Waarom? Daarom!

Tot nu toe. Joris Meijerink, achtstejaars civiele techniek, deed navraag bij een pluimveehouder, en kwam met het verlossende antwoord: “De eieren voor de verkoop worden gesorteerd op grootte. De ‘dubbeldooiers’ zijn groter en puntiger van vorm dan normale eieren en zodanig ook snel te herkennen.” Bedankt, pluimveeboer.

Als je naar een heldere sterrenhemel kijkt, zie je miljoenen minuscule, zwakke sterretjes. Als je echter op één van die sterretjes probeert te focussen, verdwijnt het. Hoe kan dit? Ook deze vraag werd vorige week eenduidig beantwoord: het beeld valt bij het focussen precies op je ‘gele vlek’, waar zich slechts kegeltjes bevinden, terwijl je juist je staafjes nodig hebt om de zwakke sterren te zien. Merlijn den Boer, derdejaars luchtvaart- en ruimtevaarttechniek én eerstejaars psychologie, levert bijkomstig weetje: “Je zult de ster het best zien als je er twintig graden naast kijkt, daar zitten de meeste staafjes op je netvlies.”

Marga Vintges, medewerker aan de TU en van huis uit bioloog en medisch fysicus, gaat nog even uitgebreid op de kwestie in: “Het netvlies is te vergelijken met de gevoelige plaat van een camera. Als je ’s avonds vanuit een goed verlichte kamer naar buiten het donker ingaat, zie je in het begin niets. Pas na tien tot vijftien minuten kun je vrij veel onderwerpen onderscheiden. Het schijnsel van die voorwerpen is niet veranderd; je oog is gevoeliger geworden. Bij veel licht is de gevoeligheid kleiner. Het oog kan ongeveer 250 duizend keer gevoeliger worden, hoewel het onder normale omstandigheden slechts 1500 tot achtduizend keer is. Iedereen is echter kleurenblind in het donker. Dit wordt veroorzaakt door een stof (gezichtspurper) die in je staafjes wordt aangemaakt als het donker is. Zodra het weer lichter wordt, verandert gezichtspurper in een andere stof, waardoor je weer kleuren kunt zien. Dit duurt enkele seconden. Doe in een donkere kamer het licht maar eens aan, de eerste tellen ben je helemaal verblind en sta je met je ogen te knipperen. Het wennen aan licht gaat wel sneller dan het wennen aan donker. Sterrenkijken doen we meestal in het donker, dus je zult alleen bij heel heldere objecten kleuren kunnen zien.”

Intussen zijn we nog niet toegekomen aan de vraag van vorige week. Dus met een weekje uitstel: de vraag van Wouter Rittel, student technische materiaalwetenschappen. Hij vroeg zich af waar het verschijnsel ‘fantoomtrillingen’ door wordt veroorzaakt: “Hoe kan het dat je, wanneer je je mobiele telefoon in je broekzak draagt, tijdens het lopen of fietsen regelmatig het gevoel hebt dat je telefoon met trilfunctie afgaat terwijl dit niet het geval is?” Hij heeft hier overigens alleen last van als hij zijn telefoon ook daadwerkelijk in zijn broekzak heeft zitten.

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks vóór maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden!

Hoe kan het dat je een doos eieren kunt kopen waarin alleen maar eieren zitten met een dubbele dooier? Dat de kippen niet worden gemanipuleerd vermoedden we al, maar hoe de dubbele-dooiereieren dan uit de ‘oogst’ kunnen worden gefilterd bleef een raadsel. Tot nu toe. Joris Meijerink, achtstejaars civiele techniek, deed navraag bij een pluimveehouder, en kwam met het verlossende antwoord: “De eieren voor de verkoop worden gesorteerd op grootte. De ‘dubbeldooiers’ zijn groter en puntiger van vorm dan normale eieren en zodanig ook snel te herkennen.” Bedankt, pluimveeboer.

Als je naar een heldere sterrenhemel kijkt, zie je miljoenen minuscule, zwakke sterretjes. Als je echter op één van die sterretjes probeert te focussen, verdwijnt het. Hoe kan dit? Ook deze vraag werd vorige week eenduidig beantwoord: het beeld valt bij het focussen precies op je ‘gele vlek’, waar zich slechts kegeltjes bevinden, terwijl je juist je staafjes nodig hebt om de zwakke sterren te zien. Merlijn den Boer, derdejaars luchtvaart- en ruimtevaarttechniek én eerstejaars psychologie, levert bijkomstig weetje: “Je zult de ster het best zien als je er twintig graden naast kijkt, daar zitten de meeste staafjes op je netvlies.”

Marga Vintges, medewerker aan de TU en van huis uit bioloog en medisch fysicus, gaat nog even uitgebreid op de kwestie in: “Het netvlies is te vergelijken met de gevoelige plaat van een camera. Als je ’s avonds vanuit een goed verlichte kamer naar buiten het donker ingaat, zie je in het begin niets. Pas na tien tot vijftien minuten kun je vrij veel onderwerpen onderscheiden. Het schijnsel van die voorwerpen is niet veranderd; je oog is gevoeliger geworden. Bij veel licht is de gevoeligheid kleiner. Het oog kan ongeveer 250 duizend keer gevoeliger worden, hoewel het onder normale omstandigheden slechts 1500 tot achtduizend keer is. Iedereen is echter kleurenblind in het donker. Dit wordt veroorzaakt door een stof (gezichtspurper) die in je staafjes wordt aangemaakt als het donker is. Zodra het weer lichter wordt, verandert gezichtspurper in een andere stof, waardoor je weer kleuren kunt zien. Dit duurt enkele seconden. Doe in een donkere kamer het licht maar eens aan, de eerste tellen ben je helemaal verblind en sta je met je ogen te knipperen. Het wennen aan licht gaat wel sneller dan het wennen aan donker. Sterrenkijken doen we meestal in het donker, dus je zult alleen bij heel heldere objecten kleuren kunnen zien.”

Intussen zijn we nog niet toegekomen aan de vraag van vorige week. Dus met een weekje uitstel: de vraag van Wouter Rittel, student technische materiaalwetenschappen. Hij vroeg zich af waar het verschijnsel ‘fantoomtrillingen’ door wordt veroorzaakt: “Hoe kan het dat je, wanneer je je mobiele telefoon in je broekzak draagt, tijdens het lopen of fietsen regelmatig het gevoel hebt dat je telefoon met trilfunctie afgaat terwijl dit niet het geval is?” Hij heeft hier overigens alleen last van als hij zijn telefoon ook daadwerkelijk in zijn broekzak heeft zitten.

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks vóór maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden!