Het oosten van Afrika trekt zich los van de rest van het continent. Dit trage proces was tot voor kort alleen indirect waar te nemen. Masterstudente Anneleen Oyen werkte mee aan een directere procedure.
Het resultaat? Co-auteurschap van een artikel in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature.
Fikse aardschokken of vulkaanuitbarstingen. Dat soort gevolgen van het langzame opbreken van Afrika, waren tot voor kort de enige aanwijzingen die wetenschappers hadden bij hun onderzoek. Het continent splijt rond een breuklijn in het oosten (‘de Oost-Afrikaanse slenk’) als gevolg van de tergend trage (millimeters per jaar) beweging van de onderliggende platen. Het opbreken is geen continu proces, maar gebeurt met horten en stoten. De beweging van de platen zorgt ervoor dat er extra hard aan de slenk getrokken wordt en zodra die kracht te groot wordt, scheurt het continent een stukje verder uit elkaar.
Doordat van te voren niet te voorspellen is wanneer de volgende scheuring op stapel staat, konden wetenschappers achteraf slechts gissen naar de exacte toedracht. Met behulp van een radarsatelliet van ESA, bleek masterstudente Anneleen Oyen echter in staat de verschuiving direct waar te nemen.
Hiervoor bekeek een gedeelte van de slenk in Tanzania rond welke in 2007 enkele aardschokken waren waargenomen. Door opnamen van voor en na de verschuiving met elkaar te vergelijken kon ze – met een nauwkeurigheid van centimeters – de beweging terugvinden. Verrassend daarbij was dat de stukken continent honderd maal verder uit elkaar waren bewogen, dan slechts op grond van de schokken verwacht werd. Vermoedelijk veroorzaakt het grootste gedeelte van de verschuiving dus geen waarneembare trillingen in de grond.
Lees volgende week meer over dit onderwerp in Delta 39.
Fikse aardschokken of vulkaanuitbarstingen. Dat soort gevolgen van het langzame opbreken van Afrika, waren tot voor kort de enige aanwijzingen die wetenschappers hadden bij hun onderzoek. Het continent splijt rond een breuklijn in het oosten (‘de Oost-Afrikaanse slenk’) als gevolg van de tergend trage (millimeters per jaar) beweging van de onderliggende platen. Het opbreken is geen continu proces, maar gebeurt met horten en stoten. De beweging van de platen zorgt ervoor dat er extra hard aan de slenk getrokken wordt en zodra die kracht te groot wordt, scheurt het continent een stukje verder uit elkaar.
Doordat van te voren niet te voorspellen is wanneer de volgende scheuring op stapel staat, konden wetenschappers achteraf slechts gissen naar de exacte toedracht. Met behulp van een radarsatelliet van ESA, bleek masterstudente Anneleen Oyen echter in staat de verschuiving direct waar te nemen.
Hiertoe bekeek zij een gedeelte van de slenk in Tanzania rond welke in 2007 enkele aardschokken waren waargenomen. Door opnamen van voor en na de verschuiving met elkaar te vergelijken kon ze – met een nauwkeurigheid van centimeters – de beweging terugvinden. Verrassend daarbij was dat de stukken continent honderd maal verder uit elkaar waren bewogen, dan slechts op grond van de schokken verwacht werd. Vermoedelijk veroorzaakt het grootste gedeelte van de verschuiving dus geen waarneembare trillingen in de grond.
Lees volgende week meer over dit onderwerp in Delta 39.
Comments are closed.