Jacob Fokkema zal instemmend hebben geknikt – om vervolgens licht bedroefd te kijken.

“Er is veel te weinig intellectueel debat op de universiteit”, vindt hij.

Fokkema steekt dan ook de handen uit de mouwen, deze donderdag 20 januari, tijdens een door VSSD en Studium Generale georganiseerd debat naar aanleiding van de dies. In zijn diesrede bracht Fokkema twee scherpe stellingen naar voren om de discussie nieuw leven in te blazen.

“Het spijt me, dames en heren politici, maar innovaties zijn niet op bestelling verkrijgbaar”, verontschuldigt hij zich nu in zijn eerste stelling. Ondernemer en ingenieur Bart Ronteltap schudt zijn hoofd. “Ondernemers moeten wetenschappers juist prikkelen. Wetenschappers moeten hun kennis delen. Daar betalen we voor.” Hij kijkt rond in de zaal. “Wie wil een eigen bedrijf beginnen?” Vingers gaan de lucht in. “Ongeveer tien procent”, telt debatleider Peter van der Geer. Maar Ronteltap telt veertig procent. Enthousiast: “Tien procent boven het landelijk gemiddelde.” Fokkema blijft sceptisch: “We willen geen ingenieursbedrijf worden!”

Het publiek twijfelt over de stelling en stommelt heen en weer tussen de ‘ja’-, ‘nee’- en ‘?’-borden, die de organisatie heeft neergezet. Na Ronteltaps opmerking gaan twee mensen naar bordje ‘nee’. Het helpt Ronteltap niet: de uiteindelijke winnaar is Fokkema. “Ik wil graag die studentnummers hebben”, grapt Fokkema.

Bij de tweede stelling, ‘Ingenieurs weten meer van cultuur dan alfa’s van techniek’, zitten slechts zes van de vijftig mensen in het ‘nee’-vak. “De uitdaging is om die mensen ook over te halen”, zegt Fokkema zelfverzekerd.

Volgens vertaler en essayist Piet Meeuse komt de stelling voort uit een minderwaardigheidscomplex, waar alfa’s beduidend minder last van hebben dan bÈta’s. “Het lijkt wel alsof iemand heeft beweerd dat jullie cultuurbarbaren zijn.” Het grote verschil volgens Ronteltap: bÈta’s denken ‘analytisch’, alfa’s ‘emotioneel’. Het blijkt kennis uit de praktijk: “Mijn vrouw denkt emotioneel. Daarom moeten we meer praten…” Van der Geer onderbreekt: “U en uw vrouw?” Het publiek lacht. Ronteltap loopt rood aan.

Alfa’s en bÈta’s moeten meer samenwerken, daar lijkt iedereen het over eens. “Met dat standpunt zijn we terug in de polder”, zegt Van der Geer teleurgesteld. Maar dan neemt de discussie een interessante wending. “Een alfa kan techniek gebruiken”, zegt Meeuse. “Ik kan op een computer werken, daarvoor hoef ik niet te weten welk schroefje waar zit.” “Maar daarmee heb je geen kennis van de techniek”, zegt oud-diplomaat dr. Martin Hinoul. “Voor alfa’s is dat een mission impossible. Elke tien jaar verdubbelt de kennis over techniek. Maar alfa’s discussiëren wel over bÈtaonderwerpen . zoals dna en klonen. Daardoor vulgariseren ze het debat.” Uit het publiek roept iemand dat bÈta’s tekststructuren niet begrijpen. Fokkema wil niet aan dat scepticisme: “Het gaat om de toepassing.”

Daarmee eindigt het eerste diesdebat toch nog levendig, zoals Fokkema het graag wil zien op zijn universiteit. Zonder debat geen deining.

Robert Visscher

“Zonder rel geen debat”, sprak Frits Bolkestein ooit. Rector magnificus prof.dr.ir. Jacob Fokkema zal instemmend hebben geknikt – om vervolgens licht bedroefd te kijken. “Er is veel te weinig intellectueel debat op de universiteit”, vindt hij.

Fokkema steekt dan ook de handen uit de mouwen, deze donderdag 20 januari, tijdens een door VSSD en Studium Generale georganiseerd debat naar aanleiding van de dies. In zijn diesrede bracht Fokkema twee scherpe stellingen naar voren om de discussie nieuw leven in te blazen.

“Het spijt me, dames en heren politici, maar innovaties zijn niet op bestelling verkrijgbaar”, verontschuldigt hij zich nu in zijn eerste stelling. Ondernemer en ingenieur Bart Ronteltap schudt zijn hoofd. “Ondernemers moeten wetenschappers juist prikkelen. Wetenschappers moeten hun kennis delen. Daar betalen we voor.” Hij kijkt rond in de zaal. “Wie wil een eigen bedrijf beginnen?” Vingers gaan de lucht in. “Ongeveer tien procent”, telt debatleider Peter van der Geer. Maar Ronteltap telt veertig procent. Enthousiast: “Tien procent boven het landelijk gemiddelde.” Fokkema blijft sceptisch: “We willen geen ingenieursbedrijf worden!”

Het publiek twijfelt over de stelling en stommelt heen en weer tussen de ‘ja’-, ‘nee’- en ‘?’-borden, die de organisatie heeft neergezet. Na Ronteltaps opmerking gaan twee mensen naar bordje ‘nee’. Het helpt Ronteltap niet: de uiteindelijke winnaar is Fokkema. “Ik wil graag die studentnummers hebben”, grapt Fokkema.

Bij de tweede stelling, ‘Ingenieurs weten meer van cultuur dan alfa’s van techniek’, zitten slechts zes van de vijftig mensen in het ‘nee’-vak. “De uitdaging is om die mensen ook over te halen”, zegt Fokkema zelfverzekerd.

Volgens vertaler en essayist Piet Meeuse komt de stelling voort uit een minderwaardigheidscomplex, waar alfa’s beduidend minder last van hebben dan bÈta’s. “Het lijkt wel alsof iemand heeft beweerd dat jullie cultuurbarbaren zijn.” Het grote verschil volgens Ronteltap: bÈta’s denken ‘analytisch’, alfa’s ‘emotioneel’. Het blijkt kennis uit de praktijk: “Mijn vrouw denkt emotioneel. Daarom moeten we meer praten…” Van der Geer onderbreekt: “U en uw vrouw?” Het publiek lacht. Ronteltap loopt rood aan.

Alfa’s en bÈta’s moeten meer samenwerken, daar lijkt iedereen het over eens. “Met dat standpunt zijn we terug in de polder”, zegt Van der Geer teleurgesteld. Maar dan neemt de discussie een interessante wending. “Een alfa kan techniek gebruiken”, zegt Meeuse. “Ik kan op een computer werken, daarvoor hoef ik niet te weten welk schroefje waar zit.” “Maar daarmee heb je geen kennis van de techniek”, zegt oud-diplomaat dr. Martin Hinoul. “Voor alfa’s is dat een mission impossible. Elke tien jaar verdubbelt de kennis over techniek. Maar alfa’s discussiëren wel over bÈtaonderwerpen . zoals dna en klonen. Daardoor vulgariseren ze het debat.” Uit het publiek roept iemand dat bÈta’s tekststructuren niet begrijpen. Fokkema wil niet aan dat scepticisme: “Het gaat om de toepassing.”

Daarmee eindigt het eerste diesdebat toch nog levendig, zoals Fokkema het graag wil zien op zijn universiteit. Zonder debat geen deining.

Robert Visscher

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.