Campus

Saai zolang het goed gaat

Kunstenaar en durfal Joost Conijn bouwde zelf een vliegtuig en stortte ermee neer. Museum Boijmans van Beuningen toont in de tentoonstelling ‘Solo’ zijn opmerkelijke films en het vliegtuigwrak.

“Ik ben wel blij dat we nu nog leven”, zegt een vriend van Joost Conijn in Conijns film ‘OK-KUL 09’. Samen zijn ze dan net aan de dood ontsnapt. De crash met het vliegtuig dat Conijn zelf bouwde, leverde alleen wat rode striemen op. Op de achtergrond rijden een ambulance en brandweerauto richting het oranje vliegtuig, waarvan de neus en vleugels zijn geknakt.

“Ik voelde daarna zo’n opluchting”, zegt Conijn een jaar later. “Als piloot kijk je altijd vanuit je ooghoek naar plekken waar je een noodlanding kan maken. Nu was het ook echt nodig. Als je neerstort breek je als het ware door de angst heen, dat was een geweldig gevoel. Een echte bevrijding.” Of zoals Conijn laconiek in zijn film ‘Vliegtuig’ zegt: “Ach, als alles goed gaat is het eigenlijk heel saai.”

Saai zijn de films van waaghals en kunstenaar Joost Conijn (1971) zeker niet. Vijf van zijn films zijn te zien in Boijmans, waaronder ‘OK-KUL 09’. In het museum is ook het wrak van het vliegtuig te bewonderen. Joost Conijn is naast een fascinerende kunstenaar vooral een knutselaar pur sang. Hij onderscheidt zich door zijn originele inzicht en opmerkelijke bouwwerken. Zo maakte hij bijvoorbeeld ook een hek in de woestijn, dat automatisch opengaat als er een auto aankomt en een auto die op hout rijdt.

In 2001 trok hij met deze opzienbarende auto door Oost-Europa. Conijn maakte niet alleen de deuren, het dak en de motorkap van hout, de auto gebruikt ook hout als brandstof. “Mensen reizen eigenlijk alleen nog maar over verharde wegen, waarlangs benzinepompen staan, omdat je daar als automobilist afhankelijk van bent. Dat wilde ik niet. Ik wilde van de gebaande paden af en onafhankelijk zijn van benzine. Ik wilde ook in een laag tempo reizen, in het tempo van de Oost-Europese cultuur. Natuurlijk gebruikte ik de auto vooral om mensen te ontmoeten.”

En dat laatste ging Conijn zeer goed af. Hij legde zijn odyssee door Oost-Europa vast in de film ‘Hout Auto’, die ongeveer een half uur duurt. “Pech met de auto is voor veel mensen heel vervelend, maar ik kwam door pech juist in contact met anderen. De ANWB kon ik niet bellen. Ik wilde juist mensen ontmoeten.” En dat lukte uitstekend. Want overal waar de kunstenaar kwam, liepen dorpen leeg om naar de opmerkelijke wagen te kijken. “De auto maakte vrienden”, zegt Conijn. “Hij vertelde zijn eigen verhaal. Vaak verstonden de mensen die kwamen kijken en ik elkaar niet. Maar dat maakte daardoor niet uit.”

Zo reed Conijn bijvoorbeeld over zandpaden door een dennenbos. Daar kwam hij een oude vrouw tegen met nog maar een paar tanden in de mond. Zij bood hem kaas aan in haar vervallen woning, omringd door kippen en varkens. Met grote ogen keek ze naar de wagen. Twee aangesnelde buurmannen klopten op de deuren en staarden gefascineerd naar de houttank, een soort grote snelkookpan, die Conijn achterop de auto had gemonteerd. “Iedereen was gefascineerd door hoe de auto werkte en al vrij snel hadden ze door hoe het ding in elkaar zat. Die auto werkte betoverend.”

Gastschrijver Tommy Wieringa, maakte gebruik van Conijns expertise in zijn roman ‘Joe Speedboot’. Daarin bouwen Joe en zijn vrienden zelf een vliegtuig, net als Conijn. Tijdens een van de publieke lezingen zal Wieringa de film ‘Vliegtuig’ van Conijn in Delft laten zien. “Eigenlijk ben ik wars van opleidingen”, zegt Conijn. “Ik vind dat je iets zelf moet uitvinden. Zoals met het vliegtuig. Ik heb een stoel neergezet en ben het vliegtuig er omheen gaan bouwen. Ik wil laten zien dat als je echt iets wilt, het gewoon kan. Ik hoop dat studenten dat ook in de film zullen zien en dat hij daarom inspirerend werkt.” (RV)

De tentoonstelling ‘Solo’ van Joost Conijn is tot en met 6 mei te zien in museum Boijmans van Beuningen.

