Onbekommerd gebruik van fossiele brandstoffen is niet alleen slecht voor het klimaat, het is een zonde. Aldus ethicus en priester Michael S. Northcott.
Michael S. Northcott gaat in zijn boek ‘A Moral Climate’ op zoek naar de moraal van brandstofgebruik en globalisering. Dat is voor een ethicus niet alleen een logische stap, het is ook een noodzakelijke. Negentig procent van de door de mens geproduceerde CO2 is afkomstig uit Europa en Noord-Amerika. De gevolgen van klimaatverandering zullen Afrika en Azië naar verwachting het zwaarst treffen. Hoe eerlijk is dat? Hoe gaan we om met die ‘ongemakkelijke waarheid’? Hoogleraar ethiek Northcott stelt deze kwestie aan de universiteit van Edinburgh aan de orde. Zijn boek is een poging het vraagstuk breder te lanceren.
De zoektocht naar een ecologische ethiek is interessant, omdat de huidige morele richtsnoer van winstmaximalisatie en mensenrechten (als het zo uitkomt) wel erg dun geworden is. Northcott ziet ploertigheid in de samenleving, vervreemding, depressie en ervaring van zinloosheid als gevolgen van het ontbreken van een duidelijke moraal. Hij betoogt dat we slaven geworden zijn van een neo-totalitair systeem: “De commandocentra en controlesystemen van de wereldwijde economie concentreren de economische, ecologische en dus de politieke macht in de handen van rijke ondernemingen en individuen. Het resultaat is een omgekeerd totalitair systeem waarin niet de staat maar de ondernemingen de touwtjes in handen hebben.”
De economie is almachtig, maar kortzichtig. Twee blinde vlekken van de economie beginnen zich volgens de Schot steeds duidelijker te manifesteren: het welzijn van mensen en de staat van de natuurlijke omgeving. Daaronder vallen zowel grondstoffen als (de vervuiling van) lucht, water en bodem. Het feit dat die in de economie als externe factoren (externalities) worden beschouwd, is veelzeggend. De economie mag tot voor kort uitstekend gedraaid hebben, mens en natuur zijn er niet veel mee opgeschoten. In tegendeel, stelt Northcott.
Behalve ethicus is Northcott ook priester aan de Schotse bisschoppelijke kerk. Geen wonder dus dat hij de huidige problematiek vanuit een christelijk perspectief bekijkt. Hij citeert onheilsprofeet Jeremia die het afgedwaalde volk probeert te bekeren en hij haalt ecologische rampen in de Bijbel aan die volgden als straf op de zonde. Na de straf volgt in de Bijbel als regel vergeving en een tweede kans voor de bekeerlingen. De strekking moge duidelijk zijn: ook wij moeten ons bekeren van de ‘zonde van het kapitalisme’ – dat is: alles te gelde maken.
Over hoe we dat moeten doen, geeft Northcott drie contrastrijke voorbeelden. Hij prijst de pelgrimstocht (per voet of per fiets) aan als alternatief voor vliegreizen. “De vreugden en ontberingen van zo’n tocht leveren deugden en vaardigheden op voor het leven.” Kom daar maar eens om in een geheel verzorgde vliegreis. De priester stelt de huidige fast-food-cultuur tegenover het avondmaal, dat in zijn oorsprong mensen samenbrengt om voedsel, drank en verhalen te delen. Verder op de lijn van voedsel vergelijkt Northcott de bio-industrie met de Bijbelse spijswetten, gebaseerd op respect voor het land, de gewassen en het dier. “Heidens eten is de norm geworden in de eenentwintigste eeuw, en deze verafgoding eist slachtoffers – het land, gezonde leefgemeenschappen en nu ook het klimaat.”
Een beetje biobrandstof bijmengen, CO2-opslag en zonnepanelen gaan ons niet uit de brand helpen. En god verhoede dat de mens het klimaat naar zijn hand probeert te zetten met sulfaten in de hoge atmosfeer (een voorstel van Nobel-laureaat Paul Crutzen) of ijzerpoeder in de oceanen. Nee, volgens Northcott moeten we te rade gaan bij de eeuwenoude wijsheid van de Bijbel.
Ongetwijfeld zou de wereld er beter op worden als iedereen de tien geboden na zou leven, maar dat is nog geen antwoord op de vraag naar een klimaatmoraal. Toegegeven, Northcott noemt zijn boek ‘een’ moreel klimaat. Andere antwoorden zijn dus mogelijk. Het wachten is op een ecologische ethiek zonder Jezus en trawanten.
