Computercapaciteit

dr. ir. H.J. Sips

Tussenstand: nog drie jaar te gaan

(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

“In Roemenië was het onder het communistische regime moeilijk om aan een computer te komen. Na de revolutie hoefde je niet meer jaren op een wachtlijst te staan en kreeg ik een computer cadeau voor drie verjaardagen tegelijk. Ik ben er eigenlijk nooit meer achter weg gekomen. Nu doe ik onderzoek op het gebied van computers en ontwikkel ik in mijn vrije tijd strategische computerspellen.

Na mijn studie in Roemenië en Frankrijk, ben ik hier in Delft aan een promotieonderzoek begonnen. Ik kende Delft, omdat mijn verloofde, ook een Roemeense, hier studeerde. Het beviel ons zo goed, dat we beide hebben besloten in Delft te gaan werken. Op dezelfde afdeling.

Mijn promotieonderzoek zit op het raakvlak van twee interessante en vrij nieuwe onderwerpen, namelijk grid computing en peer-to-peer computing. Het uiteindelijke doel van mij en verschillende onderzoeksgroepen over de hele wereld is dat iedereen in de wereld aanspraak kan maken op computerruimte. Ongeveer zoals je thuis de kraan open draait en er water uit komt. Als je bijvoorbeeld een ingewikkelde berekening moet maken en veel computercapaciteit nodig hebt, kun je met grid computing gebruik maken van de capaciteit van tienduizenden computers. De toewijzing van capaciteit van computers is ingewikkeld, omdat je te maken hebt met veel eigenaren en veel vragers. Daarbij komt dat als de computer die de toewijzing doet, de scheduler, vastloopt, het hele netwerk buiten gebruik is. Om dit te voorkomen en zo het netwerk efficiënter te maken, combineer ik grid computing met peer-to-peer computing. Peer-to-peer computing maakt het mogelijk om de toewijzing van capaciteit niet door één, maar door meer schedulers tegelijk plaats te laten vinden. Hierdoor is uitval van een scheduler geen probleem, de anderen nemen het over.

Omdat zowel grid computing als het peer-to-peer-concept relatief nieuw zijn, is er nog weinig wetenschappelijke basis. Tijdens mijn promotie wil ik bijdragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling van beide gebieden en twee tools ontwikkelen. De eerste tool, ‘GrenchMark’, is inmiddels klaar en wordt door andere onderzoekers al gebruikt om de prestaties van een grid-systeem, een grote groep computers, te meten. Ook ik wil hem gaan gebruiken om mijn tweede tool, een ‘peer-to-peer scheduler’, te evalueren. Op dit moment begin ik met het ontwerpen daarvan. Die tool moet uiteindelijk berekenen waar de aanvraag voor computercapaciteit het best geplaatst kan worden, de aanvraag daar plaatsen, controleren of de applicatie nog draait (en ingrijpen als dat niet zo is) en de resultaten uiteindelijk weer teruggeven aan de gebruiker.

Thuis over veel computercapaciteit beschikken zoals je water uit de kraan haalt, is nog ver weg, maar mijn onderzoek is een stapje in de goede richting.” (MM)

Naam: Alexandru Iosup, MSc (25)

Nationaliteit: Roemeense

Onderwerp: Peer-to-peer scheduling voor grid computing

Promotor: Prof. dr. ir. H.J. Sips

Tussenstand: nog drie jaar te gaan

(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

“In Roemenië was het onder het communistische regime moeilijk om aan een computer te komen. Na de revolutie hoefde je niet meer jaren op een wachtlijst te staan en kreeg ik een computer cadeau voor drie verjaardagen tegelijk. Ik ben er eigenlijk nooit meer achter weg gekomen. Nu doe ik onderzoek op het gebied van computers en ontwikkel ik in mijn vrije tijd strategische computerspellen.

Na mijn studie in Roemenië en Frankrijk, ben ik hier in Delft aan een promotieonderzoek begonnen. Ik kende Delft, omdat mijn verloofde, ook een Roemeense, hier studeerde. Het beviel ons zo goed, dat we beide hebben besloten in Delft te gaan werken. Op dezelfde afdeling.

Mijn promotieonderzoek zit op het raakvlak van twee interessante en vrij nieuwe onderwerpen, namelijk grid computing en peer-to-peer computing. Het uiteindelijke doel van mij en verschillende onderzoeksgroepen over de hele wereld is dat iedereen in de wereld aanspraak kan maken op computerruimte. Ongeveer zoals je thuis de kraan open draait en er water uit komt. Als je bijvoorbeeld een ingewikkelde berekening moet maken en veel computercapaciteit nodig hebt, kun je met grid computing gebruik maken van de capaciteit van tienduizenden computers. De toewijzing van capaciteit van computers is ingewikkeld, omdat je te maken hebt met veel eigenaren en veel vragers. Daarbij komt dat als de computer die de toewijzing doet, de scheduler, vastloopt, het hele netwerk buiten gebruik is. Om dit te voorkomen en zo het netwerk efficiënter te maken, combineer ik grid computing met peer-to-peer computing. Peer-to-peer computing maakt het mogelijk om de toewijzing van capaciteit niet door één, maar door meer schedulers tegelijk plaats te laten vinden. Hierdoor is uitval van een scheduler geen probleem, de anderen nemen het over.

Omdat zowel grid computing als het peer-to-peer-concept relatief nieuw zijn, is er nog weinig wetenschappelijke basis. Tijdens mijn promotie wil ik bijdragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling van beide gebieden en twee tools ontwikkelen. De eerste tool, ‘GrenchMark’, is inmiddels klaar en wordt door andere onderzoekers al gebruikt om de prestaties van een grid-systeem, een grote groep computers, te meten. Ook ik wil hem gaan gebruiken om mijn tweede tool, een ‘peer-to-peer scheduler’, te evalueren. Op dit moment begin ik met het ontwerpen daarvan. Die tool moet uiteindelijk berekenen waar de aanvraag voor computercapaciteit het best geplaatst kan worden, de aanvraag daar plaatsen, controleren of de applicatie nog draait (en ingrijpen als dat niet zo is) en de resultaten uiteindelijk weer teruggeven aan de gebruiker.

Thuis over veel computercapaciteit beschikken zoals je water uit de kraan haalt, is nog ver weg, maar mijn onderzoek is een stapje in de goede richting.” (MM)