Onderwijs

TU-coryfee vertrekt naar Eindhoven

Een van de meest prominente onderzoekers van de TU, prof.dr.ir. René de Borst van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R), verlaat de TU. Delft is volgens hem teveel gericht op pr en te weinig op inhoud.

De Borst verruilt zijn functie op 1 mei voor een baan als decaan bij de faculteit Werktuigbouwkunde van de TU Eindhoven. Het onderzoeksklimaat bevalt hem daar beter, zegt hij. In zijn nieuwe functie als decaan krijgt de professor veel bestuurlijke taken. Hij heeft bedongen dat hij volop ruimte krijgt om verder te gaan met zijn onderzoek.

“Het enige wat ik wil, is mijn onderzoek voortzetten”, zegt de professor. Hij meent dat dat in Eindhoven makkelijker zal gaan dan in Delft. Hij vindt Eindhoven een ‘vruchtbaarder omgeving voor onderzoek en onderwijs’ dan Delft. “In Delft richt men zich te veel op de vorm en te weinig op de inhoud van onderzoek en onderwijs. Ik heb me dan ook ernstig verzet tegen een aantal Delftse projecten om publicitair te scoren”, aldus de professor. Om welke projecten het gaat, wil hij niet zeggen.

Het zit de onderzoeker ook dwars dat niet alle decanen van de TU ingenieurs zijn. Hiermee doelt hij onder anderen op decaan prof. Ben Droste van L&R. “Ze hebben hierdoor te weinig affiniteit met het onderzoek. Mensen die niet uit het vak komen, bekijken de zaken nu eenmaal vanuit een andere optiek.”

Droste feliciteert De Borst met diens nieuwe baan en noemt zijn overstap vanuit 3TU-perspectief ‘veelbelovend’.

De L&R-decaan zegt de scherpe mening van ‘mijn toekomstige collega-decaan’ te respecteren, maar heeft wel een weerwoord. “Ik ben jarenlang vlieger en bestuurder geweest bij de luchtmacht en ik ben de huidige voorzitter van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart. Ik weet waar de luchtvaart behoefte aan heeft.”

“En”, voegt hij toe, “het is juist goed om bestuurders te hebben die niet alleen een blik hebben vanuit het onderzoeksveld.”

Gedurende de negentien jaar dat De Borst aan de TU werkte . eerst bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en de laatste acht jaar bij L&R – ontving hij veel prijzen. Het absolute hoogtepunt was de Spinozaprijs die hij in 1999 ontving voor zijn onderzoek naar het mechanische gedrag van materialen, waaronder de bekende composiet glare. Hij en prof.dr. Cees Dekker van Technische Natuurwetenschappen zijn de enige twee Delftenaren met deze onderscheiding.

Ondanks zijn wetenschappelijke merites was niet iedereen even te spreken over De Borst. Zijn collega’s hebben hem in het verleden verweten dat zijn onderzoek te fundamenteel is voor een technische universiteit. “Mensen hebben me in de schoenen geschoven dat ik dedain heb voor praktisch onderzoek, maar dat is niet zo”, reageert De Borst.

De Borst verruilt zijn functie op 1 mei voor een baan als decaan bij de faculteit Werktuigbouwkunde van de TU Eindhoven. Het onderzoeksklimaat bevalt hem daar beter, zegt hij. In zijn nieuwe functie als decaan krijgt de professor veel bestuurlijke taken. Hij heeft bedongen dat hij volop ruimte krijgt om verder te gaan met zijn onderzoek.

“Het enige wat ik wil, is mijn onderzoek voortzetten”, zegt de professor. Hij meent dat dat in Eindhoven makkelijker zal gaan dan in Delft. Hij vindt Eindhoven een ‘vruchtbaarder omgeving voor onderzoek en onderwijs’ dan Delft. “In Delft richt men zich te veel op de vorm en te weinig op de inhoud van onderzoek en onderwijs. Ik heb me dan ook ernstig verzet tegen een aantal Delftse projecten om publicitair te scoren”, aldus de professor. Om welke projecten het gaat, wil hij niet zeggen.

Het zit de onderzoeker ook dwars dat niet alle decanen van de TU ingenieurs zijn. Hiermee doelt hij onder anderen op decaan prof. Ben Droste van L&R. “Ze hebben hierdoor te weinig affiniteit met het onderzoek. Mensen die niet uit het vak komen, bekijken de zaken nu eenmaal vanuit een andere optiek.”

Droste feliciteert De Borst met diens nieuwe baan en noemt zijn overstap vanuit 3TU-perspectief ‘veelbelovend’.

De L&R-decaan zegt de scherpe mening van ‘mijn toekomstige collega-decaan’ te respecteren, maar heeft wel een weerwoord. “Ik ben jarenlang vlieger en bestuurder geweest bij de luchtmacht en ik ben de huidige voorzitter van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart. Ik weet waar de luchtvaart behoefte aan heeft.”

“En”, voegt hij toe, “het is juist goed om bestuurders te hebben die niet alleen een blik hebben vanuit het onderzoeksveld.”

Gedurende de negentien jaar dat De Borst aan de TU werkte . eerst bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en de laatste acht jaar bij L&R – ontving hij veel prijzen. Het absolute hoogtepunt was de Spinozaprijs die hij in 1999 ontving voor zijn onderzoek naar het mechanische gedrag van materialen, waaronder de bekende composiet glare. Hij en prof.dr. Cees Dekker van Technische Natuurwetenschappen zijn de enige twee Delftenaren met deze onderscheiding.

Ondanks zijn wetenschappelijke merites was niet iedereen even te spreken over De Borst. Zijn collega’s hebben hem in het verleden verweten dat zijn onderzoek te fundamenteel is voor een technische universiteit. “Mensen hebben me in de schoenen geschoven dat ik dedain heb voor praktisch onderzoek, maar dat is niet zo”, reageert De Borst.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.