Onderwijs

‘Bij StuD leer je heel andere dingen dan op de universiteit’

Je studie een jaar stilleggen om studentenuitzendbureau StuD te runnen: niet wat je noemt een doorsnee sabbatical year. Berny de Vries waagde de stap en heeft afgelopen dinsdag de vijfduizendste inschrijver de hand geschud.

StuD wisselt elk jaar van bestuur. Hoe kwam je vorig jaar daar terecht?

“Ik ben eind mei 2004 benaderd door het toenmalige bestuur. Ik was tweedejaars IO, en moest nog twee vakken halen voor mijn propedeuse. Daarom heb ik gezegd: ‘Ik kan pas over een maand uitsluitsel geven. Eerst wil ik mijn P halen.’ En dat is ook gelukt.”

Waarom vroegen ze jou?

“Vorig jaar maakte StuD voor een ‘interesseborrel’ gebruik van de faciliteiten van Virgiel. Ik zat destijds in de Virgiel-commissie die feesten, diners en dergelijke begeleidt. Ik raakte in gesprek met een meisje van het StuD-bestuur, en kreeg na de borrel de uitnodiging om eens langs te komen voor een gesprek: misschien was ik geïnteresseerd om een jaar in het bestuur te zitten? Dat aanbod overviel me, maar ik was wel enthousiast.”

Het is een stap waar sommige studenten voor zouden terugdeinzen.

“Ik heb ook even geaarzeld. Maar ik had een tijdje een vermoeden dat er een verandering aan zat te komen. Ik wilde afstand nemen van mijn studie. Ik was aan het rommelen, wilde leren zakelijker te worden. Een jaar midden in het bedrijfsleven staan helpt hierbij.

Ik heb nooit spijt gehad van mijn beslissing. Bij StuD leer je heel andere dingen dan aan de TU Delft. Met vijf studenten runnen we een winstgevend bedrijf.”

Weet je al of je je opleiding wilt afmaken?

“Ik heb besloten ook mijn master IO in Delft te doen. Onder de klanten van StuD zitten veel bedrijven van Delftse alumni, en zij adviseerden me mijn studie in Delft te voltooien. Elders een bedrijfskundige opleiding volgen kan altijd nog.”

Je bent als bestuurslid verantwoordelijk voor Studentenzaken. Wat houdt dat in?

“Ik ben een aanspreekpunt voor studenten. Ik geef advies over zaken als belastingafdracht en arbeidscontracten. Ook de buitenlandse studenten die als uitzendkracht willen werken kunnen bij mij terecht. Ik heb aan het begin een vierdaagse cursus gevolgd over het uitzendwezen, en daar profiteer ik nog steeds van.

Daarnaast is er de informele kant van mijn werk: ik ben verantwoordelijk voor het imago van StuD bij de studenten. Het grote feest dat de feestcommissie van StuD recentelijk voor studenten heeft georganiseerd was mijn kindje.”

Waarom een feest?

“Zo hopen we de drempel voor studenten te verlagen. Bij werkgevers hebben we het imago erg professioneel te zijn. Dat is prettig, maar de keerzijde is dat ons imago bij studenten formeel is. Pas als studenten bij StuD binnenstappen, ontdekken ze dat het hier gezellig is.”

Maak je werkdagen van acht uur?

“Ja, net als de vier andere studenten in het bestuur: de voorzitter, de twee accountmanagers en degene die de financiële zaken doet. Zo’n zestig procent van ons werk is specifiek voor die functie, de rest is werk dat we allemaal aanpakken, zoals het afhandelen van opdrachten.”

Ondervinden jullie concurrentie van de reguliere uitzendbureaus?

“Ja, maar wij bieden uitsluitend TU-studenten aan, en kunnen dus bedrijven garanderen dat ze hoogopgeleid, technisch onderlegd personeel krijgen. Zo onderscheiden we ons.

Ons doel is de student een studiegerelateerde bijbaan aan te bieden. Geen schoonmaakwerk, geen werk in de keuken. Natuurlijk levert het geld op, maar de ervaring moet ook interessant zijn. Onze aanpak heeft wel consequenties: een groot bedrijf dat al het uitzendpersoneel bij ons wil inhuren, moeten we teleurstellen. We kunnen bijvoorbeeld geen fulltime secretaresses met een secretaresseopleiding leveren. Maar dat is ook niet ons doel.”

Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd?

“We hebben geleerd om een hecht team te vormen. Dat is niet onbelangrijk, want we zitten elke werkdag op elkaars lip. We kennen elkaars sterke en zwakke punten en doen daar niet krampachtig over.”

