Doodgaan zorgt voor een flinke ecologische belasting. Han Remmerswaal van het Delft Design Institute heeft daarom een milieuanalyse gemaakt van de verschillende manieren waarop het lichaam ter aarde wordt besteld.
Ongeveer de helft van de Nederlanders kiest er nog altijd voor om na zijn dood begraven te worden, de creativiteit van sommige uitvaartorganisaties ten spijt. “In Zweden bestaat een organisatie die een nieuwe methode van verwerking van de dode aanprijst: vriesdrogen”, zegt Han Remmerswaal, die net zijn onderzoek heeft afgerond in samenwerking met uitvaartorganisatie Yarden. “Die beweert dat die methode ecologischer is dan begraven, en natuurlijker.”
Yarden had zo zijn twijfels over die bewering en liet Remmerswaal de milieubelasting van vier verschillende manieren van lijkverwerking onderzoeken. Remmerswaal richtte zich op factoren als energie-efficiëntie, grondgebruik en milieuemissies. Ook analyseerde hij de milieubelasting van ondermeer de kist, de koelplaat en de begrafenisstoet. Het resultaat is een strak cijfermatig overzicht van hoeveel vervuiling de gemiddelde dode per methode oplevert.
De cijfers lieten weinig heel van de zogenaamd ecologische manier. “We vermoedden al dat de Zweedse bewering niet klopte, want energiezuinig kan vriesdrogen nooit zijn”, zegt Remmerswaal. “Je moet een lijk eerst een week in een vriescel hangen. Vervolgens moet je het in een bad van vloeibaar stikstof leggen van min 196 graden Celsius. Daarna verpulver je het ultrasoon. De poedersneeuw die je overhoudt moet je dan ook nog eens drogen.”
Van een lichaam dat bij leven 75 kilo woog, blijft dan nog 25 kilo poeder over, dat in een klein kistje begraven wordt. Het kleine kistje en de snelle verteringstijd geven milieuwinst. Maar deze winst wordt weer teniet gedaan door het energieverbruik. Vriesdrogen kost met 2640 megajoule meer dan twee keer zoveel energie als cremeren, en ruim twintig keer zoveel energie als begraven. En dan is het voortraject met standaard 2670 megajoule nog niet eens meegeteld.
“Een andere methode die we hebben bekeken is hydrolyse, het oplossen van lichamen in natronloog”, zegt Remmerswaal. “Dat is een serieuze optie, omdat net in Florida bij wijze van proef vijfhonderd lichamen zijn gehydrolyseerd. In ziekenhuizen wordt hydrolyse toegepast bij de verwerking van organen. Ze gaan die blinde darm na een operatie namelijk niet apart begraven.”
Na hydrolyse zou van een lichaam slechts vier kilo vaste stof overblijven, de rest belandt na lozing bij de afvalwaterzuivering. Uitgedrukt in milieupunten volgens het classificatiesysteem ‘Eco-indicator 99’ is dat ongeveer even hoog als begraven en cremeren: 4,6 punten. Vriesdrogen blijkt met 10,7 punten met afstand de zwaarste milieubelasting te geven.
Heeft Remmerswaal gewoon een kille analyse gemaakt of heeft het hem aan het denken gezet over zijn eigen begrafenis? “Hoe ik zelf verwerkt wil worden interesseert me niet zo”, zegt hij. “Als ik dood ben merk ik er toch niks van. Wel hebben we besloten een afstudeerstudent op een vervolgonderzoek te zetten, omdat we benieuwd zijn naar meer ecologische vormen van begraven. Moet je nu echt in zo’n mooie kist worden verbrand? En kunnen mensen niet gaan lopen, in plaats van twintig volgauto’s bij de stoet? Dat vind ik wel iets eerbiedigs en sereens hebben, en het scheelt zeventig procent emissie in het voortraject.”
