Eén van de meest bijzondere activiteiten die in het kader van ‘Delft 750 jaar Cultuurstad’ op stapel staan is het Vertel- en Filmfestival, dat volgende week plaatsvindt.
Gewone Delftenaren die een smakelijk verhaal kunnen vertellen delen het podium met beroepsvertellers. ,,Een goed verhaal moet beeldend zijn”, zegt organisatrice Maria Stiegelis.
De geschiedenis van Delft is op ontelbare manieren vastgelegd. Is het niet op schilderijen, tekeningen, foto’s of film, dan wel in boekvorm. Meestal gaat het om gebeurtenissen waarin belangrijke personen de hoofdrol spelen. De gewone man of vrouw heeft in het culturele nalatenschap doorgaans een ondergeschikte of helemaal geen rol.
Dat geldt niet voor mondelinge verhalen, want daarin komt het alledaagse leven volop aan bod. Reden genoeg om het 750-jarig bestaan van Delft op te luisteren met een Vertelfestival. Veertig stadgenoten die bekend staan om hun onderhoudende verhalen mogen hun kunst laten horen.
Organisatrice Maria Stiegelis heeft haar best gedaan om een zo breed mogelijke selectie van vertellers op het podium te krijgen. ,,Ik heb overal zitten wroeten, lobbyen en ronselen om ze zover te krijgen”, bekent ze. Politici en professoren heeft ze bereid gevonden, maar ook ingezetenen die wekelijks samenkomen in het Delfts Koffiehuis om zich te verdiepen in de Delftse historie.
Licht
Om de deelnemers enigszins voor te bereiden – een deel heeft geen ‘podiumervaring’- zijn er vooraf workshops georganiseerd die onder leiding stonden van Anne van Delft, zelf meesterverteller en vele jaren de organisatrice van het Amsterdams Vertelfestival. Twee zondagen lang gaf zij de deelnemers adviezen om de kunst van het vertellen te perfectioneren.
De Delftse vertellers verzorgen tijdens het festival het voorprogramma. Volgens Stiegelis zit er van alles bij en wordt geen stijl geschuwd. ,,Sommigen komen met eigen verhalen, andere met gekozen verhalen. Er zitten ook Broodje-Aapverhalen tussen – onmogelijke voorvallen die alsmaar groeien en groeien.”
Eén van de vertellers komt bijvoorbeeld met het onwaarschijnlijke verhaal dat Vermeer het licht heeft gestolen van zijn vader. Naar eigen zeggen had die een fotozaak met spots in de etalage waarbij het licht van links komt. Vermeer moet dat zijn opgevallen en heeft er vervolgens schaamteloos gebruik van gemaakt in zijn werk.
Verder wordt er aandacht besteed aan oral history – overgeleverde verhalen uit het verleden. Zo vertelt iemand over zijn familie die al drie generaties bestaat uit melkboeren. De Turkse voorzitter van een moskee maakt zijnopwachting met het verhaal van zijn leven, onder andere hoe hij in Nederland is terechtgekomen.
Directe vorm
In culturen waar het vertellen van verhalen nog steeds een belangrijke plaats inneemt wordt dat vaak muzikaal begeleid. Vandaar dat er in de pauzes Afrikaanse en Zuid- en Middenamerikaanse muziek ten gehore wordt gebracht. De enige Nederlandse bijdrage is van het echtpaar Smit dat onder pianobegeleiding van Gregor Bak liedjes uit ‘De Gek van Delft’ zingt.
Na de pauze is het de beurt aan professionele vertellers, mensen die er hun beroep van hebben gemaakt. Onder hen is Peter van der Linden, door Stiegelis getypeerd als ,,een theatrale duizendpoot”. Verder onder anderen de Peruaanse meesterverteller Nilo Berrocal Vargas, René Eljon die drie interviews van Ischa Meijer voordraagt, de acteur Dirk Groeneveld en Marit van Bohemen, ,,een nieuwe ster aan het firmament”, met een bewerking van het verhaal ‘Vuur’ van Helmert Woudenberg.