Is dat de sleutel tot het succes van StuD: een goed op elkaar ingespeeld team?

“Gedeeltelijk wel. Maar doordat StuD al goed loopt, kom je als team ook in een veilige omgeving terecht. Er is een uitgebreid uitzendkrachtenbestand en klantenbestand om op terug te vallen. Het is moeilijker om StuD naar de knoppen te helpen dan om het goed te laten draaien. Het feit dat we het maar een jaar doen, maakt dat we het lef hebben om nieuwe uitdagingen aan te gaan.

StuD is een besloten vennootschap: een stichting, waarin oud-bestuursleden, TU’ers en mensen uit het bedrijfsleven zitten, beheert de aandelen. De adviezen van dat bestuur zijn belangrijk voor ons. Zonder die adviezen zouden we bijvoorbeeld geneigd zijn elke klus aan te pakken, zonder op juridische voetangels en klemmen te letten.”

Wanneer gaan jullie naar de beurs?

“De aandelen blijven gewoon binnen de stichting. In die acht jaar zijn we wel hard gegroeid. Onze jaaromzet is nu twee miljoen euro per jaar. De lening van de TU waarmee StuD acht jaar geleden is begonnen, is een aantal jaar geleden afgelost.”

Wat gaan jullie met al dat geld doen?

“In onze statuten staat dat de winst naar studenten moet gaan, en daar ben ik het mee eens. Zo zijn we geldschieter van de nieuwe bar van het sportcentrum van de TU Delft.”

Overweeg je inmiddels zelf ook om een eigen bedrijf te beginnen?

“Ja. Die drempel is veel lager geworden. Ik heb kunnen zien dat ondernemen voor een groot deel een kwestie is van lef hebben en potentiële klanten durven benaderen. Bij StuD hebben we op die manier ook mooie opdrachten binnengehaald.”

De vijfduizendste student: een mijlpaal?

“Het is wel heel snel gegaan. Sinds september 1998 hebben zich inderdaad vijfduizend studenten ingeschreven. Daarvan hebben 1500 zich inmiddels uitgeschreven, omdat ze afgestudeerd zijn. Maar 3500 uitzendkrachten is nog steeds erg veel.”

Hoe veel studenten werken regelmatig voor jullie?

“Per week tussen de tweehonderd en driehonderd studenten. Ons streven is: 2150 door uitzendkrachten gewerkte uren per week. Dat lijken we dit jaar te gaan halen.”

Geen last van de recessie?

“Dat hebben we wel gehad, maar de economie trekt weer aan. Dat is als eerste bij uitzendbureaus te merken. Nu halen we juist veel opdrachten binnen. Daar is in het laatste kwartaal van 2004 hard aan gewerkt, en dat werpt zijn vruchten af.”

Wat was de leukste klus die jullie sinds september aan studenten hebben gegeven?

“Eind vorig jaar zijn twee studenten een week lang door Oost-Europa gereisd om voor een bedrijf dat navigatiesystemen ontwikkelt objecten als bruggen en viaducten in kaart te brengen. Uit de ansichtkaarten die ze ons stuurden, bleek dat ze dat een erg leuke opdracht vonden. Bijna een soort stedentrip.

Soms gebeurt het ook dat een opdracht niet doorgaat. Een offshorebedrijf vroeg ons om een bouwkundestudent die een boorhandleiding voor een booreiland kon schrijven. We kwamen er achter dat studenten niet op een booreiland mogen werken “

Je hebt een opmerkelijke hobby: thaiboksen.

“Dat is inmiddels al verleden tijd. Ik houd van fysieke uitdagingen, zoals bungee-jumpen, en thaiboksen was een mooie manier om agressie kwijt te raken. Maar sommige studenten waarmee ik in het Sportcentrum sparde waren iets te fanatiek. Ik vind het niet erg dat ik ben opgehouden. Ik heb nu weer tijd om te drummen, iets wat ik sinds 6-vwo niet meer heb gedaan.”
WIE IS BERNY DE VRIES?

Berny de Vries (Nuenen, 9 februari 1984) pakt na de zomervakantie zijn studie industrieel ontwerpen weer op. Zijn master zou hij gedeeltelijk in het buitenland willen doen. “Het allerliefst in Rome, een fantastische stad. Italië is natuurlijk het Mekka van de ontwerpers.” Berny’s voorkeur gaat uit naar de master strategic product design. “Marketing boeit me. Ik zou graag de hele wereld rondreizen om nieuwe markten in kaart te brengen. Ook in ontwikkelingslanden. Mijn vriendin zit nu een halfjaar in Zuid-Amerika. In de Boliviaanse stad Cochabamba kwam ze TU’ers tegen die onderzochten aan welke producten de lokale bevolking de voorkeur geeft. Een heel andere cultuur dan de westerse mediacultuur. Zoiets trekt mij wel.”

