Onderwijs

Bijverdiensten toch terugbetalen volgens oude regels

Studenten die vóór 2010 te veel hebben bijverdiend, moeten toch volgens de oude regels studiefinanciering terugbetalen. De nieuwe, rechtvaardiger regels gelden niet met terugwerkende kracht.


Dat heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald in een rechtszaak van een student tegen de Dienst Uitvoering Onderwijs. De raad zet hiermee een streep door het oordeel van een lagere rechtbank.


De student kreeg in 2010 bericht dat hij studiefinanciering moest terugbetalen over het jaar 2007. De toenmalige, ongunstige regels schreven voor dat hij niet alleen het meerinkomen van ruim tweeduizend euro moest inleveren, maar ook nog eens bijna duizend euro voor zijn ov-jaarkaart.


De politiek vond deze terugbetalingsregeling niet rechtvaardig en met algemene instemming wijzigde toenmalig minister Plasterk de regels per 1 januari 2010. Sindsdien kan het niet meer voorkomen dat iemand duizend euro moet terugbetalen als hij een tientje te veel verdiende.


In deze specifieke zaak nam DUO haar besluit over 2007 pas in 2010. Daarom zouden de nieuwe regels van 2010 moeten worden toegepast, vond de student. De eerste rechtszaak won hij, maar de Dienst Uitvoering Onderwijs ging in hoger beroep.


De CRB kijkt er anders tegenaan. In 2007 had de student te veel verdiend en dus moest de student al sinds 1 januari 2008 om 0.00 uur terugbetalen volgens de toenmalige regels. Dat moest alleen nog aan de student worden meegedeeld. Die mededeling kwam pas in 2010, maar dat verandert niets aan het gevolg van de toenmalige regels, ook al heeft de politiek die regels vanwege voortschrijdend inzicht gewijzigd.

Dat stelt communicatiespecialist ir. Remco de Boer in het nieuwste nummer van technologietijdschrift De Ingenieur. “De dialoog met risicoallergische burgers vraagt om een combinatie van argumenten, empathie en daadkracht.”

Waarom-vraag
De Boer raadpleegde voor zijn onderzoek honderden rapporten, persberichten, krantenartikelen en voorlichtingsmateriaal over onder meer ondergrondse CO2-opslag, het windturbinepark bij Urk en kernafvalopslag in Vlaanderen. Zijn conclusie is dat wat er moet of gaat gebeuren en hoe het gaat gebeuren centraal staat. Veel minder aandacht is er voor de waarom-vraag. Juist dat laatste zorgt voor vertrouwen, iets wat cruciaal is voor draagvlak.

Empathie
Daarnaast constateert hij dat het bij de communicatie over toepassing van technologie ook schort aan het tonen van empathie. “Publiekstechnologie staat bol van de emotie. Maar de overheid – en vooral ingenieurs – communiceren sterk vanuit de ratio. Daarmee wordt olie op het vuur gegooid. Als TNO zegt dat inwoners van Barendrecht niets te vrezen hebben van CO2-opslag en vooral trots moeten zijn, zet dat kwaad bloed. Houd altijd gevoel voor de situatie, hoe onredelijk het protest soms ook lijkt”, adviseert De Boer.

Daadkracht
Hij stelt daarnaast dat draagvlak gediend is bij zicht- en merkbare daadkracht. Ex-minister Camiel Eurlings vindt hij in dat opzicht een goed voorbeeld: hij luisterde naar argumenten, deed er iets mee als ze ter zake waren en hij nam beslissingen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.