Het openbaar ministerie heeft strafvervolging ingezet tegen de TU Delft wegens verontreiniging van het afvalwater met kwik. De universiteit moet zich bovendien verantwoorden voor het gebruik van een ‘ionenimplanteur’ zonder de vereiste vergunning.
De verontreinigingszaak is opgehangen aan metingen in 2006. Daaruit bleek dat de riolering van het scheikundegebouw aan de Julianalaan te hoge kwikwaarden bevatte. De TU zelf had de metingen verricht en de resultaten gemeld bij het Hoogheemraadschap van Delfland.
Hoe de verontreiniging is ontstaan is niet duidelijk. TU-woordvoerder Karen Collet vermoedt dat de oorzaak meer dan twintig jaar geleden ligt, toen de regels en de handhaving minder streng waren. Volgens Collet heeft de TU sinds de constatering afdoende maatregelen genomen. Zo werd de riolering meermalen door een gespecialiseerd bedrijf gereinigd en is het rioolstelsel gedeeltelijk vervangen. De kwikwaarde is volgens Collet nu gedaald tot onder de toegestane norm
De aanklacht van het OM komt nadat eerder tot drie keer toe boetes zijn opgelegd wegens het niet vervangen van de vervuilde riolering. Collegevoorzitter Hans van Luijk benadrukt dat de TU de zaak niet heeft willen traineren. “We hebben geprobeerd doelmatig om te gaan met gemeenschapsgelden. Aanvankelijk hoopte de faculteit Technische Natuurwetenschappen de zaak te kunnen oplossen door in afwachting van de nieuwbouw de riolering te reinigen. Toen dat te lang duurde, is alsnog een stuk riolering van het oude gebouw vervangen. Alles bijeen heeft dat 160 duizend euro gekost.”
Naast de aanklacht wegens de kwikverontreiniging heeft het OM een tweede aanklacht tegen de TU Delft ingediend wegens het ongeoorloofd gebruik van een ionenimplanteur, een apparaat waarmee ionen worden versneld voor de fabricage van elektronische chips. Vanwege de elektromagnetische straling die daarbij wordt opgewekt is voor het apparaat een vergunning vereist. De TU stelt dat ten tijde van de aanschaf van het apparaat volgens een conceptversie van de huidige wet voor de ionenimplanteur geen vergunning werd vereist, omdat het apparaat van zichzelf voldoende veilig is. De uiteindelijke regelgeving zou onduidelijk zijn. De TU heeft het apparaat wel jaarlijks aan de inspectiediensten gemeld. In 2006 liet de VROM-inspectiedienst weten, dat dat niet genoeg was: er was tevens een vergunning nodig. Die is vervolgens aangevraagd en verleend. Volgens de TU zijn er bij de vergunning geen aanvullende voorwaarden gesteld voor de manier waarop met de ionenimplanteur moet worden omgesprongen.
Het OM eist van de TU voor beide feiten een ‘lik-op-stuk-vergoeding’ van 150 duizend euro. Dat is geen gewone boete maar een ‘vordering ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel’. Het OM gaat ervan uit dat de universiteit het bedrag heeft overgehouden aan het nalaten van de vereiste maatregelen.
Woensdag 6 februari heeft de meervoudige economische strafkamer van de rechtbank in Den Haag een pro-forma-zitting gehouden, waarin de procedurele kant van de rechtszaak is besproken. De inhoudelijke behandeling volgt later.
De verontreinigingszaak is opgehangen aan metingen in 2006. Daaruit bleek dat de riolering van het scheikundegebouw aan de Julianalaan te hoge kwikwaarden bevatte. De TU zelf had de metingen verricht en de resultaten gemeld bij het Hoogheemraadschap van Delfland.
Hoe de verontreiniging is ontstaan is niet duidelijk. TU-woordvoerder Karen Collet vermoedt dat de oorzaak meer dan twintig jaar geleden ligt, toen de regels en de handhaving minder streng waren. Volgens Collet heeft de TU sinds de constatering afdoende maatregelen genomen. Zo werd de riolering meermalen door een gespecialiseerd bedrijf gereinigd en is het rioolstelsel gedeeltelijk vervangen. De kwikwaarde is volgens Collet nu gedaald tot onder de toegestane norm
De aanklacht van het OM komt nadat eerder tot drie keer toe boetes zijn opgelegd wegens het niet vervangen van de vervuilde riolering. Collegevoorzitter Hans van Luijk benadrukt dat de TU de zaak niet heeft willen traineren. “We hebben geprobeerd doelmatig om te gaan met gemeenschapsgelden. Aanvankelijk hoopte de faculteit Technische Natuurwetenschappen de zaak te kunnen oplossen door in afwachting van de nieuwbouw de riolering te reinigen. Toen dat te lang duurde, is alsnog een stuk riolering van het oude gebouw vervangen. Alles bijeen heeft dat 160 duizend euro gekost.”
Naast de aanklacht wegens de kwikverontreiniging heeft het OM een tweede aanklacht tegen de TU Delft ingediend wegens het ongeoorloofd gebruik van een ionenimplanteur, een apparaat waarmee ionen worden versneld voor de fabricage van elektronische chips. Vanwege de elektromagnetische straling die daarbij wordt opgewekt is voor het apparaat een vergunning vereist. De TU stelt dat ten tijde van de aanschaf van het apparaat volgens een conceptversie van de huidige wet voor de ionenimplanteur geen vergunning werd vereist, omdat het apparaat van zichzelf voldoende veilig is. De uiteindelijke regelgeving zou onduidelijk zijn. De TU heeft het apparaat wel jaarlijks aan de inspectiediensten gemeld. In 2006 liet de VROM-inspectiedienst weten, dat dat niet genoeg was: er was tevens een vergunning nodig. Die is vervolgens aangevraagd en verleend. Volgens de TU zijn er bij de vergunning geen aanvullende voorwaarden gesteld voor de manier waarop met de ionenimplanteur moet worden omgesprongen.
Het OM eist van de TU voor beide feiten een ‘lik-op-stuk-vergoeding’ van 150 duizend euro. Dat is geen gewone boete maar een ‘vordering ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel’. Het OM gaat ervan uit dat de universiteit het bedrag heeft overgehouden aan het nalaten van de vereiste maatregelen.
Woensdag 6 februari heeft de meervoudige economische strafkamer van de rechtbank in Den Haag een pro-forma-zitting gehouden, waarin de procedurele kant van de rechtszaak is besproken. De inhoudelijke behandeling volgt later.
Comments are closed.