Uitvinder Jan Sloot beweerde vijf jaar gelden dat hij een speelfilm zo kon coderen dat hij nog maar een miljoenste inneemt van wat een film tegenwoordig aan opslagruimte nodig heeft. Had hij een doorbraak of was hij een fantast?
Zelf kan Jan Sloot geen details meer geven over zijn uitvinding, want de elektrotechnicus is vijf jaar geleden bezweken aan een hartaanval. Doordat onlangs ‘De Broncode’ verscheen, een boek over Sloot en zijn uitvinding, staat hij weer in de belangstelling.
In het boek wordt de vraag of de techniek van Sloot zou kunnen werken niet beantwoord, maar professor Michel Dekking van de basiseenheid kansrekening en statistiek (EWI) is er zeker van: Jan Sloot was een fantast en had geen doorbraak bereikt. “Films kunnen we coderen zonder en met verlies van data. Sloot beweerde dat hij films verliesloos kon coderen. Dat betekent dat hij een minimum aan kilobytes nodig had.” Sloot had slechts aan één kilobyte (kB) genoeg om een hele film te coderen, beweerde hij.
Ook prof.dr. Henk Koppelaar van de afdeling mediamatica (EWI) denkt dat het een nepuitvinding was. “Een uitvinding bedenken is één, een uitvinding in de praktijk toepassen een tweede. Dat blijkt dan ook vaak onhaalbaar. Wel had Sloot een goed idee van iets dat wij in de wieg al kunnen: beeld verkleinen.”
“De uitvinding van Sloot lijkt op de midi-standard“, zegt ir. Jacco Taal, ook van de afdeling mediamatica. Hij doet onderzoek naar videostromen door peer-2-peer-netwerken en over internet. Midi is een vorm van codering die ook in een keyboard wordt gebruikt. Alleen de noten die je speelt worden opgeslagen en het soort instrument. Voor het afspelen is een tabel of databank nodig, die opzoekt hoe die noten in het echt klinken. “Voor synthetische muziek is dat wel te doen. Voor echte videobeelden in theorie ook wel, maar het is niet haalbaar doordat de opzoektabel dan in feite alle beelden moet bevatten die ooit in films zijn voorgekomen. Dat vraagt om een harde schijf die nog niet is uitgevonden.”
Taal vindt Sloot naïef. “Je kunt thuis op je zolderkamer niet de heilige graal van de videocodering bedenken. Als hij een paar colleges bij ons had gevolgd had hij dat zelf kunnen inzien.”
Sloot overleed een dag voordat hij de technische details van zijn vinding zou overdragen aan Philips, voor 20 miljoen gulden. Ondanks dat het elektronicaconcern wat in de uitvinding zag, meent dr.ir. Johan Pouwelse van de afdeling informatie, systemen en algoritmiek (EWI) dat de uitvinding niet kan werken. Zoals de thermodynamica zijn perpetuum mobile heeft, heeft de videowereld de uitvinding van Jan Sloot, laat hij weten. “Deze kwestie speelde tijdens de dotcom-boom. Veel mensen dachten toen dat ze makkelijk geld konden lospeuteren voor revolutionaire ideeën.” (IL)
Zelf kan Jan Sloot geen details meer geven over zijn uitvinding, want de elektrotechnicus is vijf jaar geleden bezweken aan een hartaanval. Doordat onlangs ‘De Broncode’ verscheen, een boek over Sloot en zijn uitvinding, staat hij weer in de belangstelling.
In het boek wordt de vraag of de techniek van Sloot zou kunnen werken niet beantwoord, maar professor Michel Dekking van de basiseenheid kansrekening en statistiek (EWI) is er zeker van: Jan Sloot was een fantast en had geen doorbraak bereikt. “Films kunnen we coderen zonder en met verlies van data. Sloot beweerde dat hij films verliesloos kon coderen. Dat betekent dat hij een minimum aan kilobytes nodig had.” Sloot had slechts aan één kilobyte (kB) genoeg om een hele film te coderen, beweerde hij.
Ook prof.dr. Henk Koppelaar van de afdeling mediamatica (EWI) denkt dat het een nepuitvinding was. “Een uitvinding bedenken is één, een uitvinding in de praktijk toepassen een tweede. Dat blijkt dan ook vaak onhaalbaar. Wel had Sloot een goed idee van iets dat wij in de wieg al kunnen: beeld verkleinen.”
“De uitvinding van Sloot lijkt op de midi-standard“, zegt ir. Jacco Taal, ook van de afdeling mediamatica. Hij doet onderzoek naar videostromen door peer-2-peer-netwerken en over internet. Midi is een vorm van codering die ook in een keyboard wordt gebruikt. Alleen de noten die je speelt worden opgeslagen en het soort instrument. Voor het afspelen is een tabel of databank nodig, die opzoekt hoe die noten in het echt klinken. “Voor synthetische muziek is dat wel te doen. Voor echte videobeelden in theorie ook wel, maar het is niet haalbaar doordat de opzoektabel dan in feite alle beelden moet bevatten die ooit in films zijn voorgekomen. Dat vraagt om een harde schijf die nog niet is uitgevonden.”
Taal vindt Sloot naïef. “Je kunt thuis op je zolderkamer niet de heilige graal van de videocodering bedenken. Als hij een paar colleges bij ons had gevolgd had hij dat zelf kunnen inzien.”
Sloot overleed een dag voordat hij de technische details van zijn vinding zou overdragen aan Philips, voor 20 miljoen gulden. Ondanks dat het elektronicaconcern wat in de uitvinding zag, meent dr.ir. Johan Pouwelse van de afdeling informatie, systemen en algoritmiek (EWI) dat de uitvinding niet kan werken. Zoals de thermodynamica zijn perpetuum mobile heeft, heeft de videowereld de uitvinding van Jan Sloot, laat hij weten. “Deze kwestie speelde tijdens de dotcom-boom. Veel mensen dachten toen dat ze makkelijk geld konden lospeuteren voor revolutionaire ideeën.” (IL)
Comments are closed.