Michael S. Northcott, ‘A Moral Climate: the ethics of global warming’, Darton, Longman and Todd Ltd, Londen, 2007. Circa € 18,-
Michael S. Northcott gaat in zijn boek ‘A Moral Climate’ op zoek naar de moraal van brandstofgebruik en globalisering. Dat is voor een ethicus niet alleen een logische stap, het is ook een noodzakelijke. Negentig procent van de door de mens geproduceerde CO2 is afkomstig uit Europa en Noord-Amerika. De gevolgen van klimaatverandering zullen Afrika en Azië naar verwachting het zwaarst treffen. Hoe eerlijk is dat? Hoe gaan we om met die ‘ongemakkelijke waarheid’? Hoogleraar ethiek Northcott stelt deze kwestie aan de universiteit van Edinburgh aan de orde. Zijn boek is een poging het vraagstuk breder te lanceren.
De zoektocht naar een ecologische ethiek is interessant, omdat de huidige morele richtsnoer van winstmaximalisatie en mensenrechten (als het zo uitkomt) wel erg dun geworden is. Northcott ziet ploertigheid in de samenleving, vervreemding, depressie en ervaring van zinloosheid als gevolgen van het ontbreken van een duidelijke moraal. Hij betoogt dat we slaven geworden zijn van een neo-totalitair systeem: “De commandocentra en controlesystemen van de wereldwijde economie concentreren de economische, ecologische en dus de politieke macht in de handen van rijke ondernemingen en individuen. Het resultaat is een omgekeerd totalitair systeem waarin niet de staat maar de ondernemingen de touwtjes in handen hebben.”
De economie is almachtig, maar kortzichtig. Twee blinde vlekken van de economie beginnen zich volgens de Schot steeds duidelijker te manifesteren: het welzijn van mensen en de staat van de natuurlijke omgeving. Daaronder vallen zowel grondstoffen als (de vervuiling van) lucht, water en bodem. Het feit dat die in de economie als externe factoren (externalities) worden beschouwd, is veelzeggend. De economie mag tot voor kort uitstekend gedraaid hebben, mens en natuur zijn er niet veel mee opgeschoten. In tegendeel, stelt Northcott.
Behalve ethicus is Northcott ook priester aan de Schotse bisschoppelijke kerk. Geen wonder dus dat hij de huidige problematiek vanuit een christelijk perspectief bekijkt. Hij citeert onheilsprofeet Jeremia die het afgedwaalde volk probeert te bekeren en hij haalt ecologische rampen in de Bijbel aan die volgden als straf op de zonde. Na de straf volgt in de Bijbel als regel vergeving en een tweede kans voor de bekeerlingen. De strekking moge duidelijk zijn: ook wij moeten ons bekeren van de ‘zonde van het kapitalisme’ – dat is: alles te gelde maken.
Over hoe we dat moeten doen, geeft Northcott drie contrastrijke voorbeelden. Hij prijst de pelgrimstocht (per voet of per fiets) aan als alternatief voor vliegreizen. “De vreugden en ontberingen van zo’n tocht leveren deugden en vaardigheden op voor het leven.” Kom daar maar eens om in een geheel verzorgde vliegreis. De priester stelt de huidige fast-food-cultuur tegenover het avondmaal, dat in zijn oorsprong mensen samenbrengt om voedsel, drank en verhalen te delen. Verder op de lijn van voedsel vergelijkt Northcott de bio-industrie met de Bijbelse spijswetten, gebaseerd op respect voor het land, de gewassen en het dier. “Heidens eten is de norm geworden in de eenentwintigste eeuw, en deze verafgoding eist slachtoffers – het land, gezonde leefgemeenschappen en nu ook het klimaat.”
Een beetje biobrandstof bijmengen, CO2-opslag en zonnepanelen gaan ons niet uit de brand helpen. En god verhoede dat de mens het klimaat naar zijn hand probeert te zetten met sulfaten in de hoge atmosfeer (een voorstel van Nobel-laureaat Paul Crutzen) of ijzerpoeder in de oceanen. Nee, volgens Northcott moeten we te rade gaan bij de eeuwenoude wijsheid van de Bijbel.
Ongetwijfeld zou de wereld er beter op worden als iedereen de tien geboden na zou leven, maar dat is nog geen antwoord op de vraag naar een klimaatmoraal. Toegegeven, Northcott noemt zijn boek ‘een’ moreel klimaat. Andere antwoorden zijn dus mogelijk. Het wachten is op een ecologische ethiek zonder Jezus en trawanten.
Michael S. Northcott, ‘A Moral Climate: the ethics of global warming’, Darton, Longman and Todd Ltd, Londen, 2007. Circa € 18,-
Comments are closed.