Campus

Waarom?Daarom!

“Waarom is de schaduw die zich dicht bij het object bevindt, strakker omlijnd dan de schaduw die verder van het object is verwijderd, ook wanneer de zon de lichtbron is?” Op deze vraag van twee weken geleden kwamen deze keer meer reacties binnen.

Onder andere van Marc Stanescu, zevendejaars student civiele techniek. “Lichtstralen worden verstrooid in de lucht of worden gereflecteerd door objecten. Bij een schaduw dicht bij een object hebben verstrooiing en reflectie relatief minder effect dan bij een schaduw verder weg. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor een schaduw bij bewolkt weer. Er zijn op een bewolkte dag nauwelijks schaduwen, terwijl al het licht toch van de zon af komt. Door verstrooiing van het licht in de wolken komt het licht min of meer van alle kanten.“

De meeste binnengekomen reacties leken in grote lijnen op die van Rintze Zelle, promovendus biotechnologie. Hij vermoedt dat er twee zaken een rol spelen. “Een effect is dat van diffractie, dat optreedt zodra fotonen bij de randen van het object aankomen. Het onscherpe randen-diffractiepatroon zal duidelijker worden naarmate de afstand tussen het object en zijn schaduw groter wordt, omdat het onscherpe buitenste bandje van de schaduw wordt uitgesmeerd over een groter oppervlak. Daarnaast is de afstand tussen zon en aarde te klein om de zon aan te merken als puntbron. Het is beter om uit te gaan van een cirkelvormige bron met een oppervlakte. In dit geval worden de randen van de schaduw toch direct belicht door een deel van het zonsoppervlak. Als de afstand tussen object en schaduw groter wordt, zal ook dit tweede effect zorgen voor steeds vagere randen van de schaduw.”

Johan Mebius, geen onbekende in deze rubriek, geeft als tip deze vraag zuiver meetkundig te beschouwen. “Bekijk de stralengang tijdens een maansverduistering (zie bijvoorbeeld de kranten rond de maansverduistering van 3 en 4 maart 2007) en zie dat de halfschaduw breder wordt naarmate je verder achter het object gaat zitten. De divergentie van de lichtstralen vanuit een (vrijwel) puntvormige bron heeft als enig gevolg dat de schaduw groter is dan het object zelf.”

Op de vraag die Martin Nagelsmit afgelopen week stelde kwamen geen reacties binnen, dus blijft deze nog een weekje staan. “Hoe komen ze aan de mooie tabelletjes die tegenwoordig zo groot op alle producten staan? Vooral de calorische waarde verbaast me. Hoe wordt de voedingswaarde van levensmiddelen bepaald?” (TvL)

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks voor maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden.

“Waarom is de schaduw die zich dicht bij het object bevindt, strakker omlijnd dan de schaduw die verder van het object is verwijderd, ook wanneer de zon de lichtbron is?” Op deze vraag van twee weken geleden kwamen deze keer meer reacties binnen. Onder andere van Marc Stanescu, zevendejaars student civiele techniek. “Lichtstralen worden verstrooid in de lucht of worden gereflecteerd door objecten. Bij een schaduw dicht bij een object hebben verstrooiing en reflectie relatief minder effect dan bij een schaduw verder weg. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor een schaduw bij bewolkt weer. Er zijn op een bewolkte dag nauwelijks schaduwen, terwijl al het licht toch van de zon af komt. Door verstrooiing van het licht in de wolken komt het licht min of meer van alle kanten.“

De meeste binnengekomen reacties leken in grote lijnen op die van Rintze Zelle, promovendus biotechnologie. Hij vermoedt dat er twee zaken een rol spelen. “Een effect is dat van diffractie, dat optreedt zodra fotonen bij de randen van het object aankomen. Het onscherpe randen-diffractiepatroon zal duidelijker worden naarmate de afstand tussen het object en zijn schaduw groter wordt, omdat het onscherpe buitenste bandje van de schaduw wordt uitgesmeerd over een groter oppervlak. Daarnaast is de afstand tussen zon en aarde te klein om de zon aan te merken als puntbron. Het is beter om uit te gaan van een cirkelvormige bron met een oppervlakte. In dit geval worden de randen van de schaduw toch direct belicht door een deel van het zonsoppervlak. Als de afstand tussen object en schaduw groter wordt, zal ook dit tweede effect zorgen voor steeds vagere randen van de schaduw.”

Johan Mebius, geen onbekende in deze rubriek, geeft als tip deze vraag zuiver meetkundig te beschouwen. “Bekijk de stralengang tijdens een maansverduistering (zie bijvoorbeeld de kranten rond de maansverduistering van 3 en 4 maart 2007) en zie dat de halfschaduw breder wordt naarmate je verder achter het object gaat zitten. De divergentie van de lichtstralen vanuit een (vrijwel) puntvormige bron heeft als enig gevolg dat de schaduw groter is dan het object zelf.”

Op de vraag die Martin Nagelsmit afgelopen week stelde kwamen geen reacties binnen, dus blijft deze nog een weekje staan. “Hoe komen ze aan de mooie tabelletjes die tegenwoordig zo groot op alle producten staan? Vooral de calorische waarde verbaast me. Hoe wordt de voedingswaarde van levensmiddelen bepaald?” (TvL)

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks voor maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.