Onderwijs

Van rollade naar Thaise garnalen

Nederlanders aten twintig jaar geleden vooral aardappelen, vlees en groenten. Nu liggen tapas, teriyaki en tortilla’s op de borden. Ir. Willemine Biemond studeerde vorige week af op een onderzoek naar de veranderde Nederlandse eetcultuur.

Van rollade via slagroomtaart uit de magnetron naar Thaise garnalensoep. In twintig jaar Allerhande, het huisblad met recepten van Albert Heijn, is de verandering in de Nederlandse eetcultuur duidelijk te zien. Biemond bekeek voor haar afstudeeronderzoek bij Industrieel Ontwerpen alle Allerhandes van 1985 tot 2005, om deze verandering in kaart te brengen.

Allerhande verschijnt sinds 1983 maandelijks en heeft ongeveer vier miljoen lezers. Biemond keek naar de recepten van de afgelopen twintig jaar, de gebruikte ingrediënten, de prijs en de calorieën. Ook hield ze rekening met de veranderingen in de maatschappij in die twintig jaar en de technologische en economische ontwikkeling.

De huishoudens werden halverwege de jaren tachtig steeds kleiner en het aantal eenpersoonshuishoudens nam toe. In de winkel vervingen kleinere verpakkingen de gezinsverpakkingen en in Allerhande kwamen ook recepten voor een of twee personen. Deze moesten vooral gemakkelijk zijn. Ook omdat steeds meer vrouwen in die periode buitenshuis gingen werken. Er was minder tijd over om te koken, dus bamipakketten, snelkookrijst en zakjes poeder voor aardappelpuree kwamen in de schappen. Al snel kookte heel Nederland met pakjes. In 1985 besteedde de thuiskok nog veertig minuten aan het bereiden van de maaltijd en deed daar negen ingrediënten in. Tien jaar later maakte diezelfde kok zich er in een half uurtje en met zeven producten vanaf.

Vooral de doordeweekse maaltijd moest gemakkelijk en snel klaar zijn. In het weekend zijn er twee groepen, zegt Biemond. “Iemand die niet van koken houdt, haalt in het weekend vaak iets af of kookt iets eenvoudigs. Voor anderen is koken in het weekend een hobby.” Doordeweeks kopen deze hobbykoks gesneden champignons, maar in het weekend koken ze bewerkelijke, vaak nostalgische gerechten. “Na de eeuwwisseling stonden in Allerhande weer recepten voor echte aardappelpuree en ouderwetse stoofpotten”, vertelt Biemond. Kookwinkels verkochten na jaren weer weckpotten. En in doorsnee huishoudens stonden semi-professionele apparaten, zoals broodbakmachines en ijsmachines.

Een apparaat dat grote invloed had op het koken van de laatste twee decennia, is de magnetron. In 1987, toen nog maar in twee procent van de huizen een magnetron stond, stonden in Allerhande al recepten voor slagroomtaart en hele maaltijden uit de ‘microgolfoven’. De magnetron werd gepresenteerd als wonderapparaat, dat snel veel andere apparaten overbodig zou maken. Maar ovenschotels zonder korstje en vlees zonder kleur waren niet waar de Nederlander van hield. Na een vergeefse poging met magnetronkruiden voor vlees om de kleur dan maar uit een potje te halen, werd de magnetron een opwarmmachine voor maaltijden. Die rol paste goed in een periode waar tijdgebrek de kant-en-klaarmaaltijd populair maakte.

In haar onderzoeksrapport concludeert Biemond dat Allerhande trends maakte en trends volgde. Het tijdschrift introduceerde eten uit alle windstreken bij het grote publiek. Eerst publiceerde het blad sterk vereenvoudigde recepten uit andere werelddelen, aangepast aan de Nederlandse smaak. Eenmaal gewend aan de nieuwe smaken, wilde men de authentieke gerechten die men ook op vakantie had geproefd. Allerhande speelde daarop in met verhalen over bijvoorbeeld Marokko en traditionele recepten voor in de tajine, een Marokkaanse stoofpan.

Allerhande volgde ook trends die in restaurants populair waren. Niet altijd met evenveel succes. Zo was het met het dure en bewerkelijke nouvelle cuisine snel afgelopen. In het begin van de jaren negentig had men te weinig tijd en geld voor deze trend.

De economische situatie in Nederland blijkt van grote invloed op wat men wil besteden aan het eten. Biemond: “De inkomensontwikkeling en de prijs voor de recepten in Allerhande blijken prachtig gelijk te lopen. Zodra het inkomen minder groeide, daalde de gemiddelde prijs van de recepten.”

De invoer van groente uit het buitenland zorgde voor een andere ontwikkeling in de eetcultuur. Twintig jaar geleden zag men aan de groenten in de schappen welk seizoen het was. Buiten het seizoen kwamen de boontjes uit een pot. Nu komen de boontjes uit Egypte. En niemand hoeft in januari zonder tomaten te zitten. De laatste jaren maken het ‘pure’ koken en de groeiende vraag naar biologische producten dat het seizoen weer iets meer zichtbaar is in de supermarkt.

Biologische producten zijn de nieuwste trend in gezond eten. Al in de jaren tachtig, toen bekend werd dat Nederlanders te vet aten, schreef Allerhande over gezonde voeding en gaf de voedingswaarde van recepten. In die tijd werden lightproducten razend populair. “In twintig jaar zijn de maaltijden gevarieerder en gezonder geworden”, vertelt Biemond. “Maar toch zijn Nederlanders niet gezonder geworden.” Bijna de helft heeft overgewicht. “Men eet minder calorieën tijdens, maar des te meer buiten de maaltijden. Twintig jaar geleden at men 10 procent van de calorieën buiten de maaltijden om, nu 40 procent.” Daar speelt de supermarkt dan weer op in door het assortiment uit te breiden met afslankproducten.