(Foto: Boijmans van Beuningen)

“Ik ben wel blij dat we nu nog leven”, zegt een vriend van Joost Conijn in Conijns film ‘OK-KUL 09’. Samen zijn ze dan net aan de dood ontsnapt. De crash met het vliegtuig dat Conijn zelf bouwde, leverde alleen wat rode striemen op. Op de achtergrond rijden een ambulance en brandweerauto richting het oranje vliegtuig, waarvan de neus en vleugels zijn geknakt.

“Ik voelde daarna zo’n opluchting”, zegt Conijn een jaar later. “Als piloot kijk je altijd vanuit je ooghoek naar plekken waar je een noodlanding kan maken. Nu was het ook echt nodig. Als je neerstort breek je als het ware door de angst heen, dat was een geweldig gevoel. Een echte bevrijding.” Of zoals Conijn laconiek in zijn film ‘Vliegtuig’ zegt: “Ach, als alles goed gaat is het eigenlijk heel saai.”

Saai zijn de films van waaghals en kunstenaar Joost Conijn (1971) zeker niet. Vijf van zijn films zijn te zien in Boijmans, waaronder ‘OK-KUL 09’. In het museum is ook het wrak van het vliegtuig te bewonderen. Joost Conijn is naast een fascinerende kunstenaar vooral een knutselaar pur sang. Hij onderscheidt zich door zijn originele inzicht en opmerkelijke bouwwerken. Zo maakte hij bijvoorbeeld ook een hek in de woestijn, dat automatisch opengaat als er een auto aankomt en een auto die op hout rijdt.

In 2001 trok hij met deze opzienbarende auto door Oost-Europa. Conijn maakte niet alleen de deuren, het dak en de motorkap van hout, de auto gebruikt ook hout als brandstof. “Mensen reizen eigenlijk alleen nog maar over verharde wegen, waarlangs benzinepompen staan, omdat je daar als automobilist afhankelijk van bent. Dat wilde ik niet. Ik wilde van de gebaande paden af en onafhankelijk zijn van benzine. Ik wilde ook in een laag tempo reizen, in het tempo van de Oost-Europese cultuur. Natuurlijk gebruikte ik de auto vooral om mensen te ontmoeten.”

En dat laatste ging Conijn zeer goed af. Hij legde zijn odyssee door Oost-Europa vast in de film ‘Hout Auto’, die ongeveer een half uur duurt. “Pech met de auto is voor veel mensen heel vervelend, maar ik kwam door pech juist in contact met anderen. De ANWB kon ik niet bellen. Ik wilde juist mensen ontmoeten.” En dat lukte uitstekend. Want overal waar de kunstenaar kwam, liepen dorpen leeg om naar de opmerkelijke wagen te kijken. “De auto maakte vrienden”, zegt Conijn. “Hij vertelde zijn eigen verhaal. Vaak verstonden de mensen die kwamen kijken en ik elkaar niet. Maar dat maakte daardoor niet uit.”

Zo reed Conijn bijvoorbeeld over zandpaden door een dennenbos. Daar kwam hij een oude vrouw tegen met nog maar een paar tanden in de mond. Zij bood hem kaas aan in haar vervallen woning, omringd door kippen en varkens. Met grote ogen keek ze naar de wagen. Twee aangesnelde buurmannen klopten op de deuren en staarden gefascineerd naar de houttank, een soort grote snelkookpan, die Conijn achterop de auto had gemonteerd. “Iedereen was gefascineerd door hoe de auto werkte en al vrij snel hadden ze door hoe het ding in elkaar zat. Die auto werkte betoverend.”

Gastschrijver Tommy Wieringa, maakte gebruik van Conijns expertise in zijn roman ‘Joe Speedboot’. Daarin bouwen Joe en zijn vrienden zelf een vliegtuig, net als Conijn. Tijdens een van de publieke lezingen zal Wieringa de film ‘Vliegtuig’ van Conijn in Delft laten zien. “Eigenlijk ben ik wars van opleidingen”, zegt Conijn. “Ik vind dat je iets zelf moet uitvinden. Zoals met het vliegtuig. Ik heb een stoel neergezet en ben het vliegtuig er omheen gaan bouwen. Ik wil laten zien dat als je echt iets wilt, het gewoon kan. Ik hoop dat studenten dat ook in de film zullen zien en dat hij daarom inspirerend werkt.” (RV)

De tentoonstelling ‘Solo’ van Joost Conijn is tot en met 6 mei te zien in museum Boijmans van Beuningen.

(Foto: Boijmans van Beuningen)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.