Onderwijs

Oud-bouko bekent kleur

Van een studie bouwkunde begin jaren zeventig naar een baan als creatief therapeut en experimenteel keramist. Clara Frogers carriÈre is alles behalve voorspelbaar verlopen.

Inmiddels werkt ze dertig jaar beeldend kunstenaar, architect, docent en kleurexpert en is ze in Antwerpen een bekende hoedenontwerper.

In een voormalig gymzaaltje tussen twee basisscholen in het Rotterdamse Hillegersberg ligt haar nieuwe atelier. De touwen hangen nog in de rails aan het plafond, maar de grond is bezaaid met een wilde mix van krukjes, verfpotten en allerhande gereedschappen. “Ik ben een klein, druk baasje”, zegt Froger, terwijl ze plaatsneemt voor een selectie zelfgemaakte schilderijen.

Na de Academie voor Beeldende Kunsten in Breda, waar ze zowel de opleiding plastische en ceramische vormgeving als grafische vormgeving voltooide, studeerde ze vier jaar aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Ze was er de enige vrouw en bovendien ingeschreven als toehoorder, want de avondopleiding was destijds alleen voor mensen die overdag op architectenbureaus werken. “Het waren hts’ers die losgeschud werden”, zegt ze met een glimlach. “Het was vreselijk filosofisch, maar ja, het was ook eind jaren zestig. We waren verbolgen dat we niet genoeg leerden en wilden meer.”

Om persoonlijke redenen besloot ze na vier jaar verder te gaan in Delft. “Dat was een enorm verschil”, aldus de beeldend kunstenaar. “In Amsterdam waren de jongens wat serieuzer en ouder. En in Delft begon net het geëxperimenteer met drugs, terwijl ik de kunstacademie al achter de rug had, dus dat allemaal al had gezien.”

Maar ze leerde veel in Delft, van grote namen als Bakema, Van den Berg en Van Eyck. “Bakema was verbaasd dat ik zo systematisch was, dat verwachtte hij niet van iemand die van de kunstacademie kwam. Hij heeft me geleerd systematisch te denken.” Bij Van Eyck was er juist veelal sprake van dromen: “Het was bijna meer filosoferen dan ontwerpen”, lacht Froger.

Tijdens haar studie werkte ze onder andere als creatief therapeut. “De lesbevoegdheid daarvoor had ik al op de hbs gehaald. Ik werkte op de arme-mannenafdeling, die had je toen nog. Drugsverslaafden, schizofrenen, alles liep daar door elkaar. Ik leerde ze bijvoorbeeld houtdraaien, met beitels. Dat zou nu ondenkbaar zijn.”
Papiertje

Ondanks dat ze de architectuur . het vak van haar vader – een prachtig vak vindt, studeerde ze nooit af aan de TU. Net toen ze wilde beginnen met afstuderen, kreeg ze een opdracht als extern adviseur bij de gemeente Zoetermeer, waar ze jarenlang parttime mee bezig was. Wel werkte ze met anderen samen aan hun afstudeerontwerp voor een ecologische wijk en zat ze met haar neus bovenop het afstuderen van haar man, die de eerste volkshuisvestingsingenieur van de TU was. Het ontbrekende papiertje heeft haar er nooit van weerhouden als architect te werken. Froger: “Het werd pas lastig toen het een beschermde titel werd, maar ik ken mensen genoeg die wel die titel hebben en met wie ik kan samenwerken als dat nodig is.”

Bij de gemeente Zoetermeer werkte ze als beeldend kunstenaar aan de ontwikkeling van nieuwbouwwijk Seghwaert en het stadscentrum. “Het was net na de hoogbouwperiode. Men dacht dat werken met een multidisciplinair team zou leiden tot beter te pruimen wijken, bijvoorbeeld door de bijdrage van beeldend kunstenaars”, aldus de oud-TU’er. Ze ontwierp mee aan het bestemmingsplan, later selecteerde en begeleidde ze beeldend kunstenaars die openbare kunst voor de wijk ontwierpen en verder lette ze op de planbewaking. “Ik heb toen zelf het materiaal- en kleurgebruik in het stedenbouwkundig ontwerpen mijn pakkie-an gemaakt.” Uiteindelijk kwamen alle betrokken architecten bij Froger langs om, op basis van een masterplan kleur, te overleggen over kleur- en materiaalgebruik.

