Architect Willemien Bosch exposeert haar afstudeeropdracht voor bouwkunde, een tuin op het Berlijnse museumeiland, in het Nederlands Architectuur instituut. En passant ontwikkelde ze een nieuwe ontwerpmethode.
Het Spreeinsel in Berlijn is een eiland met twee verschillende gezichten. Aan de noordkant laten de rondstruinende Japanners hun camera’s onophoudelijk flitsen. Daar staan publiekstrekkers als het neobarokke Pergamon Museum en Alten Museum. Aan de zuidkant is het een stuk rustiger. Daar staat een ruïne van het betonnen Pallast der Republik, eens het bestuurlijke symbool van het voormalige Oost-Duitsland.
“Dat de noord- en zuidkant van het eiland van elkaar verschillen als dag en nacht trok mij meteen aan”, zegt Willemien Bosch. “Het Pallast der Republik is voor de West-Berlijners een zeer beladen plaats. Zij willen het afbreken en er een slot, dat er vroeger stond, herbouwen. Het noorden ziet zwart van de toeristen, maar de ruïne van het Pallast staat er verloren en verlaten bij.”
Het noorden en zuiden worden gescheiden door de drukke winkelstraat Unter den Linden. Bosch wilde als afstudeeropdracht noord en zuid, en eigenlijk dus ook oost en west, met elkaar verbinden. Zij ontwierp daarvoor een tuin van vierhonderd meter langs de westelijke oever van het eiland. “De tuin is er voor iedereen. Het maakt de scheiding tussen oost en west minder groot, zodat de oude scheiding minder voelbaar wordt. Het Nederlands Architectuur instituut (NAi) stelt een film van het ontwerp van Bosch, vijftien foto’s van haar maquette en vijf vooraanzichten, tentoon in Nest, een kleine expositieruimte.
De tuin bevat vijf paviljoens, waarvan een aantal als een soort teaser werken van de musea. De gebouwen hebben hoekige vormen. Het eerste paviljoen, dat vlakbij de weg Unter den Linden staat, is gemaakt van beton en staal. En aan de andere kant van de weg bedacht Bosch een drive-in-bioscoop met Biergarten op een parkeerterrein. “Ik heb er bewust voor gekozen om de overgang van de drukke weg naar een tuin geleidelijk te maken. Vlakbij de weg heb ik industriële, gladde materialen gebruikt, zoals beton en staal. En gladde bomen, zoals berken. Hoe noordelijker je komt, hoe warmer het wordt. Een ander paviljoen is van baksteen, wat ruwer materiaal. En het boothuis in het noorden is van hout gemaakt en daar staan beuken.”
Het boothuis hangt voor een gedeelte boven het water. In de vloer zit een groot gat. “Ik wilde het water en de tuin door laten lopen in de gebouwen. Houten planken, die ik als dak van het boothuis gebruik, heb ik willekeurig op het gebouw geplaatst. Als het regent word je binnen ook nat. Er lopen ook riviertjes onder de gebouwen door, waar je soms via bruggen, dan weer via stepping stones, overheen kunt lopen. De tuin is een soort doolhof, waar je doorheen dwaalt.”
Hoe de architect tot dit ontwerp kwam is opvallend. “Normaal maak je eerst een plattegrond van de omgeving en een grondige analyse. Dat heb ik achterwege gelaten. Ik ben naar het eiland gegaan en heb foto’s genomen en vervolgens een collage gemaakt. Dat is hoogst ongebruikelijk bij Bouwkunde. Ik wilde graag een nieuwe vorm van ontwerpen bedenken. Ik wilde af van een rationeel ontwerpproces en met een intuïtieve benadering experimenteren.”
Bosch koos er daarom voor met behulp van haar foto’s een 3d-film te maken op de computer, die ook te zien is op de tentoonstelling. Daarin is te zien hoe de perspectieven op de verschillende gebouwen van het eiland steeds veranderen. De sfeer van dat filmpje wilde ze in haar ontwerp gebruiken. “De aanzichten van de gebouwen liepen door elkaar heen en dat leverde heel opmerkelijk perspectieven op. Ze werden een soort kunstwerk op zich. Alles werd heel hoekig op het filmpje. Daardoor heb ik me laten inspireren en ervoor gekozen om alle gebouwen heel hoekig te ontwerpen. Het is zonde dat deze manier van ontwerpen bij Bouwkunde niet wordt gebruikt, terwijl het een heel verrassend resultaat oplevert.” (RV)
Willemien Bosch’ afstudeeropdracht is tot en met 22 april te zien in het NAi. Het is nog niet duidelijk of de tuin gerealiseerd zal worden.