Professionele vertellers balanceren vaak op het randje tussen vertellen en theater, zegt Stiegelis. ,,Maar vertellen vormt de basis. Het is belangrijk dat ze in een intieme omgeving optreden, want niets is zo kwetsbaar als de stem. Het is de meest directe vorm van overdracht. Daarom is het ook beter dat de zaal verduisterd is. Het gaat erom dat je contact hebt met de verteller.”
Het Vertel- en filmfestival vindt van vr. 31 mei t/m zo. 2 juni plaats in het Stadhuis, Filmhuis Lumen en de Synagoge.
Delft in beeld
Behalve verhalen wordt in Filmhuis Lumen een groot aantal films vertoond waarin de stad Delft en haar inwoners de hoofdrol spelen. Bijna de hele twintigste eeuw komt daarin aan bod. Er zijn amateurfilmpjes, archiefbeelden maar ook professionele speelfilms die een verrassend en in een enkel geval zelfs onheilspelend portret van de stad geven.
Eén van de oudste films die worden vertoond is ‘Het Geheim van Delft’ van Maurits Binger uit 1917. Tot twee jaar terug werd deze zwijgende film verloren gewaand. Teruggevonden in een privé-collectie werd de kopie gerestaureerd en voorzien van een nieuwe muziekscore gecomponeerd door Henny Vrienten.
De film gaat over een nieuw procedé dat pottenbakker Jan Vogel heeft ontwikkeld om het Delfts porselein nog fraaier te beschilderen. Hij gaat echter zo op in zijn werk dat hij zijn familie verwaarloost, waardoor zowel hijzelf als zijn dochters in de problemen komen. Een typisch Hollandse drama met als hoogtepunt een scène waarin hoofdrolspeelster Annie Bos aan een molenwiek wordt vastgebonden en een rondje door de lucht draait. De film werd geproduceerd in de vermaarde studio’s van Filmfabriek Hollandia in Haarlem.
Must is natuurlijk ‘Nosferatu – Phantom der Nacht’ (1979) van Werner Herzog. Een groot deel van Bram Stoker’s bekende verhaal is opgenomen in de Delftse binnenstad. Klaus Kinski en Isabelle Adjani spelen de hoofdrol, maar ook Rijk de Gooyer en tal van Delftse figuranten zijn present. Fameus is de ‘doodskisten-scène’ op de Grote Markt.
Ook bijzonder is ‘Langs Delftse Straten’ (1978) van Ton Heederik dat gaat over Appie, prof. in de lompelogie, een bekende Delftse ‘voddenman’. In ‘Delft, Studentenstad’ komt de de geschiedenis van de TU in beeld met Polygoonfilms uit de jaren zestig, maar ook met de eigentijdse, snelle voorlichtingsfilm ‘De keus is aan jou’. Verder films over de bezetting, de bevrijding en gewoon over de binnenstad.
,
Eén van de meest bijzondere activiteiten die in het kader van ‘Delft 750 jaar Cultuurstad’ op stapel staan is het Vertel- en Filmfestival, dat volgende week plaatsvindt. Gewone Delftenaren die een smakelijk verhaal kunnen vertellen delen het podium met beroepsvertellers. ,,Een goed verhaal moet beeldend zijn”, zegt organisatrice Maria Stiegelis.
De geschiedenis van Delft is op ontelbare manieren vastgelegd. Is het niet op schilderijen, tekeningen, foto’s of film, dan wel in boekvorm. Meestal gaat het om gebeurtenissen waarin belangrijke personen de hoofdrol spelen. De gewone man of vrouw heeft in het culturele nalatenschap doorgaans een ondergeschikte of helemaal geen rol.
Dat geldt niet voor mondelinge verhalen, want daarin komt het alledaagse leven volop aan bod. Reden genoeg om het 750-jarig bestaan van Delft op te luisteren met een Vertelfestival. Veertig stadgenoten die bekend staan om hun onderhoudende verhalen mogen hun kunst laten horen.
Organisatrice Maria Stiegelis heeft haar best gedaan om een zo breed mogelijke selectie van vertellers op het podium te krijgen. ,,Ik heb overal zitten wroeten, lobbyen en ronselen om ze zover te krijgen”, bekent ze. Politici en professoren heeft ze bereid gevonden, maar ook ingezetenen die wekelijks samenkomen in het Delfts Koffiehuis om zich te verdiepen in de Delftse historie.
