Wetenschap

Verven zonder water

Delta en Delft Integraal berichten regelmatig over innovatieve ideeën met grote beloftes voor de toekomst. Maar wat is een paar jaar later met het idee gebeurd? Hoe staat het bijvoorbeeld met het idee van dr.ir. Martijn van der Kraan om textiel te verven met koolstofdioxide in plaats van water?

Dikke roze en blauw gekleurde rollen textiel liggen opgestapeld voor het raam in het laboratorium Proces & Energy (onderdeel van Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen). Tevreden haalt dr.ir. Martijn van der Kraan nog een rol blauwe polyester textiel uit zijn verfmachine. Hij kan meteen op de stapel. Drogen hoeft niet. Van der Kraan gebruikt immers geen water.

“Het is nu nog maar een kwestie van verfijnen en nog iets beter afstellen”, zegt de onderzoeker, die aan de TU promoveerde op de ontwikkeling van de machine. “Over een jaar moet de eerste grote industriële machine klaar zijn. De afnemer is een grote sportkledingverver in Thailand.”

Van der Kraan en het bedrijf Feyecon, waar de uitvinder nu werkzaam is, verwachten in dat gebied nog veel meer machines te verkopen. “Zuid-Oost Azië is de belangrijkste verfplaats van textiel in de wereld, en tegelijkertijd een gebied waar een tekort is aan schoon water”, legt Van der Kraan uit. “Voor het kleuren van een kilo textiel is honderd liter water nodig. Water dat zo schoon moet zijn, dat het in feite gewoon drinkwater is.”

Nee, dan de verftechniek van Van der Kraan. Die heeft hooguit wat stoom nodig om de CO2 op te warmen. In zijn machine lost de verf op in ‘superkritische’ CO2. Die ontstaat bij een hoge temperatuur en hoge druk, en vertoont de eigenschappen van zowel een vloeistof als een gas. Dat maakt het een uitstekende substantie om verfpoeder in op te lossen.

In twee uur tijd pompt de machine verfpoeder langs elk vezeltje. Honderd liter textiel past erin. In de industriële versie passen straks rollen van duizend liter. Een energieverslinder blijft hij nog altijd: de machine moet constant op 120 graden gehouden worden en werkt bij een druk van 250 bar. Toch verbruikt hij volgens de TU-alumnus nog altijd 25 procent minder energie dan de machines die met water werken.

Dr.ir. Martijn van der Kraan haalt een kurkdroge rol textiel uit zijn verfmachine. (Foto: Tomas van Dijk)

Delta 2004, nummer 1

De CO2 waarmee Van der Kraan werkt is niet in gasfase en niet vloeibaar, maar daar exact tussenin: ‘superkritisch’. In deze toestand heeft CO2 de eigenschappen van zowel gas als vloeistof. “Dat is het lastige van mijn onderzoek”, zegt Van der Kraan. “Handboeken vol zijn er geschreven over gassen en vloeistoffen, maar voor de superkritische fase niet.”

Dikke roze en blauw gekleurde rollen textiel liggen opgestapeld voor het raam in het laboratorium Proces & Energy (onderdeel van Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen). Tevreden haalt dr.ir. Martijn van der Kraan nog een rol blauwe polyester textiel uit zijn verfmachine. Hij kan meteen op de stapel. Drogen hoeft niet. Van der Kraan gebruikt immers geen water.

“Het is nu nog maar een kwestie van verfijnen en nog iets beter afstellen”, zegt de onderzoeker, die aan de TU promoveerde op de ontwikkeling van de machine. “Over een jaar moet de eerste grote industriële machine klaar zijn. De afnemer is een grote sportkledingverver in Thailand.”

Van der Kraan en het bedrijf Feyecon, waar de uitvinder nu werkzaam is, verwachten in dat gebied nog veel meer machines te verkopen. “Zuid-Oost Azië is de belangrijkste verfplaats van textiel in de wereld, en tegelijkertijd een gebied waar een tekort is aan schoon water”, legt Van der Kraan uit. “Voor het kleuren van een kilo textiel is honderd liter water nodig. Water dat zo schoon moet zijn, dat het in feite gewoon drinkwater is.”

Nee, dan de verftechniek van Van der Kraan. Die heeft hooguit wat stoom nodig om de CO2 op te warmen. In zijn machine lost de verf op in ‘superkritische’ CO2. Die ontstaat bij een hoge temperatuur en hoge druk, en vertoont de eigenschappen van zowel een vloeistof als een gas. Dat maakt het een uitstekende substantie om verfpoeder in op te lossen.

In twee uur tijd pompt de machine verfpoeder langs elk vezeltje. Honderd liter textiel past erin. In de industriële versie passen straks rollen van duizend liter. Een energieverslinder blijft hij nog altijd: de machine moet constant op 120 graden gehouden worden en werkt bij een druk van 250 bar. Toch verbruikt hij volgens de TU-alumnus nog altijd 25 procent minder energie dan de machines die met water werken.

Dr.ir. Martijn van der Kraan haalt een kurkdroge rol textiel uit zijn verfmachine. (Foto: Tomas van Dijk)

Delta 2004, nummer 1

De CO2 waarmee Van der Kraan werkt is niet in gasfase en niet vloeibaar, maar daar exact tussenin: ‘superkritisch’. In deze toestand heeft CO2 de eigenschappen van zowel gas als vloeistof. “Dat is het lastige van mijn onderzoek”, zegt Van der Kraan. “Handboeken vol zijn er geschreven over gassen en vloeistoffen, maar voor de superkritische fase niet.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.