Sindsdien is het geven van kleuradvies één van haar inkomstenbronnen. Ze geeft uiteenlopende workshops en seminars over kleur en kleurenleer, ontwikkelde jarenlang kleurcollecties voor onder andere baksteen, dakpannen en textiel, en maakt kleurontwerpen voor verschillende woningbouwprojecten. Zonder opdrachten zit ze nooit. “Je moet gewoon zorgen dat je je allereerste opdracht heel goed doet, dan krijg je er vanzelf twee nieuwe voor terug. En die leiden op hun beurt tot nieuwe opdrachten”, verklaart ze de sleutel tot succesvol ondernemen. “Je moet soms wel veel investeren. Dingen doen die belangrijk zijn, zonder dat je precies weet waarom. Maar uiteindelijk krijg je vanzelf spin-offs.” Ook nee kunnen zeggen is belangrijk. “Ik word wel eens gevraagd om een ‘decoratie’ voor een gebouw te verzinnen. Dan willen ze dat ik een vogel op een toren schilder ofzo, maar dat vertik ik.” Wel maakt ze kleurencomposities voor en met gebouwen. Zo heeft ze voor een twaalftal sombere jaren-zeventigflats in Ede eerst het kleurenpalet voor de gevel ontworpen en vervolgens een schildering voor op de buitenkant van de liftschacht en het trappenhuis, gebaseerd op de maten en kleuren van het gebouw.
Synesthesie

De fascinatie voor kleur is er van jongs af aan. Zelf denkt ze dat haar fascinatie deels komt doordat ze ‘kleursynestheet’ is. Synesthesie betekent letterlijk ‘samen waarnemen’. Er zijn synestheten die alle woorden met de letter A als oranje ervaren en woorden met de letter I als geel, maar ook allerlei andere combinaties van zintuiglijke ervaringen vallen onder de noemer synesthesie. Froger: “Laatst zag ik voor mijn raam een klein jongetje dat met zijn rechterhand op de grond steunde en in zijn linkerhand een auto hield. Hij tilde zijn auto op, keek ernaar en verplaatste toen plotseling zijn aandacht naar zijn rechterhand, omdat hij voelde dat er vuil onder zat. Voor mij is dat ook synesthesie.” Bij de kleurexpert zelf zijn het onder andere geluiden die beelden van kleuren oproepen. “Als ik bij de tandarts zit, heeft zijn stem een kleur en de boor ook”, legt ze uit.

Sinds 2000 doet ze samen met psycholoog Crétien van Campen wetenschappelijk onderzoek naar kleursynesthesie en geeft ze lezingen over het neurologische verschijnsel. Ook laat ze in een show, waarin ze samenwerkt met een groep improviserende musici, mensen op een ongedwongen en inspirerende manier kennismaken met synesthesie. Vooraf krijgen de muzikanten een aantal kleurstalen en alle mensen in het publiek ontvangen bij binnenkomst een uitgebreidere verzameling kleurstalen. Vervolgens vraagt Froger de musici iets te spelen op basis van een kleur, zonder het publiek te vertellen om welke kleur het gaat. Daarna moet het publiek aangeven welke kleur de muziek volgens hen heeft. “Meestal houdt tachtig procent van de mensen de juiste kleur omhoog.”

Alsof haar werkveld nog niet genoeg omvat, startte ze in 2003 met het maken van vilten hoeden, kleding en objecten, waarbij ze het vilt zelf maakt van wolvezels. “Ik noem dat altijd boetseren in kleur”, zegt Froger enthousiast. Op de internationale hoedenwedstrijd ‘Growing Hats’ in de Keukenhof won ze dat jaar zelfs de derde prijs. Inmiddels krijgt ze regelmatig verzoeken en de galerie in Antwerpen die haar hoeden verkoopt heeft al gevraagd om een zomercollectie.

Niet alleen voor hoeden, maar ook voor haar workshops, kleuradvies en woningontwerpen stromen de opdrachten doorlopend binnen. Echte plannen voor de toekomst heeft ze dan ook niet, ze gaat gewoon verder met wat ze nu doet. “Ik heb geen idee wat de toekomst voor me in petto heeft”, aldus de oud-TU’er. “Als het lukt om 120 te worden, wil ik nog Chinees en Italiaans studeren, leren componeren en het liefst ook nog een studie medicijnen doen.” Na een moment stilte vervolgt ze nuchter: “Ik wil graag doorgeven wat ik allemaal heb ontdekt. En ik zou graag wat meer de onderzoekskant op gaan, want er is nog zo veel te onderzoeken.”

