De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is tevreden over de versnelde procedures voor kenniswerkers. Meer dan vierhonderd mensen maakten reeds gebruik van de regeling, die hoogopgeleiden van buiten de Europese Unie (EU) in staat stelt de Nederlandse arbeidsmarkt te betreden zonder bureaucratische rompslomp.
Delen
br />
De kennismigranten moeten minimaal 45 duizend euro verdienen, of 33 duizend euro als ze jonger zijn dan dertig jaar. Ze krijgen dan een werk- en verblijfsvergunning voor vijf jaar. Voor promovendi geldt geen salariseis.
Bovendien moet het bedrijf waar de buitenlander aan het werk gaat garanties geven aan de overheid. Daar is een speciale vergunning voor nodig, die inmiddels aan 450 bedrijven en kennisinstellingen is verstrekt. Bedrijven en instellingen die zo’n regeling met de IND hebben getroffen, zijn ontslagen van de plicht om vergunningen te vragen voor iedere kenniswerker van buiten de EU die ze in dienst willen nemen.
De regeling ging het afgelopen najaar langzaam van start. Het ‘kennisloket’ opende officieel in oktober, maar de IND had meer opstarttijd nodig. De Tweede Kamer en het kabinet hopen met de snelservice een middel te hebben om de haperende kenniseconomie een extra impuls te geven.
Buitenlandse studenten kunnen geen gebruik maken van de regeling. De IND heeft voor deze groep een eigen snelloket, die er ook bij aanvang van een nieuw studiejaar voor zorgt dat de studenten binnen drie weken aan de vereiste papieren kunnen komen. Aanvankelijk kreeg de Vreemdelingendienst de verblijfsvergunningen vaak niet op tijd rond, maar tegenwoordig wordt er meer werk van gemaakt. Dat beaamt ook een woordvoerder van Nuffic, de internationaliseringsorganisatie van het hoger onderwijs. “De lijnen zijn korter en de mensen bij de IND zijn beter geïnstrueerd. Soms loopt de communicatie wat moeizaam, maar bijna iedere student heeft binnen een paar weken duidelijkheid.” (TdO)
Meer dan vierhonderd mensen maakten reeds gebruik van de regeling, die hoogopgeleiden van buiten de Europese Unie (EU) in staat stelt de Nederlandse arbeidsmarkt te betreden zonder bureaucratische rompslomp.
De kennismigranten moeten minimaal 45 duizend euro verdienen, of 33 duizend euro als ze jonger zijn dan dertig jaar. Ze krijgen dan een werk- en verblijfsvergunning voor vijf jaar. Voor promovendi geldt geen salariseis.
Bovendien moet het bedrijf waar de buitenlander aan het werk gaat garanties geven aan de overheid. Daar is een speciale vergunning voor nodig, die inmiddels aan 450 bedrijven en kennisinstellingen is verstrekt. Bedrijven en instellingen die zo’n regeling met de IND hebben getroffen, zijn ontslagen van de plicht om vergunningen te vragen voor iedere kenniswerker van buiten de EU die ze in dienst willen nemen.
De regeling ging het afgelopen najaar langzaam van start. Het ‘kennisloket’ opende officieel in oktober, maar de IND had meer opstarttijd nodig. De Tweede Kamer en het kabinet hopen met de snelservice een middel te hebben om de haperende kenniseconomie een extra impuls te geven.
Buitenlandse studenten kunnen geen gebruik maken van de regeling. De IND heeft voor deze groep een eigen snelloket, die er ook bij aanvang van een nieuw studiejaar voor zorgt dat de studenten binnen drie weken aan de vereiste papieren kunnen komen. Aanvankelijk kreeg de Vreemdelingendienst de verblijfsvergunningen vaak niet op tijd rond, maar tegenwoordig wordt er meer werk van gemaakt. Dat beaamt ook een woordvoerder van Nuffic, de internationaliseringsorganisatie van het hoger onderwijs. “De lijnen zijn korter en de mensen bij de IND zijn beter geïnstrueerd. Soms loopt de communicatie wat moeizaam, maar bijna iedere student heeft binnen een paar weken duidelijkheid.” (TdO)
Comments are closed.