De secretaresses aan de TU zitten in de lift. Alles wijst daarop. De signalen zijn onmiskenbaar. “Er hangt iets in de lucht. Er waait een frisse wind. Of een warme”, meldde Philip Kieffer dinsdag 2 februari aan het begin van een bijeenkomst van het SO-domein.
“Er zijn dingen aan de gang.” SO staat voor secretariële ondersteuning en het SO-domein is onderdeel van de Universiteitsdienst.
Kieffer is katalysator van het SO-domein en dus is het logisch dat hij momentum bespeurt. Maar wat belangrijker is: zijn gehoor van zo’n 120 secretaresses gelooft het ook. Geen gegeneerd gegniffel toen hij zijn opwekkende woorden uitsprak. Ook niet toen hij zijn presentatie afsloot met een al eerder getoonde kreet. Hij ziet het SO-domein ‘het meest krachtige en innovatieve netwerk van secretaresses in non-profit Nederland’ zijn of worden.
Symbolisch
De opkomst voor de bijeenkomst was al een teken van secretariële girlpower. Van de 350 secretaresses die de TU telt kwam ruim een derde naar de toch vooral symbolische bijeenkomst: de presentatie van ZieSO, hun eigen website op Blackboard, en de lancering van OplosUD, hun digitale ideeënbus.
Door weer en wind, onder de paraplu of diep in de jaskraag weggedoken kwamen ze vanuit de bieb, de Aula en zeven faculteiten naar de Berlagezaal in het gemoderniseerde TU-icoon BK City. Ze wilden er bij zijn, de veelal jonge casual geklede meiden en vrouwen van pakweg 20 tot 40 jaar. Delen in de good feeling.
Fundament
Onder dat goede gevoel bleek een hecht fundament te liggen. Het SO-domein – ‘van, voor en door secretaresses’ – is danig in beweging, schetste Kieffer. Er zijn workshops gekomen voor secretaresses, er is een koers uitgezet en er zijn doelen bepaald die brede steun krijgen. Vergaderd is er ook, door een bestuur en met contactpersonen van faculteiten. En vooral: er zijn vier werkgroepen aan de gang gegaan met functie-aspecten als taken en beloning, met een handboek, trainingen, opleidingen en het creëren van een netwerk.
De dinsdag gepresenteerde eigen intranetsite op Blackboard – officieel in bedrijf gesteld door Opmaat-directeur Anka Mulder, is een uitwerking van die initiatieven. Op de site zit natuurlijk een knop voor de ook gelanceerde ideeënbus OplosUD. “Bedoeld om van die kleine, suffe ergernissen op te lossen voor jezelf en voor anderen”, aldus Kieffer. “Dat zaken op een bepaalde website niet zijn te vinden. Dat mensen of instanties niet of moeilijk zijn te bereiken. Hoe je kopiëren in kleur kunt uitschakelen. Mailbox is vol, want nu? Agendabeheer.” Natuurlijk met de mogelijkheid om per mail oplossingen aan te dragen.
Verder krijgen de secretaresses via hun site de beschikking over op hun (werk) gericht nieuws, een agenda en informatie over de SO-organisatie. Daarnaast een altijd in ontwikkeling zijnd handboek en een net zo dynamische lijst met collega-TU-secretaresses gekoppeld aan de plek en bazen waarvoor ze werken, zoals hoogleraren. Verder documenten over presentaties, foto’s, links en – in de toekomst – een ‘chatachtig platform’.
Trots
Het deed Birgit Rademakers, secretaresse bij de faculteit 3mE, goed. “De site is een goed initiatief en het handboek is heel handig”, oordeelde ze. Dat laatste kan zij al een beetje weten, want een handboek dat op 3mE al in gebruik was, diende als voorbeeld voor het ZieSO-handboek. “Het is fantastisch dat er nu TU-breed zo’n handboek is. Nu hoef je als je nieuw bent niet constant het wiel uit te vinden. Het heeft mij een tot anderhalf jaar gekost voor ik een beetje wist hoe het hier werkt. Dat we een eigen site hebben geeft ook iets van trots en een gevoel van saamhorigheid. Je bent niet meer zo alleen, je kunt bij een ander te rade gaan. Maar het is vooral effectief.”
Het SO-domein omschrijven als het meest krachtige en innovatieve netwerk van secretaresses in non-profit Nederland vindt Rademakers ‘ambiteus’. “ Maar het moet gezien de afnemende geldstromen. De lancering van een eigen ideeënbus vindt ze daarom heel goed. Die draagt bij aan effectiviteit, transparantie, overzichtelijkheid en saamhorigheid.”
