Twintig jaar geleden kreeg Europa toegang tot het Amerikaanse internet, meldt NRC Handelsblad op 16 november. Tijd voor een kijkje in de geschiedenis.
“Het idee achter het internet is ontstaan tijdens de Koude Oorlog. Onderzoekers in dienst van het Amerikaanse ministerie van defensie hadden de taak een communicatietechniek te ontwikkelen die niet afgeluisterd kon worden door de Russische vijand”, vertelt dr.ir. Jan van Till, voormalig hoogleraar bedrijfsnetwerken, desgevraagd. “Rond 1970 werden daarom verspreid over de Verenigde Staten computers aan elkaar gekoppeld.”
Hoewel het netwerk oorspronkelijk bedoeld was voor militaire doeleinden, werd het al snel beschikbaar gesteld voor wetenschappelijk onderzoek. Van Till: “Het was de bedoeling om zo computerkracht te kunnen delen. Computers waren in die tijd heel duur en schaars en de universiteiten hadden geen geld om elk zo’n apparaat aan te schaffen. Door middel van het netwerk zouden wetenschappers berekeningen kunnen uitvoeren en simulaties laten draaien op een computer op afstand.”
Ook in Europa werden computernetwerken opgezet. Al snel bleek dat wetenschappers meer interesse hadden in het uitwisselen en opsporen van informatie via het computernetwerk, dan in het delen van rekenkracht.
Dr.ir. Kees van der Meer van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, vertelt dat hij samen met een collega in 1978 als eerste een cursus gaf in het opsporen van informatie met behulp van computers. “Daar was toen veel interesse voor vanuit de overheid en het bedrijfsleven. Met vierentwintig cursisten zaten we tien dagen in een hotel. Met acht computers en acht internationale telefoonverbindingen. Dat was in die tijd een erg dure bedoening. Ook was het zoeken naar informatie een hele opgave. Pas later werden er nieuwe protocollen ontwikkeld die het steeds makkelijker maakten om informatie te zoeken en te versturen.”
Met de intrede van de personal computer in 1981, werd het al wat makkelijker om digitale informatie uit te wisselen. Willem van der Poel, emeritus hoogleraar informatica, was er destijds als de kippen bij. “Erg snel ging het allemaal nog niet. In de begintijd hadden de pc’s een snelheid van driehonderd baud. Dat is zo’n dertig tekens per seconde. Als je een programmaatje verstuurde, moest je er zeker een kwartiertje voor gaan zitten. Als je eenmaal ingebeld had, hoorde je een heleboel gekraak en geratel van het modem en vervolgens hoopte je maar dat de informatie goed was doorgekomen.”
Dat het internet in zijn huidige vorm nog maar een dikke tien jaar bestaat, beseffen de meeste studenten niet, constateert de emeritus hoogleraar. “De studenten van nu kunnen zich geen voorstelling maken van hoe het er vroeger uitzag. Ze weten bijvoorbeeld niet dat we in 1975 nog niet direct aan de computer werkten. In plaats daarvan werkten we met stapels ponskaarten en moesten wachten op een uitdraai.”
Comments are closed.