Licht
Om de deelnemers enigszins voor te bereiden – een deel heeft geen ‘podiumervaring’- zijn er vooraf workshops georganiseerd die onder leiding stonden van Anne van Delft, zelf meesterverteller en vele jaren de organisatrice van het Amsterdams Vertelfestival. Twee zondagen lang gaf zij de deelnemers adviezen om de kunst van het vertellen te perfectioneren.
De Delftse vertellers verzorgen tijdens het festival het voorprogramma. Volgens Stiegelis zit er van alles bij en wordt geen stijl geschuwd. ,,Sommigen komen met eigen verhalen, andere met gekozen verhalen. Er zitten ook Broodje-Aapverhalen tussen – onmogelijke voorvallen die alsmaar groeien en groeien.”
Eén van de vertellers komt bijvoorbeeld met het onwaarschijnlijke verhaal dat Vermeer het licht heeft gestolen van zijn vader. Naar eigen zeggen had die een fotozaak met spots in de etalage waarbij het licht van links komt. Vermeer moet dat zijn opgevallen en heeft er vervolgens schaamteloos gebruik van gemaakt in zijn werk.
Verder wordt er aandacht besteed aan oral history – overgeleverde verhalen uit het verleden. Zo vertelt iemand over zijn familie die al drie generaties bestaat uit melkboeren. De Turkse voorzitter van een moskee maakt zijnopwachting met het verhaal van zijn leven, onder andere hoe hij in Nederland is terechtgekomen.
Directe vorm
In culturen waar het vertellen van verhalen nog steeds een belangrijke plaats inneemt wordt dat vaak muzikaal begeleid. Vandaar dat er in de pauzes Afrikaanse en Zuid- en Middenamerikaanse muziek ten gehore wordt gebracht. De enige Nederlandse bijdrage is van het echtpaar Smit dat onder pianobegeleiding van Gregor Bak liedjes uit ‘De Gek van Delft’ zingt.
Na de pauze is het de beurt aan professionele vertellers, mensen die er hun beroep van hebben gemaakt. Onder hen is Peter van der Linden, door Stiegelis getypeerd als ,,een theatrale duizendpoot”. Verder onder anderen de Peruaanse meesterverteller Nilo Berrocal Vargas, René Eljon die drie interviews van Ischa Meijer voordraagt, de acteur Dirk Groeneveld en Marit van Bohemen, ,,een nieuwe ster aan het firmament”, met een bewerking van het verhaal ‘Vuur’ van Helmert Woudenberg.
Professionele vertellers balanceren vaak op het randje tussen vertellen en theater, zegt Stiegelis. ,,Maar vertellen vormt de basis. Het is belangrijk dat ze in een intieme omgeving optreden, want niets is zo kwetsbaar als de stem. Het is de meest directe vorm van overdracht. Daarom is het ook beter dat de zaal verduisterd is. Het gaat erom dat je contact hebt met de verteller.”
Het Vertel- en filmfestival vindt van vr. 31 mei t/m zo. 2 juni plaats in het Stadhuis, Filmhuis Lumen en de Synagoge.
Delft in beeld
Behalve verhalen wordt in Filmhuis Lumen een groot aantal films vertoond waarin de stad Delft en haar inwoners de hoofdrol spelen. Bijna de hele twintigste eeuw komt daarin aan bod. Er zijn amateurfilmpjes, archiefbeelden maar ook professionele speelfilms die een verrassend en in een enkel geval zelfs onheilspelend portret van de stad geven.
Eén van de oudste films die worden vertoond is ‘Het Geheim van Delft’ van Maurits Binger uit 1917. Tot twee jaar terug werd deze zwijgende film verloren gewaand. Teruggevonden in een privé-collectie werd de kopie gerestaureerd en voorzien van een nieuwe muziekscore gecomponeerd door Henny Vrienten.