De Scharsterrijnbrug bij het Friese Joure kan er weer even tegenaan. Zware vrachtwagens die er dag in dag uit over heen denderen, hadden het stalen dek ernstig aangetast. Op het ‘vermoeide’ wegdek is nu een tweede metalen plaat vastgelijmd om de brug extra stijf te maken. Het is voor het eerst dat een brug op deze manier is versterkt.
De verlijmingstechniek komt uit de koker van het het Delftse spinoff-bedrijf Lightweight Structures B.V. Het bedrijf, voortgekomen uit de composietengroep van prof.dr.ir. Adriaan Beukers (L&R) en TNO, liet zich inspireren door een oude techniek voor de fabricage van kunststof scheepsrompen. Die rompen worden vaak gebouwd door onder vacuüm dun-vloeibare polyesterhars te laten vloeien tussen laagjes van glasweefsel.
“Op vergelijkbare wijze hebben we deze brug gerepareerd”, vertelt Aldert Verheus van Lightweight Structures. “Samen met het metaalconstructiebedrijf Takke hebben we een nieuwe plaat bovenop de oude gelegd, het geheel afgedicht en de ruimte tussen de platen vacuüm getrokken. De vacuümpomp zuigt de lijm aan die zich vanuit een kleine opening aan de overzijde gelijkmatig uitsmeert tussen de platen.”
Twee platen simpelweg insmeren met lijm en op elkaar drukken gaat niet, verzekert Verheus. “Tegen de tijd dat je een kant hebt ingesmeerd is de andere al droog. Bovendien blijven er op die manier ook altijd luchtbellen tussen de platen in zitten.”
Het bedrijf had van te voren geëxperimenteerd met een stukje van de oude en vervangen Van Brienenoordbrug. “In de platen zitten talloze butsen en groeven”, vertelt Verheus. “Die maken het lastig om de lijm gelijkmatig verdeeld te krijgen. De truc zit hem in de patroontjes die we de lijm laten volgen. Die moeten rekening houden met de oneffenheden in het wegdek zodat uiteindelijk een egale lijmlaag ontstaat. Hoe we het precies aanpakken, zeg ik niet. Die patroontjes zijn onze sleutel tot succes.”
Onderzoekers van TNO en van de groep gebouwen en civieltechnische constructies van dr. Henk Kolstein (Civiele Techniek en Geowetenschappen) monitoren de brug het komend jaar.
“De techniek lijkt veelbelovend”, zegt Kolstein. “Uit eerste metingen blijkt dat het brugdek op bepaalde kritische locaties veertig à zestig procent stijver is geworden. We moeten nog uitrekenen hoeveel langer de levensduur van de brug hierdoor wordt. Het komend jaar gaan we ook elke maand checken of de verlijmde constructie standhoudt.”
Talloze stalen bruggen in Nederland zijn aan reparatie toe omdat ze kampen met metaalmoeheid. Tijdens de bouw ervan werd onvoldoende geanticipeerd op de enorme toename van het vrachtverkeer.
Een reparatiemethode die de laatste twee jaar veel toegepast wordt is het aanbrengen van een laag hoge sterkte beton. Dat levert volgens Kolstein meer stijfheid op dan de verlijmingstechniek. De Moerdijkbrug is op die manier opgelapt.
Voor de komende tien jaar staan veertien brugreparaties of -vangingen op de rol bij Rijkswaterstaat, verspreidt over heel Nederland.
“Zes daarvan zijn beweegbare bruggen”, vertelt Gerland Nagtegaal van Rijkswaterstaat. “Onze eerste insteek was om deze bruggen te vervangen. Maar als de verlijmingstechniek in Joure een succes blijkt, dan zal een aantal van die bruggen wellicht ook verlijmd worden.”
De verlijmingstechniek is voor beweegbare bruggen zoals ophaalbruggen een gunstig alternatief. Deze bruggen mogen niet te zwaar worden. Het aanbrengen van een laag hoge sterktebeton is dan geen optie.
“Misschien is de methode ook bruikbaar voor vaste bruggen”, zegt Kolstein. “Dat hangt af van het verkeer dat van de brug gebruikmaakt. Maar als er veel zware vrachtwagens over rijden dan is hoge sterkte beton beter.”
Verheus heeft zijn zinnen overigens niet alleen op ophaalbruggen gezet. In 2007 maakte zijn bedrijf een voetgangersbrug over de Provincialeweg in Delft die volledig uit kunststof bestaat. Onlangs verkocht het een vergelijkbare brug aan Moskou. India heeft inmiddels ook bruggen besteld. “Die bruggen hebben helemaal geen onderhoud nodig”, glundert Verheus.
