Wetenschap

Paradigmashift in polderland

De strijd tegen het water is nog niet gewonnen, maar de benadering is wel veranderd. Nederland werkt niet langer tegen, maar samen met het water, aldus het Kivi-Niria jaarcongres afgelopen donderdag. Die samenwerking is ecologisch, interdisciplinair en maatschappelijk ingebed.

De eerste Deltacommissie werd in 1953 in het leven geroepen na de watersnoodramp. De belangrijkste opdracht was herhaling te voorkomen. De commissie wilde dat bereiken door de kustlijn van de Zeeuwse eilanden in te korten, om het probleem zo beter beheersbaar te maken. Dit plan werd overigens al in de jaren twintig bedacht, maar verdween toen in een la. Het rapport van de Deltacommissie dat in 1960 uitkwam, vormde het startschot voor de stormvloedkering en de afsluiting van de zeegaten tussen de eilanden. De wereld keek verbaasd naar de Nederlandse techniek en voortvarendheid.

De tweede Deltacommissie bracht september vorig jaar haar rapport uit. Alleen de titel al ademt een heel andere benadering: ‘Samen werken met water’. Commissievoorzitter prof.dr. Cees Veerman stelde op het ingenieurscongres: “Er is een einde gekomen aan het beheersingsdenken. We moeten nu denken vanuit verschillende hoeken met respect voor het bestaande. Oplossingen moeten duurzaam zijn. We zijn geen baas meer over de natuur, maar deelgenoot van een mondiaal systeem.”

Dat stelt andere eisen aan ingenieurs. Die moeten – in de woorden van rector Fokkema – niet alleen sommetjes kunnen oplossen, maar ook problemen. Dat vraagt om interdisciplinaire samenwerking, om de inzet van nieuwe technologieën en om inbedding in maatschappelijke processen. De Delta-ingenieur van de toekomst moet volgens Kivi-Niria voorzitter ir. Jan Dekker vooral breed georiënteerd zijn. In zijn toespraak valt Veerman hem bij: “De technologie moet in orde zijn, maar het is deel van een groter geheel.” Delta ging op zoek naar concrete voorbeelden.

De eerste Deltacommissie werd in 1953 in het leven geroepen na de watersnoodramp. De belangrijkste opdracht was herhaling te voorkomen. De commissie wilde dat bereiken door de kustlijn van de Zeeuwse eilanden in te korten, om het probleem zo beter beheersbaar te maken. Dit plan werd overigens al in de jaren twintig bedacht, maar verdween toen in een la. Het rapport van de Deltacommissie dat in 1960 uitkwam, vormde het startschot voor de stormvloedkering en de afsluiting van de zeegaten tussen de eilanden. De wereld keek verbaasd naar de Nederlandse techniek en voortvarendheid.

De tweede Deltacommissie bracht september vorig jaar haar rapport uit. Alleen de titel al ademt een heel andere benadering: ‘Samen werken met water’. Commissievoorzitter prof.dr. Cees Veerman stelde op het ingenieurscongres: “Er is een einde gekomen aan het beheersingsdenken. We moeten nu denken vanuit verschillende hoeken met respect voor het bestaande. Oplossingen moeten duurzaam zijn. We zijn geen baas meer over de natuur, maar deelgenoot van een mondiaal systeem.”

Dat stelt andere eisen aan ingenieurs. Die moeten – in de woorden van rector Fokkema – niet alleen sommetjes kunnen oplossen, maar ook problemen. Dat vraagt om interdisciplinaire samenwerking, om de inzet van nieuwe technologieën en om inbedding in maatschappelijke processen. De Delta-ingenieur van de toekomst moet volgens Kivi-Niria voorzitter ir. Jan Dekker vooral breed georiënteerd zijn. In zijn toespraak valt Veerman hem bij: “De technologie moet in orde zijn, maar het is deel van een groter geheel.” Delta ging op zoek naar concrete voorbeelden:

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.