Het kabinet-Rutte schaft de basisbeurs voor masterstudenten af. Werk aan de winkel voor de Delftse studentenvakbond VSSD.Voorzitter Freek Lamboo: “Soms is het goed om te protesteren, maar daar is geen aantekening op je strafblad voor nodig.”
Volgens jullie worden techniekstudenten extra hard getroffen door de bezuinigingsmaatregelen van het kabinet.
“Masterstudenten moeten hun studie zelf gaan betalen. Aangezien een techniekmaster twee in plaats van één jaar duurt, zijn TU-studenten twee keer zoveel geld kwijt. Daar komt bij dat Delftse studies arbeidsintensiever zijn en studenten er gemiddeld 7,2 jaar over doen. De plannen zijn nu om studenten die langer dan nominaal plus één jaar studeren drieduizend euro extra collegegeld te laten betalen.”
Dan mag een TU-student zes jaar over zijn studie doen. Iedereen moet inleveren, toch?
“De huidige maatregelen zijn extreem. Hoe het anders moet gaan we nog uitzoeken. Maar wij vertegenwoordigen studenten en willen dus meer investeringen in onderwijs. Ik vind de bestaande regeling dat je binnen tien jaar moet afstuderen en anders de lening moet terugbetalen vrij redelijk. Er is een aantal studies waar je beduidend minder uren kwijt bent dan je op basis van het aantal studiepunten zou verwachten. Ik studeer life sciences and technology en ben zodoende vaak in Leiden geweest. Daar zie ik mensen naast hun studie twee dagen in de week werken. Een Delftse student kan daarvoor amper een avond per week vinden. En dan moet je maar hopen dat je meteen de juiste studie kiest.”
Hoezo?
“Een groot deel van de studenten twijfelt in het begin. Gaan studie, universiteit en stad bevallen? Kom ik leuke mensen tegen? Daarbij is het eerste jaar sowieso zwaar. De studie is nieuw, je ontdekt het studentenleven, je hebt misschien moeite om te aarden. Haal je de eisen voor het bindend studieadvies niet en begin je aan een andere studie, dan moet je verder nominaal studeren.”
Gaan jullie de barricades op?
“Dat is van vroeger. Ook gooien met rotte tomaten is niet van deze tijd. Soms is het goed om met protest je mening te laten horen, maar daar is geen aantekening op je strafblad voor nodig. We beginnen met overleg, met de landelijke koepels LSVB en ISO. Samen met Oras zullen we een brief sturen aan studie- en studentenverenigingen over wat het nieuwe kabinet precies van plan is. Zij kunnen daarmee hun leden voorlichten. Ook zoeken we contact met studenten in Twente en Eindhoven. De tijd zal leren hoe het regeerakkoord zal worden uitgevoerd en of we daartegen actie moeten voeren. Delftse studenten doen dat niet snel, maar als ze direct nadeel gaan ondervinden van de bezuinigingen, dan zal dat veranderen.”
Wat willen jullie dit bestuursjaar nog meer doen?
“We willen laten zien dat de VSSD meer is dan een boekwinkel. Zo kun je ook bij ons terecht voor rechtshulp of advies bij studieproblemen of onenigheid met de huisbaas. Ook zorgen we ervoor dat de gemeente, de TU en Duwo hun aandacht blijven richten op studentenhuisvesting. En twee van onze bestuursleden hebben het hbo in hun portefeuille. We willen INHolland zo ver krijgen dat ze haar studenten ook een goedkopere sportkaart en garantiemaanden geeft, zoals TU-studenten die hebben.”
Naam: Erik Tempelman (39)
Doceert bij: Industrieel Ontwerpen
Burgerlijke staat: Verliefd
Vak: Industriële productie
De overeenkomst tussen een gitaaroptreden en het geven van een goed college? Beide geven Erik Tempelman een enorme kick. “Een soort rush. Bijna verslavend.”
Doceren begint volgens universitair docent Erik Tempelman met passie. Passie voor een vakgebied en voor het willen overdragen van het vak. En wel op een manier die niet zozeer de docent maar juist de student goed uitkomt. “Bedenk wat die ander wil horen.”
Tempelman hanteert het principe dat vakken altijd een deel zijn van een groter geheel. “Bij het opvolgende vak of project kun je kijken of je kennis op de juiste manier hebt aangeleerd. Je moet jezelf in staat stellen te leren van ervaringen. Een stapel tentamens geeft natuurlijk veel werk, maar is tevens een kans om te kijken wat ik goed heb gedaan en welke dingen volgend jaar beter moeten.”
