De dikke man in krijtstreeppak en zachtroze das gaat achter het spreekgestoelte staan. Hij kijkt de zaal in, maakt een grapje, bedankt deze en gene.
br />Meteen weet je dat hier een succesvolle man staat.
Maar waaraan kun je het succes aflezen? Is het de ruimte die hij inneemt, zowel in tijd als in plaats? Of zijn het zijn zelfverzekerde gebaren? Tel daarbij op de zelfrelativerende grapjes die hij zich veroorlooft, die hij zich kan veroorloven. Iedereen weet dat deze sir, want dat is hij, een belangrijk persoon is uit een aanzienlijk geslacht. Deze welgemanierdheid krijg je niet aangeleerd in één generatie.
Succes is vooral af te lezen aan de vanzelfsprekendheid waarmee deze geslaagde mensen zich bewegen, zonder haast, zonder aarzeling.
Deze indrukwekkende man houdt aan het einde van een congresdag, na zes lange plenaire presentaties, een overtuigend verhaal. Zijn powerpointshow bestaat uit slechts een paar grafiekjes en een paar plaatjes. Het is geen diavoorstelling, maar een mooi verhaal. Alles is verstaanbaar en begrijpelijk zonder de nuance te vergeten, wat niet van elke spreker gezegd kan worden.
Het publiek krijgt de gelegenheid om vragen te stellen, een overschat programmaonderdeel bij congressen en symposia. Een harige man met een linnentas op zijn buik zegt dat hij teleurgesteld is. Het gaat weer om bruto nationaal product, terwijl het om bruto nationaal geluk zou moeten gaan. Daarna volgt een dierenactiviste die het tijd vindt voor een nieuw Discours, een directeur van een drinkwaterbedrijf die klaagt over de regulering, een vertegenwoordiger van de belangenvereniging van kerncentrales die weer iets anders vindt.
Tijd om aan mijn eigen bruto nationaal geluk te werken. Ik sluip de conferentiezaal uit en loop de brug over, op weg naar het plaatselijke museum.
Comments are closed.