Van rollade via slagroomtaart uit de magnetron naar Thaise garnalensoep. In twintig jaar Allerhande, het huisblad met recepten van Albert Heijn, is de verandering in de Nederlandse eetcultuur duidelijk te zien. Biemond bekeek voor haar afstudeeronderzoek bij Industrieel Ontwerpen alle Allerhandes van 1985 tot 2005, om deze verandering in kaart te brengen.

Allerhande verschijnt sinds 1983 maandelijks en heeft ongeveer vier miljoen lezers. Biemond keek naar de recepten van de afgelopen twintig jaar, de gebruikte ingrediënten, de prijs en de calorieën. Ook hield ze rekening met de veranderingen in de maatschappij in die twintig jaar en de technologische en economische ontwikkeling.

De huishoudens werden halverwege de jaren tachtig steeds kleiner en het aantal eenpersoonshuishoudens nam toe. In de winkel vervingen kleinere verpakkingen de gezinsverpakkingen en in Allerhande kwamen ook recepten voor een of twee personen. Deze moesten vooral gemakkelijk zijn. Ook omdat steeds meer vrouwen in die periode buitenshuis gingen werken. Er was minder tijd over om te koken, dus bamipakketten, snelkookrijst en zakjes poeder voor aardappelpuree kwamen in de schappen. Al snel kookte heel Nederland met pakjes. In 1985 besteedde de thuiskok nog veertig minuten aan het bereiden van de maaltijd en deed daar negen ingrediënten in. Tien jaar later maakte diezelfde kok zich er in een half uurtje en met zeven producten vanaf.

Vooral de doordeweekse maaltijd moest gemakkelijk en snel klaar zijn. In het weekend zijn er twee groepen, zegt Biemond. “Iemand die niet van koken houdt, haalt in het weekend vaak iets af of kookt iets eenvoudigs. Voor anderen is koken in het weekend een hobby.” Doordeweeks kopen deze hobbykoks gesneden champignons, maar in het weekend koken ze bewerkelijke, vaak nostalgische gerechten. “Na de eeuwwisseling stonden in Allerhande weer recepten voor echte aardappelpuree en ouderwetse stoofpotten”, vertelt Biemond. Kookwinkels verkochten na jaren weer weckpotten. En in doorsnee huishoudens stonden semi-professionele apparaten, zoals broodbakmachines en ijsmachines.

Een apparaat dat grote invloed had op het koken van de laatste twee decennia, is de magnetron. In 1987, toen nog maar in twee procent van de huizen een magnetron stond, stonden in Allerhande al recepten voor slagroomtaart en hele maaltijden uit de ‘microgolfoven’. De magnetron werd gepresenteerd als wonderapparaat, dat snel veel andere apparaten overbodig zou maken. Maar ovenschotels zonder korstje en vlees zonder kleur waren niet waar de Nederlander van hield. Na een vergeefse poging met magnetronkruiden voor vlees om de kleur dan maar uit een potje te halen, werd de magnetron een opwarmmachine voor maaltijden. Die rol paste goed in een periode waar tijdgebrek de kant-en-klaarmaaltijd populair maakte.

In haar onderzoeksrapport concludeert Biemond dat Allerhande trends maakte en trends volgde. Het tijdschrift introduceerde eten uit alle windstreken bij het grote publiek. Eerst publiceerde het blad sterk vereenvoudigde recepten uit andere werelddelen, aangepast aan de Nederlandse smaak. Eenmaal gewend aan de nieuwe smaken, wilde men de authentieke gerechten die men ook op vakantie had geproefd. Allerhande speelde daarop in met verhalen over bijvoorbeeld Marokko en traditionele recepten voor in de tajine, een Marokkaanse stoofpan.

Allerhande volgde ook trends die in restaurants populair waren. Niet altijd met evenveel succes. Zo was het met het dure en bewerkelijke nouvelle cuisine snel afgelopen. In het begin van de jaren negentig had men te weinig tijd en geld voor deze trend.

De economische situatie in Nederland blijkt van grote invloed op wat men wil besteden aan het eten. Biemond: “De inkomensontwikkeling en de prijs voor de recepten in Allerhande blijken prachtig gelijk te lopen. Zodra het inkomen minder groeide, daalde de gemiddelde prijs van de recepten.”

De invoer van groente uit het buitenland zorgde voor een andere ontwikkeling in de eetcultuur. Twintig jaar geleden zag men aan de groenten in de schappen welk seizoen het was. Buiten het seizoen kwamen de boontjes uit een pot. Nu komen de boontjes uit Egypte. En niemand hoeft in januari zonder tomaten te zitten. De laatste jaren maken het ‘pure’ koken en de groeiende vraag naar biologische producten dat het seizoen weer iets meer zichtbaar is in de supermarkt.

Biologische producten zijn de nieuwste trend in gezond eten. Al in de jaren tachtig, toen bekend werd dat Nederlanders te vet aten, schreef Allerhande over gezonde voeding en gaf de voedingswaarde van recepten. In die tijd werden lightproducten razend populair. “In twintig jaar zijn de maaltijden gevarieerder en gezonder geworden”, vertelt Biemond. “Maar toch zijn Nederlanders niet gezonder geworden.” Bijna de helft heeft overgewicht. “Men eet minder calorieën tijdens, maar des te meer buiten de maaltijden. Twintig jaar geleden at men 10 procent van de calorieën buiten de maaltijden om, nu 40 procent.” Daar speelt de supermarkt dan weer op in door het assortiment uit te breiden met afslankproducten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.