Naam: Clara Froger

Leeftijd: 57 jaar

Studie: bouwkunde

Woonplaats: Rotterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd, drie dochters

Loopbaan: Werkt sinds 1969 als zelfstandig beeldend kunstenaar en heeft daarnaast haar eigen advies- en ontwerpbureau voor architectonisch en stedenbouwkundig kleuradvies. Verder geeft ze allerlei lezingen en workshops rond het thema kleur en doet ontwerpopdrachten die uiteenlopen van hoeden tot interieurs, kleurcollecties en stands voor bouwbeurzen in binnen- en buitenland.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

In een voormalig gymzaaltje tussen twee basisscholen in het Rotterdamse Hillegersberg ligt haar nieuwe atelier. De touwen hangen nog in de rails aan het plafond, maar de grond is bezaaid met een wilde mix van krukjes, verfpotten en allerhande gereedschappen. “Ik ben een klein, druk baasje”, zegt Froger, terwijl ze plaatsneemt voor een selectie zelfgemaakte schilderijen.

Na de Academie voor Beeldende Kunsten in Breda, waar ze zowel de opleiding plastische en ceramische vormgeving als grafische vormgeving voltooide, studeerde ze vier jaar aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Ze was er de enige vrouw en bovendien ingeschreven als toehoorder, want de avondopleiding was destijds alleen voor mensen die overdag op architectenbureaus werken. “Het waren hts’ers die losgeschud werden”, zegt ze met een glimlach. “Het was vreselijk filosofisch, maar ja, het was ook eind jaren zestig. We waren verbolgen dat we niet genoeg leerden en wilden meer.”

Om persoonlijke redenen besloot ze na vier jaar verder te gaan in Delft. “Dat was een enorm verschil”, aldus de beeldend kunstenaar. “In Amsterdam waren de jongens wat serieuzer en ouder. En in Delft begon net het geëxperimenteer met drugs, terwijl ik de kunstacademie al achter de rug had, dus dat allemaal al had gezien.”

Maar ze leerde veel in Delft, van grote namen als Bakema, Van den Berg en Van Eyck. “Bakema was verbaasd dat ik zo systematisch was, dat verwachtte hij niet van iemand die van de kunstacademie kwam. Hij heeft me geleerd systematisch te denken.” Bij Van Eyck was er juist veelal sprake van dromen: “Het was bijna meer filosoferen dan ontwerpen”, lacht Froger.

Tijdens haar studie werkte ze onder andere als creatief therapeut. “De lesbevoegdheid daarvoor had ik al op de hbs gehaald. Ik werkte op de arme-mannenafdeling, die had je toen nog. Drugsverslaafden, schizofrenen, alles liep daar door elkaar. Ik leerde ze bijvoorbeeld houtdraaien, met beitels. Dat zou nu ondenkbaar zijn.”
Papiertje

Ondanks dat ze de architectuur . het vak van haar vader – een prachtig vak vindt, studeerde ze nooit af aan de TU. Net toen ze wilde beginnen met afstuderen, kreeg ze een opdracht als extern adviseur bij de gemeente Zoetermeer, waar ze jarenlang parttime mee bezig was. Wel werkte ze met anderen samen aan hun afstudeerontwerp voor een ecologische wijk en zat ze met haar neus bovenop het afstuderen van haar man, die de eerste volkshuisvestingsingenieur van de TU was. Het ontbrekende papiertje heeft haar er nooit van weerhouden als architect te werken. Froger: “Het werd pas lastig toen het een beschermde titel werd, maar ik ken mensen genoeg die wel die titel hebben en met wie ik kan samenwerken als dat nodig is.”

Bij de gemeente Zoetermeer werkte ze als beeldend kunstenaar aan de ontwikkeling van nieuwbouwwijk Seghwaert en het stadscentrum. “Het was net na de hoogbouwperiode. Men dacht dat werken met een multidisciplinair team zou leiden tot beter te pruimen wijken, bijvoorbeeld door de bijdrage van beeldend kunstenaars”, aldus de oud-TU’er. Ze ontwierp mee aan het bestemmingsplan, later selecteerde en begeleidde ze beeldend kunstenaars die openbare kunst voor de wijk ontwierpen en verder lette ze op de planbewaking. “Ik heb toen zelf het materiaal- en kleurgebruik in het stedenbouwkundig ontwerpen mijn pakkie-an gemaakt.” Uiteindelijk kwamen alle betrokken architecten bij Froger langs om, op basis van een masterplan kleur, te overleggen over kleur- en materiaalgebruik.

