The upcoming Holi festival at the TU Culture Centre is one wild, colorful party you won’t want to miss.
All religious festivals honor and celebrate some god’s divine actions, but they also offer nice insights into a community’s social and cultural dynamics.
So, with winter retreating, it’s time to come out of our cocoons and enjoy the Indian spring harvest festival of Holi, celebrated annually on the day after the full moon in early March, according to the Georgian calendar. With the new crop refilling the cupboards in every household, perhaps it’s such abundance that accounts for Holi’s riotous merriment.
Colorful days, solemn rituals, joyous celebrations – Holi’s a blast! Draped in white, people throng the streets, smearing each other with bright-hued powders and squirting one another with colored water using pichkaris (big syringe-like hand-pumps).
Some believe the festival’s origin stems from the Indian god Krishna, who as a mischievous young boy threw colored water over the gopis (milkmaids), which accounts for Holi’s spirit of practical jokes. Others say a tale in which good triumphs over evil is Holi’s source. King Hiranyakashyapu wanted everyone in his kingdom to worship him; however, his son Prahlad worshipped Lord Vishnu instead, so the king’s sister, Holika, supposedly immune to fire, tried to destroy her nephew Prahlad by tricking him into sitting on her lap in a bonfire. Fortunately, her evil powers failed her, Prahlad emerged from the fire unharmed, and the flames devoured her instead. This, they say, is why traditionally bonfires are lit during Holi.
Color is a big part of Holi’s festivities. In medieval times, the Holi colors, called gulal, were made at home from flowers of the tesu or palash tree, also called ‘the flame of the forest’.
During Holi, actions that at other times could be offensive are allowed. Squirting passersby with colored water, dunking friends in mud pools, teasing and laughter, getting drunk on bhaang (a herb, milk, almonds, dried fruit concoction)…are all perfectly acceptable. In fact, on Holi days, you can get away with almost anything just by saying in Hindi, ‘Bura na mano, Holi hai!’ (‘Don’t mind, it’s Holi!’)
The Holi festival is a celebration of the colors of unity, an opportunity to forget all differences and just have unadulterated fun, irrespective of caste, creed, class or gender. It’s one occasion when sprinkling colored powder or colored water on each other breaks all social barriers, everyone looks the same, and universal brother and sisterhood is gloriously reaffirmed.
Where to celebrate Holi? Everyone is invited to a special Holi party hosted by the TU’s Indian student community at the TU Delft Cultural Centre on March 13, starting at 19:00. Den Haag will also host a big Holi party on March 11: www.holisamen.nl
Daar is-ie dan eindelijk: de betacanon. Een overzicht in boekvorm van, zo lees ik op de cover, ‘wat iedereen moet weten van de natuurwetenschappen’. Een canon geboren uit gekrenkte trots, zoals iedereen weet. Na het verschijnen van de ‘Canon van de Nederlandse Geschiedenis’ van Frits van Oostrom, klaagden de hoogleraren Robbert Dijkgraaf en Louise Fresco in NRC Handelsblad dat Van Oostrom de vaderlandse wetenschap was vergeten. Alleen het planetarium van Eise Eysenga was in de canon opgenomen; daar moest de wetenschap het maar mee doen. Prompt ontstond het plan om een ‘betacanon’ in elkaar te steken, waarbij de afzonderlijke stukjes eerst in de Volkskrant verschenen.
Gekrenkte trots hoeft niet slecht te zijn. Talent bloeit pas op door strijd, zoals Nietzsche ooit zei. Maar dat opbloeien is niet gegarandeerd, en dat blijkt ook in dit geval. Dankzij de gedwongen loop van een veel te lang volgehouden artikelenserie is de betacanon uit elkaar gevallen in niet minder dan vijftig stukjes over zaken als ‘nul’, ‘plastics’, ‘symbolen en formules’, ‘geld’, ‘waterwerken’, ‘zonnestelsel’, ‘taal’ en ‘stad’. Het is kortom, een onoverzichtelijk, bij elkaar geraapt zootje. En dat alles beschreven in luchtig bedoelde maar vaak buitengewoon knullige tekstjes. De eerste zin de canon luidt bijvoorbeeld: ‘Nul is een vanzelfsprekend deel van het dagelijks leven.’ Het stukje over het klimaat met: ‘Het klimaat is hot’. Het periodiek systeem: ‘Lood is eigenlijk net goud’. Over mobiliteit (blijkbaar ook natuurwetenschap): ‘Jezelf verplaatsen van huis naar werk, naar vrienden en op vakantie is onderdeel van het dagelijks leven’.
De reden waarom gekozen is voor dit samenraapsel (Fresco en Dijkgraaf hebben het in hun inleiding zowaar over: ‘Een indrukwekkend panorama van de natuurwetenschappen’) is simpel: men wilde alles erin stoppen. De bijdrage moesten (alweer Fresco en Dijkgraaf:) ‘de natuurwetenschappelijke wereld als een atlas van kaarten overdekken’. Het is met andere woorden geen canon. Een canon hoort de hoogtepunten te geven, de must knows. Deze canon wil de lezer de complete natuurwetenschappen door de strot duwen, en dat op zo ‘luchtig’ mogelijke wijze.
De beide inleiders spreken de wens uit dat de betacanon een weg zal vinden ‘naar het grote publiek, te beginnen in het onderwijs, liefst het basisonderwijs.’ Hetzelfde verlangen keert terug in het voorwoord dat onderwijsminister Plasterk het boek meegaf: ‘Ik ben er zeker van dat deze canon zijn weg zal vinden: in lagere en middelbare scholen.’ Dat is niet te hopen. Kinderen zouden door deze canon een behoorlijk verwrongen indruk krijgen van wat natuurwetenschap inhoudt: zo’n beetje alles, en je moet er vooral over kunnen babbelen. Gelukkig is de kans groot dat Plasterk ongelijk krijgt. Deze betacanon zal ongetwijfeld hetzelfde lot ondergaan als zijn grote broer, de canon van de Nederlandse geschiedenis. Nadat Van Oostrom anderhalf jaar geleden zijn werkstuk presenteerde, kregen alle basisscholen een boekje hierover toegestuurd plus zo’n lekker ouderwetse wandplaat – een zeer lelijk ding overigens, waarop de hoogtepunten der geschiedenis veranderd zijn in vage plaatjes die in een soort slang zijn ondergebracht.
Op 14 juni van dit jaar publiceerde NRC Handelsblad een kleine rondgang langs basisscholen en deskundigen: werd er inmiddels wat gedaan met Frits’ levenswerk? Nee dus. Vrijwel geen enkele school deed er iets mee. De reacties op de canon waren zeer negatief. ‘Daar belast ik mijn leraren niet mee’, merkte een schooldirecteur op. Andere reacties: ‘Er komt zoveel op ons af’ en: ‘Als je ons gek wilt maken, moet je dit doen.’ Over een jaar of tien misschien, dan is er weer tijd en geld voor nieuw lesmateriaal. De hele canonmanie staat voor verspilling, verwarring, vervlakking en vooral: een regenteske mentaliteit. Deze betacanon is daar een loepzuiver voorbeeld van.
Robbert Dijkgraaf e.a., ‘De Betacanon’, Uitgeverij Meulenhoff, paperback, 272 pg’s. ISBN 9789029080552. 25 euro.
EXTRA: Download hier gratis de Fokke & Sukke Betacanon
Marcel Hulspas is wetenschapsjournalist, columnist en publicist. Hij studeerde natuur- en sterrenkunde in Nijmegen en is afgestudeerd als astronoom.
Comments are closed.