De reorganisatie (OOD) leverde een betere verhouding tussen de hoeveelheid wetenschappers en ondersteuners op, maar leidde ook tot meer inhuur.
De beoogde getalsmatige verhouding tussen wetenschappelijk en ondersteunend personeel werd al vrij snel na de reorganisatie (OOD) bereikt, maar op een andere manier dan beoogd. Dat is op te maken uit het rapport Perceptie en Perspectief van de projectgroep Evaluatie ondersteunende diensten.
Een van de doelen van de reorganisatie was meer geld in onderwijs en onderzoek te steken en minder in ondersteuning (dienstverlening). De verhouding wetenschappers-ondersteuners moest omhoog van 1,02 naar 1,45. De TU wilde daarvoor 476 fte’s aan ondersteuners schrappen en 250 fte’s aan wetenschappers (50 vaste en 200 tijdelijke wetenschappers) aantrekken.
Het aantal ondersteuners daalde 150 fte’s minder dan beoogd, maar het tijdelijk wetenschappelijk personeel groeide tweemaal zo hard door een sterke groei van onderzoeksgeld (30,2 miljoen euro meer tweede en derde geldstroom). Het aantal vaste wetenschappers groeide niet.
In dezelfde periode steeg het aantal studenten met 13 procent tot 15321 en het aantal promovendi met 83 procent tot 1756. Dat verklaart volgens de projectgroep het aanwezige gevoel van gestegen werkdruk. Zowel bij wetenschappers als bij ondersteuners (administratie).
De totale kosten voor dienstverlening zijn hoger dan vóór de reorganisatie door extra inhuur en uitbesteding van werk. Zo stegen de kosten voor het uitbestede werk met 32,7 miljoen euro naar een totaal van 54,8 miljoen euro in 2008.
Tegelijkertijd daalde het overheidsgeld dat de TU sinds 2004 kreeg met 15,4 miljoen euro en stegen de kosten voor dienstverlening van 36 procent naar 41 procent. Afgezet tegen alle inkomsten van de TU stegen de kosten voor dienstverlening van 30 procent naar 32 procent.
Of de OOD daarmee mislukt is? “Mislukt is een groot woord”, zegt IJsbrand Haagsma van de projectgroep. “De impliciete doelstelling ‘meer ruimte in financiële middelen voor onderwijs en onderzoek’, is niet gehaald. Dat komt doordat vooral gestuurd is op de verhouding wetenschappers-ondersteuners en niet op kosten voor de dienstverlening.” Samengevat concludeert de projectgroep: veel is bereikt, veel moet nog gebeuren.
De groep beveelt onder meer aan systematisch te letten op wat ondersteuning mag kosten en daarbinnen flexibel te zijn over de eigen inzet versus de inhuur. Ook zou de TU een cultuur moeten creëren waarbij eigen personeel klussen uitvoert, maar ook kennis opdoet indien zij toch extern inhuurt.
Ook moet er meer discussie komen over welke diensten faculteiten eigenlijk willen. Zij moeten meer invloed op de kwaliteit en capaciteit van de dienstverlening hebben. Een ander doel van de reorganisatie was immers de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.
Uit een enquête onder personeel bleek dat die kwaliteit bij vooral finance & control en personeel & organisatie beter moet. Ook meer in het algemeen op het gebied van organisatie, formatiebeheer, personeelsmanagement en informatiesystemen.
De taken van de afdelingssecretariaten zouden opnieuw moeten worden bekeken, omdat zij veel werk op hun bordje krijgen. Daarnaast zou iemand de rol van informatiemanager moeten krijgen om informatiesystemen te beheren.
For the avid cooks among you, the name Delia Smith may conjure up images of the woman who taught us all we know: a national phenomenon in her native Britain, Delia set out to teach the nation how to cook, from boiling an egg and stocking your larder, to what type of pans to use for what. Many people in the culinary world were therefore shocked and appalled when Delia came out of retirement with a new series, in which she undoes all her hard work by telling us that we might as well not bother with all the effort of fresh produce and actually chopping and stirring. No, Delia understands that people today don’t want to bother with all that, and instead would much rather buy vegetables that were already chopped for us, meat that’s already been seasoned for us…. It’s not really cheating, no, it’s just that someone’s already done the work for us.
So when during a commercial break in the aforementioned TV show I saw an advertisement from a particular energy company, telling us that if we installed solar panels on our house they would help us obtain the tax rebate that one can earn from doing so, I thought to myself, ‘Well, why do we have to be the ones to install the solar panels? Why isn’t it like Delia says: have someone else do the hard work, and we can just reap the benefits?’ Because it’s not that we don’t care about global warming – we do! Opinion polls around the world show that it’s one of the issues people are most concerned about. But well, we’re all a bit lazy really, and it’s a bit expensive, and you know, there are so many other things that need doing….
So why isn’t there someone, some company out there that’s ready to be the ready-meal equivalent for the home, do all the pre-packaging and processing and take all the effort out of ‘greening’ our homes? That’s to say, why don’t new houses come standard with solar panels? Why do we have to be the ones to figure out how well insulated our house actually is, and then go about improving its energy efficiency?
One city that’s actually doing something is Rotterdam. I applaud them for their initiative in sending all residents a set of energy-efficient light bulbs. Clearly they understand that while most of us are all for saving the environment, we also don’t always keep that in mind when doing the shopping. However, what makes this an even more inspired idea is that it highlights one important aspect about going green that most people neglect, namely, the cost of it, and how it affects the economy. Economies of scale means that the more of a good you manufacture, the cheaper it becomes to manufacture, and so the cheaper you can sell it for. The cheaper something is, the more people will buy it, and the more money a company makes. So when Rotterdam Municipality went out and bought all those light bulbs, the municipality contributed, in some small way, to making those light bulbs cheaper and hence more affordable for the rest of us.
Because lets face it, money makes the world go round, and most countries, companies and people would rather bury their heads in the sand than sit down and face the harsh realities of what really needs to be done to make any impact. For the policymakers involved, any hint that economic growth must be sacrificed at the expense of ‘going green’ is a non-starter. What we need to do then is figure out how to make money while still being eco-friendly. So picture the scene: a new housing complex is being built. Every house has solar panels. How many solar panels would that be? Lots. To produce all those solar panels would require a factory somewhere. And that factory would employ people and generate income. So not only have we created a new industry, but people can move into new homes replete with energy saving light bulbs, solar panels and perhaps a wind turbine somewhere in the distance, while knowing that they’re doing their part to fight global warming, as the government rakes in the cash while doing their bit against global warming. A win-win situation all round.
Lucia Wamiti, from Kenya, is a BSc student studying Aerospace Engineering.
Comments are closed.