De uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek zullen de komende jaren dalen. Alleen voor grootschalige onderzoeksvoorzieningen gaat het budget flink omhoog, blijkt uit de gisteren gepubliceerde rijksbegroting.
Het kabinet reserveert 36 miljoen euro extra voor wetenschappelijke ict-projecten, geavanceerde mri-scanners, biodatabanken en andere grote onderzoeksvoorzieningen. Voor deze grootschalige research-infrastructuur komt daarmee in totaal jaarlijks 56 miljoen euro beschikbaar.
Dat had Zijlstra al eerder bekend gemaakt in zijn strategische agenda. Toen meldde hij ook dat de helft van het extra geld bedoeld is voor ict-voorzieningen: netwerken, supercomputers, geavanceerde dataopslag en dergelijke. Maar dit extraatje moet de wetenschap zelf betalen.
De totale uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek zullen de komende jaren lager worden. Die zweven niet meer rond de één miljard euro, zoals in de vorige rijksbegroting, maar dalen van bijna negenhonderd miljoen in 2012 naar ruim achthonderd miljoen in 2016.
Zo zal het jaarlijkse budget voor wetenschapsfinancier NWO geen 322 miljoen euro bedragen, maar afkalven naar 304 miljoen euro in 2016. NWO verdeelt de zogeheten tweede geldstroom voor onderzoek en financiert wetenschappers op grond van hun onderzoeksvoorstellen. De talentenprogramma’s, waarin de beste onderzoekers om het geld strijden, krijgen het iets minder ruim.
Dit staat los van de bekostiging van universiteiten, die ook minder royaal wordt. Maar in de begroting maakt het kabinet geen onderscheid meer in het onderzoeksdeel en het onderwijsdeel van de universiteitsbekostiging. Het is wel duidelijk dat het budget voor de universiteiten minder hard groeit dan het aantal studenten, zodat onderwijs of onderzoek zullen moeten inleveren.
Wetenschapsgenootschap KNAW blijft goeddeels buiten schot en moet slechts een paar ton inleveren. Het budget blijft boven de negentig miljoen euro.
Tegenover deze daling van het onderzoeksbudget staat de belastingaftrek voor bedrijven. Zij zullen de komende jaren goedkoper research & development kunnen verrichten, omdat ze de kosten van de belasting af kunnen trekken. Daarvoor is komend jaar 250 miljoen euro beschikbaar, oplopend tot 500 miljoen in 2015.
Some things have to get worse before they get better. Take for instance local injuries to knee cartilage, which are treated by removing the damaged tissue, followed by hammering a series of 3-millimetre holes into the bone’s head. This treatment, devised by Dr Richard Steadman in 1981, is based on the healing properties of the ensuing blood and bone marrow cells, which form a secondary cartilage layer within about a week’s time. The trouble though is that hammering holes is not a very precise procedure.
Enter the Healing Water project, a STW-sponsored programme at TU Delft and the Amsterdam Medical Centre (AMC). The project aims to develop a bone-drilling device based on multiple water jets operating at 300 plus bar. PhD student, Steven den Dunnen, has performed preliminary tests that clearly show the piercing power of the jets (and the surprisingly big backsplash). He has worked on the bones of goats, sheeps, pigs and humans, finding that goat bones are about as fragile as human bones. Moreover, there is a large variety among individuals regarding bone hardness, which depends on age, sex, health and medications. Den Dunnen’s PhD supervisor, Dr Gabrielle Tuijthof (Mechanical, Maritime and Materials Engineering), explains that further research during the next three years should optimise control over the water jet technique.
Meanwhile, medical researcher Aimee Kok MD, of AMC, will study the medical aspects of the Steadman therapy, advising on the optimal depth, configuration and diameters of the holes.
Assuming the Healing Water project lives up to expectations, Tuijthof sees further opportunities for using water jets in orthopaedics. In time, water jets could replace all orthopaedic saws and drills in the operation theatre, offering a fast, clean and controllable technology. But don’t forget to take cover from the backsplash.
Comments are closed.