Frank O. Gehry: The Architect’s Studio en Silent Collisions: Morphosis at Work tot 16 januari in het Nederlands Architectuurinstituut
De architecten van de LA School hebben een nauwe band met de stad die hen verbindt, het geschiedenisloze, dynamische en buitensporige Los Angeles. De instabiliteit van deze stad is in hun architectuur terug te vinden.
Kil en_koud
Wat het Opera House is voor Sidney, is het Guggenheim Museum voor Bilbao. De Baskische hoofdstad heeft er in één klap zijn plek op de wereldkaart mee verworven. Het sculpturale gebouw heeft intussen als decor gediend voor talloze films en reclames. Ook Mariah Carey dankt haar nieuwe image aan het glanzende titanium waar ze in piepkleine bikini overheen dartelt in de clip van ‘Always be my baby‘.
Aan de architect van dit fonkelende spektakel, Frank O. Gehry, wijdt het Nederlands Architectuurinstituut een tentoonstelling. Dat is niet alles. In een parallelle expositie, Silent Collisions, staat het werk van architectenbureau Morphosis centraal, exponenten van de LA School waar Gehry de geestelijke vader van is.
Transformatie is een sleutelwoord in het werk van Gehry. Vlakken worden vervormd, kolommen gebogen en daken gewelfd. Zijn ontwerpmethode bestaat uit eindeloos experimenteren. Daarom is het interessant hoe de tentoonstelling in het NAi is ingericht: de studio van Gehry en zijn medewerkers is nagebouwd. De ruimte wekt de indruk dat de architecten even op lunchpauze zijn en elk moment kunnen terugkeren. Op tafels liggen tekeningen, boeken en vooral maquettes. Kenmerkend voor het ontwerpproces van Gehry is de enorme hoeveelheid modellen die wordt vervaardigd teneinde al slijpend en schavend tot een eindproduct te komen.
1 Cohen Residence uit 1980 in Woodlands Hills, Californië Foto: Y. Futagawa (Klik voor grotere foto)
In een interview, waarvan de video op de tentoonstelling wordt vertoond, verklaart Gehry de modernistische architectuur van de jaren twintig tot vijftig koud en kil te vinden. ,,Ik heb daar menselijkheid aan willen toevoegen.”
Alras wordt duidelijk wat Gehry onder menselijk verstaat: emotioneel, met gevoel. Een ander aspect van menselijkheid, namelijk het vermogen tot rationaliseren en abstraheren, valt bij Gehry blijkbaar in de categorie kil en koud.
Hij mag dan nu een gevierd architect zijn, het werk van Gehry werd niet één, twee, drie geaccepteerd, in ieder geval niet door zijn collega’s. ,,Iedereen heeft het altijd wel over vernieuwing, maar als er dan iemand echt met wat nieuws op de proppen komt wordt iedereen bang. Dan is het plotseling té
nieuw.”
Chaos
Gehry vond wel weerklank voor zijn ideeën in de hoek van de kunstenaars in de ‘Bay Area‘, het gebied tussen San Francisco en Los Angeles. Zo ontstond er een vruchtbare samenwerking met Claes Oldenburg, een kunstenaar die vooral bekend staat om zijn enorme uitvergrotingen van allerhande gebruiksvoorwerpen. In de beeldentuin van het Kroller-Müller staat ergens eengigantische blauwe troffel met zijn punt in de grond kunst te zijn. Met Oldenburg ontwierp Gehry als toegangspoort tot een van zijn gebouwen een enorme verrekijker, waarin onder meer een vergaderzaal is ondergebracht.
Het heeft lang geduurd voordat Gehry zijn eerste grote opdracht binnenhaalde; daarvoor moest hij de zestig passeren. Intussen heeft hij een sterrenstatus bereikt. Dat hij daarbij zeer charismatisch is laat de video zien.
