Naam: Georgi Kuzmanov (29)Nationaliteit: BulgaarsOnderwerp: Reconfiguerable multimedia processingPromotor: prof.d
r. Stamatis Vassiladis van de basiseenheid computer engineering (EWI)
Tussenstand: Kuzmanov verwacht eind dit jaar te promoveren.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
“Lees eerst tenminste honderd publicaties, dan gaan we praten. Dit is wat mijn promotor, tevens begeleider, me vertelde aan het begin van mijn promotieonderzoek. Ik was naar hem toegekomen om een route uit te stippelen voor mijn onderzoek. Uiteindelijk heb ik veel meer wetenschappelijke literatuur gelezen voordat ik naar hem toestapte, zoveel dat ik de tel kwijtraakte. Hij wilde hiermee zeggen: om het in het onderzoeksveld van multimedia processing te gaan maken, moet je heel veel vakliteratuur lezen.
Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik nieuwe hardware voor de computer gemaakt. Hiermee kan ik sneller multimedia-applicaties afspelen, zoals mpeg-films, jpeg, computergrafieken, enzovoorts. Dit is me gelukt met een techniek die reconfigureable multimedia processing heet.
Op mijn hardware kunnen multimedia-applicaties vijf tot tien keer sneller werken. De technieken die ik gebruikte en ontwikkelde, zijn ook toepasbaar op onder andere netwerkprocessing en data-enscriptie.
In Bulgarije heb ik na mijn studie twee jaar in een internationaal bedrijf gewerkt voor chips en processors, maar ik wilde promoveren omdat je dan heel diep in een onderwerp kan duiken.
Ik móest ook wel diep graven in het onderzoeksgebied van multimedia processing, want er is veel competitie met andere universiteiten en bedrijven aan beide kanten van de oceaan. Om die strijd aan te gaan, moet ik veel van het onderwerp weten. Dat kost veel tijd en moeite en dat vond ik in het begin van mijn promotieonderzoek frustrerend.
Het eerste jaar heb ik veel geleerd. Je verdiept je dan in het probleem, waarna je het als promovendus gaat oplossen. Je moet zeer vastberaden zijn voordat je aan een promotieonderzoek begint, want er komen nogal wat tegenslagen. En het is geen plek waar je komt voor het geld, maar voor je eigen ontwikkeling . Verder moet een promovendus bereid zijn tien uur of meer per dag te werken. Minder werken is niet mogelijk, tenminste – als je het onderzoek in vier jaar wilt afronden met een hoge kwaliteit. Het onderzoek geeft me veel voldoening, daarom vind ik het niet erg om veel te werken.
Ik houd heel goed in de gaten wat collega’s van andere onderzoeksgroepen doen. Het kan veel stress geven om de concurrenten voor te blijven. Tegelijkertijd is de druk de drijvende kracht voor mijn werk. Bovendien is dit onderdeel van het werk. Na mijn promotie wil ik weer terug naar de industrie, want ik wil mijn academische kennis overdragen en toepassen. Ik blijf in Europa, het maakt me niet uit waar. Er is in Europa veel potentie op dit onderzoeksterrein en ik denk dat ik wat kan bijdragen.” (IL)
Delete it
Naam: Georgi Kuzmanov (29)
Nationaliteit: Bulgaars
Onderwerp: Reconfiguerable multimedia processing
Promotor: prof.dr. Stamatis Vassiladis van de basiseenheid computer engineering (EWI)
Tussenstand: Kuzmanov verwacht eind dit jaar te promoveren.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
“Lees eerst tenminste honderd publicaties, dan gaan we praten. Dit is wat mijn promotor, tevens begeleider, me vertelde aan het begin van mijn promotieonderzoek. Ik was naar hem toegekomen om een route uit te stippelen voor mijn onderzoek. Uiteindelijk heb ik veel meer wetenschappelijke literatuur gelezen voordat ik naar hem toestapte, zoveel dat ik de tel kwijtraakte. Hij wilde hiermee zeggen: om het in het onderzoeksveld van multimedia processing te gaan maken, moet je heel veel vakliteratuur lezen.
Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik nieuwe hardware voor de computer gemaakt. Hiermee kan ik sneller multimedia-applicaties afspelen, zoals mpeg-films, jpeg, computergrafieken, enzovoorts. Dit is me gelukt met een techniek die reconfigureable multimedia processing heet.
Op mijn hardware kunnen multimedia-applicaties vijf tot tien keer sneller werken. De technieken die ik gebruikte en ontwikkelde, zijn ook toepasbaar op onder andere netwerkprocessing en data-enscriptie.
In Bulgarije heb ik na mijn studie twee jaar in een internationaal bedrijf gewerkt voor chips en processors, maar ik wilde promoveren omdat je dan heel diep in een onderwerp kan duiken.
Ik móest ook wel diep graven in het onderzoeksgebied van multimedia processing, want er is veel competitie met andere universiteiten en bedrijven aan beide kanten van de oceaan. Om die strijd aan te gaan, moet ik veel van het onderwerp weten. Dat kost veel tijd en moeite en dat vond ik in het begin van mijn promotieonderzoek frustrerend.
Het eerste jaar heb ik veel geleerd. Je verdiept je dan in het probleem, waarna je het als promovendus gaat oplossen. Je moet zeer vastberaden zijn voordat je aan een promotieonderzoek begint, want er komen nogal wat tegenslagen. En het is geen plek waar je komt voor het geld, maar voor je eigen ontwikkeling . Verder moet een promovendus bereid zijn tien uur of meer per dag te werken. Minder werken is niet mogelijk, tenminste – als je het onderzoek in vier jaar wilt afronden met een hoge kwaliteit. Het onderzoek geeft me veel voldoening, daarom vind ik het niet erg om veel te werken.
Ik houd heel goed in de gaten wat collega’s van andere onderzoeksgroepen doen. Het kan veel stress geven om de concurrenten voor te blijven. Tegelijkertijd is de druk de drijvende kracht voor mijn werk. Bovendien is dit onderdeel van het werk. Na mijn promotie wil ik weer terug naar de industrie, want ik wil mijn academische kennis overdragen en toepassen. Ik blijf in Europa, het maakt me niet uit waar. Er is in Europa veel potentie op dit onderzoeksterrein en ik denk dat ik wat kan bijdragen.” (IL)
Delete it
Comments are closed.