Hij geeft toe dat hij niet echt werd gehinderd door kennis van zaken toen hij bij Industrieel Ontwerpen als docent begon. Tempelman had alleen in zijn tijd als promovendus lesgegeven aan grote groepen. Van specialisten leerde hij wat het betekent om les te geven en in de loop der tijd kreeg hij het benodigde didactisch inzicht.
Als coördinator en docent weet hij nu dat hij – soms met bloedend hart – stof weg moet laten. “Ik zie teveel docenten teveel stof in hun vak proppen. Met als idee: dit moeten studenten weten. Je moet de vraag omdraaien: wat kan ik doceren in de tijd die ik heb?”
Het moeilijke van bacheloronderwijs bij Industrieel Ontwerpen is ook: grote aantallen studenten en verschillende onderwijsvormen afstemmen op de beperkt aanwezige ruimte. “Daar komt bij dat het een niet alledaagse hoeveelheid theorie kost om alledaagse producten te kunnen begrijpen. Een Senseo of een papierbak kan complexer zijn dan een complete vliegtuigvleugel.”
Studenten moeten zich die kennis actief eigen maken. Niet passief een boek lezen. “Een hoorcollege kan geschikt zijn om driehonderd man tegelijk te inspireren en te informeren. Maar om die kennis te laten beklijven, moet je ook activerende onderwijsvormen geven zoals instructies, tutorials en, in mijn vak, masterclasses.”
Tempelman werkt ook veel met gastsprekers. “Zij zijn rolmodellen voor studenten en nemen ervaring uit de praktijk mee, hebben
Begeisterung.” Met die gastsprekers bespreekt hij vooraf de structuur van hun college: begin algemeen, verdiep daarna, haal er wat materiaalkunde bij en behandel nog voor de pauze wat voorbeelden. Begin het tweede uur met varianten van het productieproces en probeer af te sluiten met een aantal ontwerpregels.
Die visie loont. Tempelman won al tweemaal De Pluim van studievereniging i.d.: in 2007 voor het beste bachelorvak en in 2008 als meest inspirerende bachelordocent. Hij benadrukte bij de prijsuitreiking dat hij een ‘verdomd goed’ team heeft. “Willekeurig welke artiest je neemt, zet er een goede band achter, een goede lichtshow, een goede roadmanager, een goede geluidscrew en je hebt een goed optreden.” Als helft van gitaarduo Hilhorst12 kan Tempelman het weten.
Als docent ervaart hij ook op andere manieren erkenning. “Als je bij een afstuderen de hand schudt van familie en zo’n vader bijna met tranen in de ogen zegt: ‘Goh, hij heeft zoveel van je geleerd’, dan is dat ook erkenning. Dat is waar ik het voor doe. Net als bij alle artiesten is het een drang naar liefde en erkenning.”
Tips van Erik Tempelman
- Wees selectief in wat je brengt:
- Doceren is doseren
- Train docenten
- Lees eens wat literatuur en laat je voorlichten over wat bekend is over onderwijskunde
Een walk of shame voor laatkomers
Voor Erik Tempelman is een hoorcollege theater. Als docent treed je op. Hij weet dat performers meteen bij opkomst iets verrassends moeten doen waardoor het publiek geboeid raakt. Tijdens zijn kick-off college industriële productie heeft hij dan ook zijn gitaar bij zich en begint hij met een experimentje.
Hij vraagt of er onder zijn ruim driehonderd studenten gitaristen en gitaarbouwers zijn en wil weten waarom het gat bij gitaren juist op die ene plek zit. Onjuist is het antwoord van docent Bert Deen: ‘Als je geen geld hebt en buiten speelt, kun je daar je briefjes in doen.’ Het ijs is gebroken.
De naïeve interpretatie is een klankgat, legt Tempelman uit. “Heb je wel eens naast een banjo gestaan? Die heeft geen klankgat maar maakt wel gigantisch veel lawaai.” Hij pakt er de aandacht mee en laat op het beeldscherm verschillende gitaren zien. Het gat is er in de loop der tijd gekomen vanwege het productieproces en de vereiste precisie van het instrument.