“Er hangt iets in de lucht. Er waait een frisse wind. Of een warme”, meldde Philip Kieffer dinsdag 2 februari aan het begin van een bijeenkomst van het SO-domein. “Er zijn dingen aan de gang.” SO staat voor secretariële ondersteuning en het SO-domein is onderdeel van de Universiteitsdienst.
Het is logisch dat Kieffer momentum bespeurt, hij is immers katalysator van het SO-domein. Wat belangrijker is: zijn gehoor van zo’n 120 secretaresses geloofde het dinsdag ook. Geen gegeneerd gegniffel toen hij zijn opwekkende woorden uitsprak. Ook niet toen hij zijn presentatie afsloot met een al eerder getoonde kreet. Hij ziet het SO-domein ‘het meest krachtige en innovatieve netwerk van secretaresses in non-profit Nederland’ zijn of worden.
Symbolisch
De opkomst voor de bijeenkomst was al een teken van secretariële girlpower. Van de 350 secretaresses die de TU telt kwam ruim een derde naar de toch vooral symbolische bijeenkomst: de presentatie van ZieSO, hun eigen website op Blackboard, en de lancering van OplosUD, hun digitale ideeënbus.
Door weer en wind, onder de paraplu of diep in de jaskraag weggedoken kwamen ze vanuit de bieb, de Aula en zeven faculteiten naar de Berlagezaal in het gemoderniseerde TU-icoon BK City. Ze wilden er bij zijn, de veelal jonge casual geklede meiden en vrouwen van pakweg 20 tot 40 jaar. Delen in de good feeling.
Fundament
Onder dat goede gevoel bleek een hecht fundament te liggen. Het SO-domein – ‘van, voor en door secretaresses’ – is danig in beweging, schetste Kieffer. Er zijn workshops gekomen voor secretaresses, er is een koers uitgezet en er zijn doelen bepaald die brede steun krijgen. Vergaderd is er ook, door een bestuur en met contactpersonen van faculteiten. En vooral: er zijn vier werkgroepen aan de gang gegaan met functie-aspecten als taken en beloning, met een handboek, trainingen, opleidingen en het creëren van een netwerk.
De dinsdag gepresenteerde eigen intranetsite op Blackboard – officieel in bedrijf gesteld door Opmaat-directeur Anka Mulder, is een uitwerking van die initiatieven. Op de site zit natuurlijk een knop voor de ook gelanceerde ideeënbus OplosUD. “Bedoeld om van die kleine, suffe ergernissen op te lossen voor jezelf en voor anderen”, aldus Kieffer. “Dat zaken op een bepaalde website niet zijn te vinden. Dat mensen of instanties niet of moeilijk zijn te bereiken. Hoe je kopiëren in kleur kunt uitschakelen. Mailbox is vol, want nu? Agendabeheer.” Natuurlijk met de mogelijkheid om per mail oplossingen aan te dragen.
Verder krijgen de secretaresses via hun site de beschikking over op hun (werk) gericht nieuws, een agenda en informatie over de SO-organisatie. Daarnaast een altijd in ontwikkeling zijnd handboek en een net zo dynamische lijst met collega-TU-secretaresses gekoppeld aan de plek en bazen waarvoor ze werken, zoals hoogleraren. Verder documenten over presentaties, foto’s, links en – in de toekomst – een ‘chatachtig platform’.
Trots
Het deed Birgit Rademakers, secretaresse bij de faculteit 3mE, goed. “De site is een goed initiatief en het handboek is heel handig”, oordeelde ze. Dat laatste kan zij al een beetje weten, want een handboek dat op 3mE al in gebruik was, diende als voorbeeld voor het ZieSO-handboek. “Het is fantastisch dat er nu TU-breed zo’n handboek is. Nu hoef je als je nieuw bent niet constant het wiel uit te vinden. Het heeft mij een tot anderhalf jaar gekost voor ik een beetje wist hoe het hier werkt. Dat we een eigen site hebben geeft ook iets van trots en een gevoel van saamhorigheid. Je bent niet meer zo alleen, je kunt bij een ander te rade gaan. Maar het is vooral effectief.”
Het SO-domein omschrijven als het meest krachtige en innovatieve netwerk van secretaresses in non-profit Nederland vindt Rademakers ‘ambiteus’. “ Maar het moet gezien de afnemende geldstromen. De lancering van een eigen ideeënbus vindt ze daarom heel goed. Die draagt bij aan effectiviteit, transparantie, overzichtelijkheid en saamhorigheid.”
Comments are closed.