De film gaat over een nieuw procedé dat pottenbakker Jan Vogel heeft ontwikkeld om het Delfts porselein nog fraaier te beschilderen. Hij gaat echter zo op in zijn werk dat hij zijn familie verwaarloost, waardoor zowel hijzelf als zijn dochters in de problemen komen. Een typisch Hollandse drama met als hoogtepunt een scène waarin hoofdrolspeelster Annie Bos aan een molenwiek wordt vastgebonden en een rondje door de lucht draait. De film werd geproduceerd in de vermaarde studio’s van Filmfabriek Hollandia in Haarlem.
Must is natuurlijk ‘Nosferatu – Phantom der Nacht’ (1979) van Werner Herzog. Een groot deel van Bram Stoker’s bekende verhaal is opgenomen in de Delftse binnenstad. Klaus Kinski en Isabelle Adjani spelen de hoofdrol, maar ook Rijk de Gooyer en tal van Delftse figuranten zijn present. Fameus is de ‘doodskisten-scène’ op de Grote Markt.
Ook bijzonder is ‘Langs Delftse Straten’ (1978) van Ton Heederik dat gaat over Appie, prof. in de lompelogie, een bekende Delftse ‘voddenman’. In ‘Delft, Studentenstad’ komt de de geschiedenis van de TU in beeld met Polygoonfilms uit de jaren zestig, maar ook met de eigentijdse, snelle voorlichtingsfilm ‘De keus is aan jou’. Verder films over de bezetting, de bevrijding en gewoon over de binnenstad.
Eén van de meest bijzondere activiteiten die in het kader van ‘Delft 750 jaar Cultuurstad’ op stapel staan is het Vertel- en Filmfestival, dat volgende week plaatsvindt. Gewone Delftenaren die een smakelijk verhaal kunnen vertellen delen het podium met beroepsvertellers. ,,Een goed verhaal moet beeldend zijn”, zegt organisatrice Maria Stiegelis.
De geschiedenis van Delft is op ontelbare manieren vastgelegd. Is het niet op schilderijen, tekeningen, foto’s of film, dan wel in boekvorm. Meestal gaat het om gebeurtenissen waarin belangrijke personen de hoofdrol spelen. De gewone man of vrouw heeft in het culturele nalatenschap doorgaans een ondergeschikte of helemaal geen rol.
Dat geldt niet voor mondelinge verhalen, want daarin komt het alledaagse leven volop aan bod. Reden genoeg om het 750-jarig bestaan van Delft op te luisteren met een Vertelfestival. Veertig stadgenoten die bekend staan om hun onderhoudende verhalen mogen hun kunst laten horen.
Organisatrice Maria Stiegelis heeft haar best gedaan om een zo breed mogelijke selectie van vertellers op het podium te krijgen. ,,Ik heb overal zitten wroeten, lobbyen en ronselen om ze zover te krijgen”, bekent ze. Politici en professoren heeft ze bereid gevonden, maar ook ingezetenen die wekelijks samenkomen in het Delfts Koffiehuis om zich te verdiepen in de Delftse historie.
Licht
Om de deelnemers enigszins voor te bereiden – een deel heeft geen ‘podiumervaring’- zijn er vooraf workshops georganiseerd die onder leiding stonden van Anne van Delft, zelf meesterverteller en vele jaren de organisatrice van het Amsterdams Vertelfestival. Twee zondagen lang gaf zij de deelnemers adviezen om de kunst van het vertellen te perfectioneren.
De Delftse vertellers verzorgen tijdens het festival het voorprogramma. Volgens Stiegelis zit er van alles bij en wordt geen stijl geschuwd. ,,Sommigen komen met eigen verhalen, andere met gekozen verhalen. Er zitten ook Broodje-Aapverhalen tussen – onmogelijke voorvallen die alsmaar groeien en groeien.”
Eén van de vertellers komt bijvoorbeeld met het onwaarschijnlijke verhaal dat Vermeer het licht heeft gestolen van zijn vader. Naar eigen zeggen had die een fotozaak met spots in de etalage waarbij het licht van links komt. Vermeer moet dat zijn opgevallen en heeft er vervolgens schaamteloos gebruik van gemaakt in zijn werk.