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

StuD wisselt elk jaar van bestuur. Hoe kwam je vorig jaar daar terecht?

“Ik ben eind mei 2004 benaderd door het toenmalige bestuur. Ik was tweedejaars IO, en moest nog twee vakken halen voor mijn propedeuse. Daarom heb ik gezegd: ‘Ik kan pas over een maand uitsluitsel geven. Eerst wil ik mijn P halen.’ En dat is ook gelukt.”

Waarom vroegen ze jou?

“Vorig jaar maakte StuD voor een ‘interesseborrel’ gebruik van de faciliteiten van Virgiel. Ik zat destijds in de Virgiel-commissie die feesten, diners en dergelijke begeleidt. Ik raakte in gesprek met een meisje van het StuD-bestuur, en kreeg na de borrel de uitnodiging om eens langs te komen voor een gesprek: misschien was ik geïnteresseerd om een jaar in het bestuur te zitten? Dat aanbod overviel me, maar ik was wel enthousiast.”

Het is een stap waar sommige studenten voor zouden terugdeinzen.

“Ik heb ook even geaarzeld. Maar ik had een tijdje een vermoeden dat er een verandering aan zat te komen. Ik wilde afstand nemen van mijn studie. Ik was aan het rommelen, wilde leren zakelijker te worden. Een jaar midden in het bedrijfsleven staan helpt hierbij.

Ik heb nooit spijt gehad van mijn beslissing. Bij StuD leer je heel andere dingen dan aan de TU Delft. Met vijf studenten runnen we een winstgevend bedrijf.”

Weet je al of je je opleiding wilt afmaken?

“Ik heb besloten ook mijn master IO in Delft te doen. Onder de klanten van StuD zitten veel bedrijven van Delftse alumni, en zij adviseerden me mijn studie in Delft te voltooien. Elders een bedrijfskundige opleiding volgen kan altijd nog.”

Je bent als bestuurslid verantwoordelijk voor Studentenzaken. Wat houdt dat in?

“Ik ben een aanspreekpunt voor studenten. Ik geef advies over zaken als belastingafdracht en arbeidscontracten. Ook de buitenlandse studenten die als uitzendkracht willen werken kunnen bij mij terecht. Ik heb aan het begin een vierdaagse cursus gevolgd over het uitzendwezen, en daar profiteer ik nog steeds van.

Daarnaast is er de informele kant van mijn werk: ik ben verantwoordelijk voor het imago van StuD bij de studenten. Het grote feest dat de feestcommissie van StuD recentelijk voor studenten heeft georganiseerd was mijn kindje.”

Waarom een feest?

“Zo hopen we de drempel voor studenten te verlagen. Bij werkgevers hebben we het imago erg professioneel te zijn. Dat is prettig, maar de keerzijde is dat ons imago bij studenten formeel is. Pas als studenten bij StuD binnenstappen, ontdekken ze dat het hier gezellig is.”

Maak je werkdagen van acht uur?

“Ja, net als de vier andere studenten in het bestuur: de voorzitter, de twee accountmanagers en degene die de financiële zaken doet. Zo’n zestig procent van ons werk is specifiek voor die functie, de rest is werk dat we allemaal aanpakken, zoals het afhandelen van opdrachten.”

Ondervinden jullie concurrentie van de reguliere uitzendbureaus?

“Ja, maar wij bieden uitsluitend TU-studenten aan, en kunnen dus bedrijven garanderen dat ze hoogopgeleid, technisch onderlegd personeel krijgen. Zo onderscheiden we ons.

Ons doel is de student een studiegerelateerde bijbaan aan te bieden. Geen schoonmaakwerk, geen werk in de keuken. Natuurlijk levert het geld op, maar de ervaring moet ook interessant zijn. Onze aanpak heeft wel consequenties: een groot bedrijf dat al het uitzendpersoneel bij ons wil inhuren, moeten we teleurstellen. We kunnen bijvoorbeeld geen fulltime secretaresses met een secretaresseopleiding leveren. Maar dat is ook niet ons doel.”

Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd?

“We hebben geleerd om een hecht team te vormen. Dat is niet onbelangrijk, want we zitten elke werkdag op elkaars lip. We kennen elkaars sterke en zwakke punten en doen daar niet krampachtig over.”

Is dat de sleutel tot het succes van StuD: een goed op elkaar ingespeeld team?