Het werk van Morphosis sluit aan bij het werk van Gehry maar heeft daarbinnen duidelijk een eigen weg gevonden. Chaos en verandering staan centraal in de architectuuropvattingen van dit bureau. Helder zijn de uitgangspunten niet, maar dat is precies de bedoeling. Oprichter Thom Mayne: ,,We have come to understand ourselves as composites, contradictory, internally incomplete. It’s who we are.”. Morphosis is niet geïnteresseerd in het vinden van dé oplossing, maar in het ontwikkelen van een veelheid aan oplossingen.
Deze postmodernistische uitgangspunten zijn terug te vinden in de tentoonstelling. Niet alleen in de zestig prachtige maquettes en tekeningen, maar vooral in de installatie van voorman Mayne zelf.
Al naar gelang het moment van binnenkomst vindt in twintig minuten een metamorfose plaats, van een open ruimte met uitzicht op de vijver van het NAi, naar een met grillige witte vormen doorsneden ruimte, tot een donkere gesloten doos. Op dit laatste punt in de transformatie start een projectievoorstelling van tien minuten met computertekeningen van de meest actuele projecten van Morphosis.
Het werk van Morphosis wordt ondersteund door stukjes tekst die elk van de tentoongestelde ontwerpen toelichten. Hier wordt het grote manco van de hedendaagse architectuur ondubbelzinnig blootgelegd: de doorsnee museumbezoeker zal er geen chocola van kunnen maken. Zo wordt de centrale ruimte van het Nara Congrescentrum in Japan als volgt van commentaar voorzien: ,,Het ei dient als metafoor […] voor het embryonale potentieel van het centrum als uitgangspunt van toekomstige ontwikkelingen.”
Een vraag die in de dubbeltentoonstelling onbeantwoord blijft is waarom architectuur de fluctuerende, altijd veranderende maatschappelijke condities zou moeten uitbeelden. Waarom moet architectuur een afbeelding zijn van de reële wereld? Als chaos en onzekerheid de drijvende krachten van de maatschappij zijn, dan is juist elk willekeurig gebouw daar een uitdrukking van. Maar ook zonder antwoord op deze vragen zijn beide tentoonstellingen een lust voor het oog.
De architecten van de LA School hebben een nauwe band met de stad die hen verbindt, het geschiedenisloze, dynamische en buitensporige Los Angeles. De instabiliteit van deze stad is in hun architectuur terug te vinden.
Kil en_koud
Wat het Opera House is voor Sidney, is het Guggenheim Museum voor Bilbao. De Baskische hoofdstad heeft er in één klap zijn plek op de wereldkaart mee verworven. Het sculpturale gebouw heeft intussen als decor gediend voor talloze films en reclames. Ook Mariah Carey dankt haar nieuwe image aan het glanzende titanium waar ze in piepkleine bikini overheen dartelt in de clip van ‘Always be my baby‘.
Aan de architect van dit fonkelende spektakel, Frank O. Gehry, wijdt het Nederlands Architectuurinstituut een tentoonstelling. Dat is niet alles. In een parallelle expositie, Silent Collisions, staat het werk van architectenbureau Morphosis centraal, exponenten van de LA School waar Gehry de geestelijke vader van is.
Transformatie is een sleutelwoord in het werk van Gehry. Vlakken worden vervormd, kolommen gebogen en daken gewelfd. Zijn ontwerpmethode bestaat uit eindeloos experimenteren. Daarom is het interessant hoe de tentoonstelling in het NAi is ingericht: de studio van Gehry en zijn medewerkers is nagebouwd. De ruimte wekt de indruk dat de architecten even op lunchpauze zijn en elk moment kunnen terugkeren. Op tafels liggen tekeningen, boeken en vooral maquettes. Kenmerkend voor het ontwerpproces van Gehry is de enorme hoeveelheid modellen die wordt vervaardigd teneinde al slijpend en schavend tot een eindproduct te komen.
1 Cohen Residence uit 1980 in Woodlands Hills, Californië Foto: Y. Futagawa (Klik voor grotere foto)
In een interview, waarvan de video op de tentoonstelling wordt vertoond, verklaart Gehry de modernistische architectuur van de jaren twintig tot vijftig koud en kil te vinden. ,,Ik heb daar menselijkheid aan willen toevoegen.”