Verder wordt er aandacht besteed aan oral history – overgeleverde verhalen uit het verleden. Zo vertelt iemand over zijn familie die al drie generaties bestaat uit melkboeren. De Turkse voorzitter van een moskee maakt zijnopwachting met het verhaal van zijn leven, onder andere hoe hij in Nederland is terechtgekomen.
Directe vorm
In culturen waar het vertellen van verhalen nog steeds een belangrijke plaats inneemt wordt dat vaak muzikaal begeleid. Vandaar dat er in de pauzes Afrikaanse en Zuid- en Middenamerikaanse muziek ten gehore wordt gebracht. De enige Nederlandse bijdrage is van het echtpaar Smit dat onder pianobegeleiding van Gregor Bak liedjes uit ‘De Gek van Delft’ zingt.
Na de pauze is het de beurt aan professionele vertellers, mensen die er hun beroep van hebben gemaakt. Onder hen is Peter van der Linden, door Stiegelis getypeerd als ,,een theatrale duizendpoot”. Verder onder anderen de Peruaanse meesterverteller Nilo Berrocal Vargas, René Eljon die drie interviews van Ischa Meijer voordraagt, de acteur Dirk Groeneveld en Marit van Bohemen, ,,een nieuwe ster aan het firmament”, met een bewerking van het verhaal ‘Vuur’ van Helmert Woudenberg.
Professionele vertellers balanceren vaak op het randje tussen vertellen en theater, zegt Stiegelis. ,,Maar vertellen vormt de basis. Het is belangrijk dat ze in een intieme omgeving optreden, want niets is zo kwetsbaar als de stem. Het is de meest directe vorm van overdracht. Daarom is het ook beter dat de zaal verduisterd is. Het gaat erom dat je contact hebt met de verteller.”
Het Vertel- en filmfestival vindt van vr. 31 mei t/m zo. 2 juni plaats in het Stadhuis, Filmhuis Lumen en de Synagoge.
Delft in beeld
Behalve verhalen wordt in Filmhuis Lumen een groot aantal films vertoond waarin de stad Delft en haar inwoners de hoofdrol spelen. Bijna de hele twintigste eeuw komt daarin aan bod. Er zijn amateurfilmpjes, archiefbeelden maar ook professionele speelfilms die een verrassend en in een enkel geval zelfs onheilspelend portret van de stad geven.
Eén van de oudste films die worden vertoond is ‘Het Geheim van Delft’ van Maurits Binger uit 1917. Tot twee jaar terug werd deze zwijgende film verloren gewaand. Teruggevonden in een privé-collectie werd de kopie gerestaureerd en voorzien van een nieuwe muziekscore gecomponeerd door Henny Vrienten.
De film gaat over een nieuw procedé dat pottenbakker Jan Vogel heeft ontwikkeld om het Delfts porselein nog fraaier te beschilderen. Hij gaat echter zo op in zijn werk dat hij zijn familie verwaarloost, waardoor zowel hijzelf als zijn dochters in de problemen komen. Een typisch Hollandse drama met als hoogtepunt een scène waarin hoofdrolspeelster Annie Bos aan een molenwiek wordt vastgebonden en een rondje door de lucht draait. De film werd geproduceerd in de vermaarde studio’s van Filmfabriek Hollandia in Haarlem.
Must is natuurlijk ‘Nosferatu – Phantom der Nacht’ (1979) van Werner Herzog. Een groot deel van Bram Stoker’s bekende verhaal is opgenomen in de Delftse binnenstad. Klaus Kinski en Isabelle Adjani spelen de hoofdrol, maar ook Rijk de Gooyer en tal van Delftse figuranten zijn present. Fameus is de ‘doodskisten-scène’ op de Grote Markt.
Ook bijzonder is ‘Langs Delftse Straten’ (1978) van Ton Heederik dat gaat over Appie, prof. in de lompelogie, een bekende Delftse ‘voddenman’. In ‘Delft, Studentenstad’ komt de de geschiedenis van de TU in beeld met Polygoonfilms uit de jaren zestig, maar ook met de eigentijdse, snelle voorlichtingsfilm ‘De keus is aan jou’. Verder films over de bezetting, de bevrijding en gewoon over de binnenstad.

Comments are closed.