“Gedeeltelijk wel. Maar doordat StuD al goed loopt, kom je als team ook in een veilige omgeving terecht. Er is een uitgebreid uitzendkrachtenbestand en klantenbestand om op terug te vallen. Het is moeilijker om StuD naar de knoppen te helpen dan om het goed te laten draaien. Het feit dat we het maar een jaar doen, maakt dat we het lef hebben om nieuwe uitdagingen aan te gaan.

StuD is een besloten vennootschap: een stichting, waarin oud-bestuursleden, TU’ers en mensen uit het bedrijfsleven zitten, beheert de aandelen. De adviezen van dat bestuur zijn belangrijk voor ons. Zonder die adviezen zouden we bijvoorbeeld geneigd zijn elke klus aan te pakken, zonder op juridische voetangels en klemmen te letten.”

Wanneer gaan jullie naar de beurs?

“De aandelen blijven gewoon binnen de stichting. In die acht jaar zijn we wel hard gegroeid. Onze jaaromzet is nu twee miljoen euro per jaar. De lening van de TU waarmee StuD acht jaar geleden is begonnen, is een aantal jaar geleden afgelost.”

Wat gaan jullie met al dat geld doen?

“In onze statuten staat dat de winst naar studenten moet gaan, en daar ben ik het mee eens. Zo zijn we geldschieter van de nieuwe bar van het sportcentrum van de TU Delft.”

Overweeg je inmiddels zelf ook om een eigen bedrijf te beginnen?

“Ja. Die drempel is veel lager geworden. Ik heb kunnen zien dat ondernemen voor een groot deel een kwestie is van lef hebben en potentiële klanten durven benaderen. Bij StuD hebben we op die manier ook mooie opdrachten binnengehaald.”

De vijfduizendste student: een mijlpaal?

“Het is wel heel snel gegaan. Sinds september 1998 hebben zich inderdaad vijfduizend studenten ingeschreven. Daarvan hebben 1500 zich inmiddels uitgeschreven, omdat ze afgestudeerd zijn. Maar 3500 uitzendkrachten is nog steeds erg veel.”

Hoe veel studenten werken regelmatig voor jullie?

“Per week tussen de tweehonderd en driehonderd studenten. Ons streven is: 2150 door uitzendkrachten gewerkte uren per week. Dat lijken we dit jaar te gaan halen.”

Geen last van de recessie?

“Dat hebben we wel gehad, maar de economie trekt weer aan. Dat is als eerste bij uitzendbureaus te merken. Nu halen we juist veel opdrachten binnen. Daar is in het laatste kwartaal van 2004 hard aan gewerkt, en dat werpt zijn vruchten af.”

Wat was de leukste klus die jullie sinds september aan studenten hebben gegeven?

“Eind vorig jaar zijn twee studenten een week lang door Oost-Europa gereisd om voor een bedrijf dat navigatiesystemen ontwikkelt objecten als bruggen en viaducten in kaart te brengen. Uit de ansichtkaarten die ze ons stuurden, bleek dat ze dat een erg leuke opdracht vonden. Bijna een soort stedentrip.

Soms gebeurt het ook dat een opdracht niet doorgaat. Een offshorebedrijf vroeg ons om een bouwkundestudent die een boorhandleiding voor een booreiland kon schrijven. We kwamen er achter dat studenten niet op een booreiland mogen werken “

Je hebt een opmerkelijke hobby: thaiboksen.

“Dat is inmiddels al verleden tijd. Ik houd van fysieke uitdagingen, zoals bungee-jumpen, en thaiboksen was een mooie manier om agressie kwijt te raken. Maar sommige studenten waarmee ik in het Sportcentrum sparde waren iets te fanatiek. Ik vind het niet erg dat ik ben opgehouden. Ik heb nu weer tijd om te drummen, iets wat ik sinds 6-vwo niet meer heb gedaan.”
WIE IS BERNY DE VRIES?

Berny de Vries (Nuenen, 9 februari 1984) pakt na de zomervakantie zijn studie industrieel ontwerpen weer op. Zijn master zou hij gedeeltelijk in het buitenland willen doen. “Het allerliefst in Rome, een fantastische stad. Italië is natuurlijk het Mekka van de ontwerpers.” Berny’s voorkeur gaat uit naar de master strategic product design. “Marketing boeit me. Ik zou graag de hele wereld rondreizen om nieuwe markten in kaart te brengen. Ook in ontwikkelingslanden. Mijn vriendin zit nu een halfjaar in Zuid-Amerika. In de Boliviaanse stad Cochabamba kwam ze TU’ers tegen die onderzochten aan welke producten de lokale bevolking de voorkeur geeft. Een heel andere cultuur dan de westerse mediacultuur. Zoiets trekt mij wel.”

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.