Willemien Bosch: “Mijn tuin maakt de scheiding tussen oost en west minder groot, zodat de oude scheiding minder voelbaar wordt.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Het Spreeinsel in Berlijn is een eiland met twee verschillende gezichten. Aan de noordkant laten de rondstruinende Japanners hun camera’s onophoudelijk flitsen. Daar staan publiekstrekkers als het neobarokke Pergamon Museum en Alten Museum. Aan de zuidkant is het een stuk rustiger. Daar staat een ruïne van het betonnen Pallast der Republik, eens het bestuurlijke symbool van het voormalige Oost-Duitsland.
“Dat de noord- en zuidkant van het eiland van elkaar verschillen als dag en nacht trok mij meteen aan”, zegt Willemien Bosch. “Het Pallast der Republik is voor de West-Berlijners een zeer beladen plaats. Zij willen het afbreken en er een slot, dat er vroeger stond, herbouwen. Het noorden ziet zwart van de toeristen, maar de ruïne van het Pallast staat er verloren en verlaten bij.”
Het noorden en zuiden worden gescheiden door de drukke winkelstraat Unter den Linden. Bosch wilde als afstudeeropdracht noord en zuid, en eigenlijk dus ook oost en west, met elkaar verbinden. Zij ontwierp daarvoor een tuin van vierhonderd meter langs de westelijke oever van het eiland. “De tuin is er voor iedereen. Het maakt de scheiding tussen oost en west minder groot, zodat de oude scheiding minder voelbaar wordt. Het Nederlands Architectuur instituut (NAi) stelt een film van het ontwerp van Bosch, vijftien foto’s van haar maquette en vijf vooraanzichten, tentoon in Nest, een kleine expositieruimte.
De tuin bevat vijf paviljoens, waarvan een aantal als een soort teaser werken van de musea. De gebouwen hebben hoekige vormen. Het eerste paviljoen, dat vlakbij de weg Unter den Linden staat, is gemaakt van beton en staal. En aan de andere kant van de weg bedacht Bosch een drive-in-bioscoop met Biergarten op een parkeerterrein. “Ik heb er bewust voor gekozen om de overgang van de drukke weg naar een tuin geleidelijk te maken. Vlakbij de weg heb ik industriële, gladde materialen gebruikt, zoals beton en staal. En gladde bomen, zoals berken. Hoe noordelijker je komt, hoe warmer het wordt. Een ander paviljoen is van baksteen, wat ruwer materiaal. En het boothuis in het noorden is van hout gemaakt en daar staan beuken.”
Het boothuis hangt voor een gedeelte boven het water. In de vloer zit een groot gat. “Ik wilde het water en de tuin door laten lopen in de gebouwen. Houten planken, die ik als dak van het boothuis gebruik, heb ik willekeurig op het gebouw geplaatst. Als het regent word je binnen ook nat. Er lopen ook riviertjes onder de gebouwen door, waar je soms via bruggen, dan weer via stepping stones, overheen kunt lopen. De tuin is een soort doolhof, waar je doorheen dwaalt.”
Hoe de architect tot dit ontwerp kwam is opvallend. “Normaal maak je eerst een plattegrond van de omgeving en een grondige analyse. Dat heb ik achterwege gelaten. Ik ben naar het eiland gegaan en heb foto’s genomen en vervolgens een collage gemaakt. Dat is hoogst ongebruikelijk bij Bouwkunde. Ik wilde graag een nieuwe vorm van ontwerpen bedenken. Ik wilde af van een rationeel ontwerpproces en met een intuïtieve benadering experimenteren.”
Bosch koos er daarom voor met behulp van haar foto’s een 3d-film te maken op de computer, die ook te zien is op de tentoonstelling. Daarin is te zien hoe de perspectieven op de verschillende gebouwen van het eiland steeds veranderen. De sfeer van dat filmpje wilde ze in haar ontwerp gebruiken. “De aanzichten van de gebouwen liepen door elkaar heen en dat leverde heel opmerkelijk perspectieven op. Ze werden een soort kunstwerk op zich. Alles werd heel hoekig op het filmpje. Daardoor heb ik me laten inspireren en ervoor gekozen om alle gebouwen heel hoekig te ontwerpen. Het is zonde dat deze manier van ontwerpen bij Bouwkunde niet wordt gebruikt, terwijl het een heel verrassend resultaat oplevert.” (RV)
Willemien Bosch’ afstudeeropdracht is tot en met 22 april te zien in het NAi. Het is nog niet duidelijk of de tuin gerealiseerd zal worden.
Willemien Bosch: “Mijn tuin maakt de scheiding tussen oost en west minder groot, zodat de oude scheiding minder voelbaar wordt.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Comments are closed.