Wetenschap

Tussenstand

RemregelaarNaam: Mathieu Gerard (25)Nationaliteit: BelgischePromotor: Prof.dr.ir. Michel Verhaegen en prof.d

r.ir. Edward Holweg (Werktuigbouwkunde, Maritieme techniek en Technische Materiaalwetenschappen, afdeling Delft Centre Systems and Control)
Onderwerp: Global chassis control using load sensing
Tussenstand: Halverwege

,

“In auto’s zitten steeds meer actieve systemen, zoals sensoren en actoren, die bijvoorbeeld remmen en sturen. Dat geldt vooral voor de auto’s van de toekomst, die nu ontwikkeld worden. Zo krijgt elk wiel een eigen stuur- en remsysteem. Er zijn zo veel sensoren en actoren om de stabiliteit en het comfort van de auto te verbeteren, dat het van groot belang is dat alle sensoren en actoren goed met elkaar in verbinding staan. Ik ontwikkel een regelaar die daarvoor zorgt.
Bij mijn regelaar werken de wielremmen en het stuursysteem voortdurend samen. Stel, je wilt remmen. De ene kant van de weg is gladder dan de andere kant. Als je dan maximaal remt, gaat de auto tollen. Dat kun je voorkomen door van tevoren al bij te sturen. Dat is een voorbeeld waarom het stuur en de remmen op elkaar afgestemd dienen te zijn.
Ik probeer de regelaar zo toegankelijk mogelijk te maken, zodat zowel een ingenieur als een automobilist het kan begrijpen en er mee overweg kan. Ik doe veel testen in ons automotive lab. Daar hebben we een simulator met rem, koppeling en gas, en een computerscherm dat de route laat zien. Ik heb mijn regelaar ingevoerd en test de interactie tussen de regelaar en de chauffeur.
Ik ontwikkel geen automatische piloot. De chauffeur houdt altijd de controle. Tegelijkertijd kan mijn regelaar wel de stabiliteit verbeteren van de auto. Bijvoorbeeld omdat de regelaar weet dat een band meer moet remmen dan de andere. Dat soort gedetailleerde informatie wil een automobilist helemaal niet weten.
De banden van de auto zijn het allerbelangrijkste. Daarmee maakt de auto contact met de weg. Daarom doe ik ook veel tests op onze rollerbank. Ik onderzoek hoe je optimaal kunt remmen en sturen. Goede kennis van het gedrag van de banden is noodzakelijk.
Het beste is natuurlijk om mijn regelaar in de praktijk te testen. In februari komt daarom een BMW 5-serie in ons lab te staan. Voordat mijn regelaar gebruikt kan worden, moet ik nog veel testen. Je moet heel zeker zijn dat er niets misgaat bij het maken van gevaarlijke manoeuvres.
Het spreekt me aan om met auto’s te werken omdat er nog zo ontzettend veel te doen is in de automotive-industrie. Auto’s kunnen bijvoorbeeld nog veel milieuvriendelijker worden. Een nadeel van mijn onderzoek is dat er zoveel mensen met onderzoek naar auto’s bezig zijn. Ik denk altijd: hier heeft misschien iemand anders al over nagedacht. Dat maakt het lastig, want ik wil toch een nieuw, ander systeem maken.”

Remregelaar
Remregelaar

Remregelaar

Naam: Mathieu Gerard (25)
Nationaliteit: Belgische
Promotor: Prof.dr.ir. Michel Verhaegen en prof.dr.ir. Edward Holweg (Werktuigbouwkunde, Maritieme techniek en Technische Materiaalwetenschappen, afdeling Delft Centre Systems and Control)
Onderwerp: Global chassis control using load sensing
Tussenstand: Halverwege

“In auto’s zitten steeds meer actieve systemen, zoals sensoren en actoren, die bijvoorbeeld remmen en sturen. Dat geldt vooral voor de auto’s van de toekomst, die nu ontwikkeld worden. Zo krijgt elk wiel een eigen stuur- en remsysteem. Er zijn zo veel sensoren en actoren om de stabiliteit en het comfort van de auto te verbeteren, dat het van groot belang is dat alle sensoren en actoren goed met elkaar in verbinding staan. Ik ontwikkel een regelaar die daarvoor zorgt.
Bij mijn regelaar werken de wielremmen en het stuursysteem voortdurend samen. Stel, je wilt remmen. De ene kant van de weg is gladder dan de andere kant. Als je dan maximaal remt, gaat de auto tollen. Dat kun je voorkomen door van tevoren al bij te sturen. Dat is een voorbeeld waarom het stuur en de remmen op elkaar afgestemd dienen te zijn.
Ik probeer de regelaar zo toegankelijk mogelijk te maken, zodat zowel een ingenieur als een automobilist het kan begrijpen en er mee overweg kan. Ik doe veel testen in ons automotive lab. Daar hebben we een simulator met rem, koppeling en gas, en een computerscherm dat de route laat zien. Ik heb mijn regelaar ingevoerd en test de interactie tussen de regelaar en de chauffeur.
Ik ontwikkel geen automatische piloot. De chauffeur houdt altijd de controle. Tegelijkertijd kan mijn regelaar wel de stabiliteit verbeteren van de auto. Bijvoorbeeld omdat de regelaar weet dat een band meer moet remmen dan de andere. Dat soort gedetailleerde informatie wil een automobilist helemaal niet weten.
De banden van de auto zijn het allerbelangrijkste. Daarmee maakt de auto contact met de weg. Daarom doe ik ook veel tests op onze rollerbank. Ik onderzoek hoe je optimaal kunt remmen en sturen. Goede kennis van het gedrag van de banden is noodzakelijk.
Het beste is natuurlijk om mijn regelaar in de praktijk te testen. In februari komt daarom een BMW 5-serie in ons lab te staan. Voordat mijn regelaar gebruikt kan worden, moet ik nog veel testen. Je moet heel zeker zijn dat er niets misgaat bij het maken van gevaarlijke manoeuvres.
Het spreekt me aan om met auto’s te werken omdat er nog zo ontzettend veel te doen is in de automotive-industrie. Auto’s kunnen bijvoorbeeld nog veel milieuvriendelijker worden. Een nadeel van mijn onderzoek is dat er zoveel mensen met onderzoek naar auto’s bezig zijn. Ik denk altijd: hier heeft misschien iemand anders al over nagedacht. Dat maakt het lastig, want ik wil toch een nieuw, ander systeem maken.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.