TU-colleges saai? Stan en Sander sluipen binnen en doen verslag. Onaangekondigd, onbevangen, ongefundeerd.”Weten jullie zeker dat jullie bij het goede college zijn?” vraagt een gezette man met een blauw-wit gestreept overhemd ons bij binnenkomst.
Achterover leunend tegen een fel groen presentatiemeubel kijkt hij ons met een cynische glimlach aan. “Ja hoor”, antwoorden we nonchalant, maar ondertussen slaat de twijfel toe. De enige reden dat we hier zijn, is dat het college zo goed klonk. ‘Spacecraft structures‘, zo dachten wij, is vast een soort cursus ‘hoe bouw ik een raket’.
Maar al bij de introductiesheet legt ir. J.J.Wijker de ware aard van het luchtvaart- en ruimtevaarttechniekcollege bloot. ‘Finite Element Analysis with applications in Spacecraft Structures‘, prijkt in vette letters op de achterwand en al onze hoop op plaatjes van ruimteschepen vervliegt. De rest van de ruim twintig aanwezigen weet kennelijk beter wat hen te wachten staat. Onderuitgezakt en met koffie binnen handbereik kijken ze apathisch voor zich uit. Midden in het zaaltje sukkelt al snel iemand in slaap, en achterin zit een snordrager verveeld om zich heen te kijken.
De heer Wijker straalt niet veel meer bevlogenheid uit. Saaie stof moet blijkbaar saai gebracht worden. Op zijn dooie akkertje legt hij sheet na sheet op de overhead. Zonder uitzondering heeft hij ze volgetypt met regels tekst. We leren handige tips over het toepassen van de eindige-elementenmethode bij raketlanceringen. Af en toe stopt Wijker midden in een zin zijn uitleg, en beklimt het podium om een term of formule op het krijtbord te verduidelijken. Er verschijnt dan een amoebevormig ruimteschip op het bord, dat langzaam weer verdwijnt onder rekenformules en mysterieuze krachtenlijntjes. Zijn “Is this clear?” aan het eind van elke uitleg blijft steevast onbeantwoord.
En dan, eindelijk, verschijnen de eerste plaatjes. Verrukt kijken we op. In eerste instantie lijken het de gewenste ruimteraketten, maar bij nader inzien blijken het visualisaties van complexe rekenmodellen. Desondanks lijkt ook Wijker zelf een beetje op te leven. Verlekkerd vertelt hij over de raketten waaraan hij mee mocht rekenen. De Vega-launcher, de Cone-express en de Sloshsat passeren de revue. Met weemoed neemt Wijker de zaal nog even mee terug naar enkele dagen geleden, toen de Ariane 5 de ruimte ingeschoten werd. “Yes. That was a good launch.“
Tijdens de korte pauze onstaat er een stormloop op de koffieautomaat, en dus wijken we uit naar het restaurant. Even geen g-krachten, computerberekeningen of ruimtereizen. Maar al bij de ingang worden we begroet door een kartonnen kosmonaut die veel te vrolijk lacht. Met de koffie nog in de hand vluchten we snel het zaaltje weer in, waar Wijker gestaag door de inhoud van het college heen werkt. Net zo murw geslagen als de rest zitten we het tweede uurtje uit.
Stan en Sander
(Foto: Stan en Sander)
TU-colleges saai? Stan en Sander sluipen binnen en doen verslag. Onaangekondigd, onbevangen, ongefundeerd.
“Weten jullie zeker dat jullie bij het goede college zijn?” vraagt een gezette man met een blauw-wit gestreept overhemd ons bij binnenkomst. Achterover leunend tegen een fel groen presentatiemeubel kijkt hij ons met een cynische glimlach aan. “Ja hoor”, antwoorden we nonchalant, maar ondertussen slaat de twijfel toe. De enige reden dat we hier zijn, is dat het college zo goed klonk. ‘Spacecraft structures‘, zo dachten wij, is vast een soort cursus ‘hoe bouw ik een raket’.
Maar al bij de introductiesheet legt ir. J.J.Wijker de ware aard van het luchtvaart- en ruimtevaarttechniekcollege bloot. ‘Finite Element Analysis with applications in Spacecraft Structures‘, prijkt in vette letters op de achterwand en al onze hoop op plaatjes van ruimteschepen vervliegt. De rest van de ruim twintig aanwezigen weet kennelijk beter wat hen te wachten staat. Onderuitgezakt en met koffie binnen handbereik kijken ze apathisch voor zich uit. Midden in het zaaltje sukkelt al snel iemand in slaap, en achterin zit een snordrager verveeld om zich heen te kijken.
De heer Wijker straalt niet veel meer bevlogenheid uit. Saaie stof moet blijkbaar saai gebracht worden. Op zijn dooie akkertje legt hij sheet na sheet op de overhead. Zonder uitzondering heeft hij ze volgetypt met regels tekst. We leren handige tips over het toepassen van de eindige-elementenmethode bij raketlanceringen. Af en toe stopt Wijker midden in een zin zijn uitleg, en beklimt het podium om een term of formule op het krijtbord te verduidelijken. Er verschijnt dan een amoebevormig ruimteschip op het bord, dat langzaam weer verdwijnt onder rekenformules en mysterieuze krachtenlijntjes. Zijn “Is this clear?” aan het eind van elke uitleg blijft steevast onbeantwoord.
En dan, eindelijk, verschijnen de eerste plaatjes. Verrukt kijken we op. In eerste instantie lijken het de gewenste ruimteraketten, maar bij nader inzien blijken het visualisaties van complexe rekenmodellen. Desondanks lijkt ook Wijker zelf een beetje op te leven. Verlekkerd vertelt hij over de raketten waaraan hij mee mocht rekenen. De Vega-launcher, de Cone-express en de Sloshsat passeren de revue. Met weemoed neemt Wijker de zaal nog even mee terug naar enkele dagen geleden, toen de Ariane 5 de ruimte ingeschoten werd. “Yes. That was a good launch.“
Tijdens de korte pauze onstaat er een stormloop op de koffieautomaat, en dus wijken we uit naar het restaurant. Even geen g-krachten, computerberekeningen of ruimtereizen. Maar al bij de ingang worden we begroet door een kartonnen kosmonaut die veel te vrolijk lacht. Met de koffie nog in de hand vluchten we snel het zaaltje weer in, waar Wijker gestaag door de inhoud van het college heen werkt. Net zo murw geslagen als de rest zitten we het tweede uurtje uit.
Stan en Sander
(Foto: Stan en Sander)
Comments are closed.