Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Campus

Huisjongste

Bart Gramberg is vierdejaars student industrieel ontwerpen en woont in het Virgielhuis ‘de Hippohoeve’ op de Hyppolytusbuurt. Hij is nu al 2,5 jaar de jongste in huis: de oude lullen weigeren te verhuizen.

Na al die tijd is hij nog steeds degene die koffie zet, maar de overige HJ-taken zijn een beetje verwaterd. Als gevolg van een gewonnen weddenschap mag hij nu zelfs een achtstejaars huisoudste opdracht geven de wc te poetsen. Mocht er ooit een nieuwe HJ komen: die kan zijn borst natmaken. Bart zegt helemaal los te gaan op de nieuwe HJ als hij na al die tijd geen jongste meer is. 

<![CDATA[

]]>Onderzoeksbureau TNO keek naar de twaalf
universiteitssteden plus Den Haag en berekende de impact van universiteiten,
hogescholen, academische ziekenhuizen en onderzoekscentra op de lokale
economie. De onderzoeker keek dus niet naar het belang van een hoog opgeleide
bevolking voor heel Nederland, maar naar de directe effecten van het
kennisbedrijf binnen de stadsmuren.

En die zijn fors. In Wageningen is de
werkgelegendheid voor meer dan de helft te danken aan hoger onderwijs en
R&D-bedrijfjes. In de grote steden Amsterdam en Rotterdam is dat aandeel
een stuk lager, maar nog altijd 7,7 en 8,2 procent van de hele werkgelegenheid
in de stad. Tilburg merkt het minst van zijn universiteit, die slechts 5,7
procent van de werkgelegenheid voor haar rekening neemt; Tilburg is niet groot,
maar de universiteit is nog kleiner. Den Haag heeft wel een hogeschool, maar
geen universiteit en dus is de impact daar slechts 2,2 procent.

Maar al die werknemers en studenten hebben ook
voor afgeleide banen. Denk aan barkeepers, kantoorboekhandelaren en kruideniers.
Negen banen in het hoger onderwijs en R&D leveren de lokale economie gemiddeld
twee afgeleide banen op. In sommige steden is dat effect sterker dan in andere.
Groningen, Nijmegen en Rotterdam merken er het minst van. Daar zijn tien banen
in het hoger onderwijs nodig voor twee banen eromheen. Maar in Delft, Enschede,
Eindhoven, Wageningen en Tilburg is het effect sterker merkbaar: tien banen in
het hoger onderwijs leveren daar drie afgeleide banen op.

Eigenlijk is dit effect niet eens zo sterk,
vergeleken met het effect van pakweg een nieuwe V&D-vestiging of een nieuwe
bowlingbaan. Dat komt volgens de onderzoekers doordat het belangrijkste product
van hoger onderwijs human capital is:
een hoogopgeleide bevolking. Het effect daarvan is niet gemakkelijk te meten.

Het rapport, dat TNO schreef in opdracht van
de landelijke vereniging voor studentenhuisvesters Kences, meldt verder dat
Groningen naar verhouding de meeste studenten telt: één op de vier inwoners is
student. Utrecht en Nijmegen komen dicht in de buurt: daar is respectievelijk
23 procent en 21 procent van de stedelingen student. Rotterdam zit als enige
universiteitsstad onder de tien procent studenten binnen de stadsmuren, maar
Amsterdam (11,5 procent), Tilburg (12,6 procent) en Eindhoven (12,7 procent)
zitten er niet ver boven.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.