Alras wordt duidelijk wat Gehry onder menselijk verstaat: emotioneel, met gevoel. Een ander aspect van menselijkheid, namelijk het vermogen tot rationaliseren en abstraheren, valt bij Gehry blijkbaar in de categorie kil en koud.
Hij mag dan nu een gevierd architect zijn, het werk van Gehry werd niet één, twee, drie geaccepteerd, in ieder geval niet door zijn collega’s. ,,Iedereen heeft het altijd wel over vernieuwing, maar als er dan iemand echt met wat nieuws op de proppen komt wordt iedereen bang. Dan is het plotseling té
nieuw.”
Chaos
Gehry vond wel weerklank voor zijn ideeën in de hoek van de kunstenaars in de ‘Bay Area‘, het gebied tussen San Francisco en Los Angeles. Zo ontstond er een vruchtbare samenwerking met Claes Oldenburg, een kunstenaar die vooral bekend staat om zijn enorme uitvergrotingen van allerhande gebruiksvoorwerpen. In de beeldentuin van het Kroller-Müller staat ergens eengigantische blauwe troffel met zijn punt in de grond kunst te zijn. Met Oldenburg ontwierp Gehry als toegangspoort tot een van zijn gebouwen een enorme verrekijker, waarin onder meer een vergaderzaal is ondergebracht.
Het heeft lang geduurd voordat Gehry zijn eerste grote opdracht binnenhaalde; daarvoor moest hij de zestig passeren. Intussen heeft hij een sterrenstatus bereikt. Dat hij daarbij zeer charismatisch is laat de video zien.
Het werk van Morphosis sluit aan bij het werk van Gehry maar heeft daarbinnen duidelijk een eigen weg gevonden. Chaos en verandering staan centraal in de architectuuropvattingen van dit bureau. Helder zijn de uitgangspunten niet, maar dat is precies de bedoeling. Oprichter Thom Mayne: ,,We have come to understand ourselves as composites, contradictory, internally incomplete. It’s who we are.”. Morphosis is niet geïnteresseerd in het vinden van dé oplossing, maar in het ontwikkelen van een veelheid aan oplossingen.
Deze postmodernistische uitgangspunten zijn terug te vinden in de tentoonstelling. Niet alleen in de zestig prachtige maquettes en tekeningen, maar vooral in de installatie van voorman Mayne zelf.
Al naar gelang het moment van binnenkomst vindt in twintig minuten een metamorfose plaats, van een open ruimte met uitzicht op de vijver van het NAi, naar een met grillige witte vormen doorsneden ruimte, tot een donkere gesloten doos. Op dit laatste punt in de transformatie start een projectievoorstelling van tien minuten met computertekeningen van de meest actuele projecten van Morphosis.
Het werk van Morphosis wordt ondersteund door stukjes tekst die elk van de tentoongestelde ontwerpen toelichten. Hier wordt het grote manco van de hedendaagse architectuur ondubbelzinnig blootgelegd: de doorsnee museumbezoeker zal er geen chocola van kunnen maken. Zo wordt de centrale ruimte van het Nara Congrescentrum in Japan als volgt van commentaar voorzien: ,,Het ei dient als metafoor […] voor het embryonale potentieel van het centrum als uitgangspunt van toekomstige ontwikkelingen.”
Een vraag die in de dubbeltentoonstelling onbeantwoord blijft is waarom architectuur de fluctuerende, altijd veranderende maatschappelijke condities zou moeten uitbeelden. Waarom moet architectuur een afbeelding zijn van de reële wereld? Als chaos en onzekerheid de drijvende krachten van de maatschappij zijn, dan is juist elk willekeurig gebouw daar een uitdrukking van. Maar ook zonder antwoord op deze vragen zijn beide tentoonstellingen een lust voor het oog.
Comments are closed.