Sindsdien is het geven van kleuradvies één van haar inkomstenbronnen. Ze geeft uiteenlopende workshops en seminars over kleur en kleurenleer, ontwikkelde jarenlang kleurcollecties voor onder andere baksteen, dakpannen en textiel, en maakt kleurontwerpen voor verschillende woningbouwprojecten. Zonder opdrachten zit ze nooit. “Je moet gewoon zorgen dat je je allereerste opdracht heel goed doet, dan krijg je er vanzelf twee nieuwe voor terug. En die leiden op hun beurt tot nieuwe opdrachten”, verklaart ze de sleutel tot succesvol ondernemen. “Je moet soms wel veel investeren. Dingen doen die belangrijk zijn, zonder dat je precies weet waarom. Maar uiteindelijk krijg je vanzelf spin-offs.” Ook nee kunnen zeggen is belangrijk. “Ik word wel eens gevraagd om een ‘decoratie’ voor een gebouw te verzinnen. Dan willen ze dat ik een vogel op een toren schilder ofzo, maar dat vertik ik.” Wel maakt ze kleurencomposities voor en met gebouwen. Zo heeft ze voor een twaalftal sombere jaren-zeventigflats in Ede eerst het kleurenpalet voor de gevel ontworpen en vervolgens een schildering voor op de buitenkant van de liftschacht en het trappenhuis, gebaseerd op de maten en kleuren van het gebouw.
Synesthesie

De fascinatie voor kleur is er van jongs af aan. Zelf denkt ze dat haar fascinatie deels komt doordat ze ‘kleursynestheet’ is. Synesthesie betekent letterlijk ‘samen waarnemen’. Er zijn synestheten die alle woorden met de letter A als oranje ervaren en woorden met de letter I als geel, maar ook allerlei andere combinaties van zintuiglijke ervaringen vallen onder de noemer synesthesie. Froger: “Laatst zag ik voor mijn raam een klein jongetje dat met zijn rechterhand op de grond steunde en in zijn linkerhand een auto hield. Hij tilde zijn auto op, keek ernaar en verplaatste toen plotseling zijn aandacht naar zijn rechterhand, omdat hij voelde dat er vuil onder zat. Voor mij is dat ook synesthesie.” Bij de kleurexpert zelf zijn het onder andere geluiden die beelden van kleuren oproepen. “Als ik bij de tandarts zit, heeft zijn stem een kleur en de boor ook”, legt ze uit.

Sinds 2000 doet ze samen met psycholoog Crétien van Campen wetenschappelijk onderzoek naar kleursynesthesie en geeft ze lezingen over het neurologische verschijnsel. Ook laat ze in een show, waarin ze samenwerkt met een groep improviserende musici, mensen op een ongedwongen en inspirerende manier kennismaken met synesthesie. Vooraf krijgen de muzikanten een aantal kleurstalen en alle mensen in het publiek ontvangen bij binnenkomst een uitgebreidere verzameling kleurstalen. Vervolgens vraagt Froger de musici iets te spelen op basis van een kleur, zonder het publiek te vertellen om welke kleur het gaat. Daarna moet het publiek aangeven welke kleur de muziek volgens hen heeft. “Meestal houdt tachtig procent van de mensen de juiste kleur omhoog.”

Alsof haar werkveld nog niet genoeg omvat, startte ze in 2003 met het maken van vilten hoeden, kleding en objecten, waarbij ze het vilt zelf maakt van wolvezels. “Ik noem dat altijd boetseren in kleur”, zegt Froger enthousiast. Op de internationale hoedenwedstrijd ‘Growing Hats’ in de Keukenhof won ze dat jaar zelfs de derde prijs. Inmiddels krijgt ze regelmatig verzoeken en de galerie in Antwerpen die haar hoeden verkoopt heeft al gevraagd om een zomercollectie.

Niet alleen voor hoeden, maar ook voor haar workshops, kleuradvies en woningontwerpen stromen de opdrachten doorlopend binnen. Echte plannen voor de toekomst heeft ze dan ook niet, ze gaat gewoon verder met wat ze nu doet. “Ik heb geen idee wat de toekomst voor me in petto heeft”, aldus de oud-TU’er. “Als het lukt om 120 te worden, wil ik nog Chinees en Italiaans studeren, leren componeren en het liefst ook nog een studie medicijnen doen.” Na een moment stilte vervolgt ze nuchter: “Ik wil graag doorgeven wat ik allemaal heb ontdekt. En ik zou graag wat meer de onderzoekskant op gaan, want er is nog zo veel te onderzoeken.”

Naam: Clara Froger

Leeftijd: 57 jaar

Studie: bouwkunde

Woonplaats: Rotterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd, drie dochters

Loopbaan: Werkt sinds 1969 als zelfstandig beeldend kunstenaar en heeft daarnaast haar eigen advies- en ontwerpbureau voor architectonisch en stedenbouwkundig kleuradvies. Verder geeft ze allerlei lezingen en workshops rond het thema kleur en doet ontwerpopdrachten die uiteenlopen van hoeden tot interieurs, kleurcollecties en stands voor bouwbeurzen in binnen- en buitenland.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.