Ongeveer de helft van de Nederlanders kiest er nog altijd voor om na zijn dood begraven te worden. Dat kan een stuk mileuvriendelijker, volgens onderzoeker Han Remmerswaal. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Ongeveer de helft van de Nederlanders kiest er nog altijd voor om na zijn dood begraven te worden, de creativiteit van sommige uitvaartorganisaties ten spijt. “In Zweden bestaat een organisatie die een nieuwe methode van verwerking van de dode aanprijst: vriesdrogen”, zegt Han Remmerswaal, die net zijn onderzoek heeft afgerond in samenwerking met uitvaartorganisatie Yarden. “Die beweert dat die methode ecologischer is dan begraven, en natuurlijker.”
Yarden had zo zijn twijfels over die bewering en liet Remmerswaal de milieubelasting van vier verschillende manieren van lijkverwerking onderzoeken. Remmerswaal richtte zich op factoren als energie-efficiëntie, grondgebruik en milieuemissies. Ook analyseerde hij de milieubelasting van ondermeer de kist, de koelplaat en de begrafenisstoet. Het resultaat is een strak cijfermatig overzicht van hoeveel vervuiling de gemiddelde dode per methode oplevert.
De cijfers lieten weinig heel van de zogenaamd ecologische manier. “We vermoedden al dat de Zweedse bewering niet klopte, want energiezuinig kan vriesdrogen nooit zijn”, zegt Remmerswaal. “Je moet een lijk eerst een week in een vriescel hangen. Vervolgens moet je het in een bad van vloeibaar stikstof leggen van min 196 graden Celsius. Daarna verpulver je het ultrasoon. De poedersneeuw die je overhoudt moet je dan ook nog eens drogen.”
Van een lichaam dat bij leven 75 kilo woog, blijft dan nog 25 kilo poeder over, dat in een klein kistje begraven wordt. Het kleine kistje en de snelle verteringstijd geven milieuwinst. Maar deze winst wordt weer teniet gedaan door het energieverbruik. Vriesdrogen kost met 2640 megajoule meer dan twee keer zoveel energie als cremeren, en ruim twintig keer zoveel energie als begraven. En dan is het voortraject met standaard 2670 megajoule nog niet eens meegeteld.
“Een andere methode die we hebben bekeken is hydrolyse, het oplossen van lichamen in natronloog”, zegt Remmerswaal. “Dat is een serieuze optie, omdat net in Florida bij wijze van proef vijfhonderd lichamen zijn gehydrolyseerd. In ziekenhuizen wordt hydrolyse toegepast bij de verwerking van organen. Ze gaan die blinde darm na een operatie namelijk niet apart begraven.”
Na hydrolyse zou van een lichaam slechts vier kilo vaste stof overblijven, de rest belandt na lozing bij de afvalwaterzuivering. Uitgedrukt in milieupunten volgens het classificatiesysteem ‘Eco-indicator 99’ is dat ongeveer even hoog als begraven en cremeren: 4,6 punten. Vriesdrogen blijkt met 10,7 punten met afstand de zwaarste milieubelasting te geven.
Heeft Remmerswaal gewoon een kille analyse gemaakt of heeft het hem aan het denken gezet over zijn eigen begrafenis? “Hoe ik zelf verwerkt wil worden interesseert me niet zo”, zegt hij. “Als ik dood ben merk ik er toch niks van. Wel hebben we besloten een afstudeerstudent op een vervolgonderzoek te zetten, omdat we benieuwd zijn naar meer ecologische vormen van begraven. Moet je nu echt in zo’n mooie kist worden verbrand? En kunnen mensen niet gaan lopen, in plaats van twintig volgauto’s bij de stoet? Dat vind ik wel iets eerbiedigs en sereens hebben, en het scheelt zeventig procent emissie in het voortraject.”
Ongeveer de helft van de Nederlanders kiest er nog altijd voor om na zijn dood begraven te worden. Dat kan een stuk mileuvriendelijker, volgens onderzoeker Han Remmerswaal. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.