Clou van zijn verhaal: als je de historie van het product kent, kun je een beter product maken. “Hier komt een tentamenvraag. Pak je pen.” Het geroezemoes verstomt. “Ik wil van jullie een product zien waarvan de primaire functie wezenlijk is verstoord om het product überhaupt te kunnen maken.”
Weer geroezemoes: het t-woord! “Nu is het tijd om de laatkomers binnen te laten”, zegt Tempelman. “Geef ze een hartelijk applaus!” Stilte. De laatkomers krijgen hun walk of shame. Iedereen weet vanaf nu: dit gaat mij niet overkomen.
Als docent treedt Tempelman inderdaad op. Hij bespeelt de zaal op zijn denkbeeldige podium met een videootje waarop studenten van twee jaar geleden dit ‘een positief slopend vak’ noemen. Hij stelt prikkelende vragen als ‘weten jullie hoe je hersens werken?’ Hij vertelt wat hij gaat doen, waar dit vak op voorbereidt en wat hij van studenten verwacht. En net als bij een optreden klinkt er applaus. Zelfs meermalen als Tempelman zijn staf voorstelt. Het is duidelijk hoe studenten dachten over zijn vraag: ‘Hebben jullie er zin in?’

Volgens jullie worden techniekstudenten extra hard getroffen door de bezuinigingsmaatregelen van het kabinet.
“Masterstudenten moeten hun studie zelf gaan betalen. Aangezien een techniekmaster twee in plaats van één jaar duurt, zijn TU-studenten twee keer zoveel geld kwijt. Daar komt bij dat Delftse studies arbeidsintensiever zijn en studenten er gemiddeld 7,2 jaar over doen. De plannen zijn nu om studenten die langer dan nominaal plus één jaar studeren drieduizend euro extra collegegeld te laten betalen.”
Dan mag een TU-student zes jaar over zijn studie doen. Iedereen moet inleveren, toch?
“De huidige maatregelen zijn extreem. Hoe het anders moet gaan we nog uitzoeken. Maar wij vertegenwoordigen studenten en willen dus meer investeringen in onderwijs. Ik vind de bestaande regeling dat je binnen tien jaar moet afstuderen en anders de lening moet terugbetalen vrij redelijk. Er is een aantal studies waar je beduidend minder uren kwijt bent dan je op basis van het aantal studiepunten zou verwachten. Ik studeer life sciences and technology en ben zodoende vaak in Leiden geweest. Daar zie ik mensen naast hun studie twee dagen in de week werken. Een Delftse student kan daarvoor amper een avond per week vinden. En dan moet je maar hopen dat je meteen de juiste studie kiest.”
Hoezo?
“Een groot deel van de studenten twijfelt in het begin. Gaan studie, universiteit en stad bevallen? Kom ik leuke mensen tegen? Daarbij is het eerste jaar sowieso zwaar. De studie is nieuw, je ontdekt het studentenleven, je hebt misschien moeite om te aarden. Haal je de eisen voor het bindend studieadvies niet en begin je aan een andere studie, dan moet je verder nominaal studeren.”
Gaan jullie de barricades op? Een ministerie bezetten?
“Dat is van vroeger. Ook gooien met rotte tomaten is niet van deze tijd. Soms is het goed om met protest je mening te laten horen, maar daar is geen aantekening op je strafblad voor nodig. We beginnen met overleg, met de landelijke koepels LSVB en ISO. Samen met Oras zullen we een brief sturen aan studie- en studentenverenigingen over wat het nieuwe kabinet precies van plan is. Zij kunnen daarmee hun leden voorlichten. Ook zoeken we contact met studenten in Twente en Eindhoven. De tijd zal leren hoe het regeerakkoord zal worden uitgevoerd en of we daartegen actie moeten voeren. Delftse studenten doen dat niet snel, maar als ze direct nadeel gaan ondervinden van de bezuinigingen, dan zal dat veranderen.”
Wat willen jullie dit bestuursjaar nog meer doen?
“We willen laten zien dat de VSSD meer is dan een boekwinkel. Zo kun je ook bij ons terecht voor rechtshulp of advies bij studieproblemen of onenigheid met de huisbaas. Ook zorgen we ervoor dat de gemeente, de TU en Duwo hun aandacht blijven richten op studentenhuisvesting. En twee van onze bestuursleden hebben het hbo in hun portefeuille. We willen INHolland zo ver krijgen dat ze haar studenten ook een goedkopere sportkaart en garantiemaanden geeft, zoals TU-studenten die hebben.”

Comments are closed.