Proteus huldigt helden

Zoals het roeiers betaamt, bereikten zij verenigingsgebouw De Beuk over het water, één voor één overgevaren door een motorbootje. Aan de overkant wachtten vele Proteus-leden hun helden in een erehaag op.

Binnen mochten de roeiers – ‘op volgorde van niveau’, aldus het Proteus-bestuur – een woordje spreken. Lievens beet het spits af: “Ik zag Gerritjan en dacht: dat wil ik ook! Over vier jaar zal ik de laatste zijn die spreekt.” Toen de zaal enigszins onrustig begon te worden en dochter Emma met een schreeuw aangaf dat ook Eggenkamp lang genoeg aan het woord was geweest, werd het tijd voor de borrel. Maar niet voordat Eggenkamp zijn eigen zilveren bolletje had gekregen aan het telraam van de Proteus-historie.

Iedereen had wel iets te zeggen over de roeiers, en de roeiers over elkaar. Bouwmeester over Sjenitzer: “Bart is verschrikkelijk sloom, alleen wanneer hij in een boot zit kan hij snel zijn.” Maar ook Bouwmeester zelf moest het ontgelden: “Hij zou meer presteren als hij niet zoveel zou frituren”, aldus zijn huisgenoten.

Sjenitzer en Bouwmeester behaalden een zilveren medaille op het Fisu WK, het WK voor studenten in Frankrijk. “In de zomervakantie roeiden we elke ochtend en middag twintig kilometer, terwijl iedereen lekker aan het uitrusten was. Dat was af en toe best zwaar”, aldus de mannen. “In Frankrijk moesten we veel wachten, daar hebben we vooral geklaverjast en getoupt.”

Lievens, derdejaars civiele-techniekstudent, werd zesde tijdens het WK voor roeiers onder de 23 jaar in Poznan, Polen. “Hoe ik dat bereikt heb? Door heel hoog in te zetten. Soms lukt iets dan toch. Nu heb ik de lat dus weer hoger gelegd, de Olympische Spelen zijn nu mijn doel.” Op de vraag of hij net zo hard studeert als hij roeit: “Dan zou ik al lang in mijn master zitten.”

Gerritjan Eggenkamp, Bart Sjenitzer, Jasper Bouwmeester en Roeland Lievens verschenen in de Delftse paardentram aan de oever van de Schie, nadat Eggenkamp eerder op de dag gehuldigd werd in het Delftse stadhuis. Zoals het roeiers betaamt, bereikten zij verenigingsgebouw De Beuk over het water, één voor één overgevaren door een motorbootje. Aan de overkant wachtten vele Proteus-leden hun helden in een erehaag op.

Binnen mochten de roeiers – ‘op volgorde van niveau’, aldus het Proteus-bestuur – een woordje spreken. Lievens beet het spits af: “Ik zag Gerritjan en dacht: dat wil ik ook! Over vier jaar zal ik de laatste zijn die spreekt.” Toen de zaal enigszins onrustig begon te worden en dochter Emma met een schreeuw aangaf dat ook Eggenkamp lang genoeg aan het woord was geweest, werd het tijd voor de borrel. Maar niet voordat Eggenkamp zijn eigen zilveren bolletje had gekregen aan het telraam van de Proteus-historie.

Iedereen had wel iets te zeggen over de roeiers, en de roeiers over elkaar. Bouwmeester over Sjenitzer: “Bart is verschrikkelijk sloom, alleen wanneer hij in een boot zit kan hij snel zijn.” Maar ook Bouwmeester zelf moest het ontgelden: “Hij zou meer presteren als hij niet zoveel zou frituren”, aldus zijn huisgenoten.

Sjenitzer en Bouwmeester behaalden een zilveren medaille op het Fisu WK, het WK voor studenten in Frankrijk. “In de zomervakantie roeiden we elke ochtend en middag twintig kilometer, terwijl iedereen lekker aan het uitrusten was. Dat was af en toe best zwaar”, aldus de mannen. “In Frankrijk moesten we veel wachten, daar hebben we vooral geklaverjast en getoupt.”

Lievens, derdejaars civiele-techniekstudent, werd zesde tijdens het WK voor roeiers onder de 23 jaar in Poznan, Polen. “Hoe ik dat bereikt heb? Door heel hoog in te zetten. Soms lukt iets dan toch. Nu heb ik de lat dus weer hoger gelegd, de Olympische Spelen zijn nu mijn doel.” Op de vraag of hij net zo hard studeert als hij roeit: “Dan zou ik al lang in mijn master zitten.”