Voor marktdagen, maanstanden, weersvoorspellingen en andere wetenswaardigheden raadpleegde men vroeger een almanak. In Stedelijk Museum Het Prinsenhof loopt hierover een expositie: ‘Een handdruk van de tijd; De almanak en het dagelijks leven in de Nederlanden 1500-1700’.
Van alle almanakken die hier ooit in omloop zijn geweest is er maar één over. Nog steeds ligt de Enkhuizer Almanak op de toonbank van menig boekhandelaar en sigarenboer. Het drukwerkje, waarvan zowel een gewone als een luxueuze uitgave bestaat, associëren we vooral met klompen, windmolens en pijproken. Een relikwie uit het verleden dat evenals het fierljeppen en de Staphorster klederdracht hardnekkig standhoudt.
Inmiddels ligt de 403de jaargang in de winkel. Afgaande op de weersvoorspellingen kunnen we een Elfstedentocht wel vergeten deze winter. Halverwege januari wacht ons weliswaar een koude periode, maar meteen daarna wordt het ‘veranderlijk’, gevolgd door ‘neerslag’ en ‘wind’. Sterrenkijkers hebben volgend jaar meer geluk. Er staan twee zonsverduisteringen op stapel: 26 februari boven Zuid-Amerika en 22 augustus boven Indonesië.
De hoogwaterstanden, de nationale feestdagen, de verjaardagen van de leden van het koninklijk huis, het gebruik van vlaggen, het boekje blijkt een onuitputtelijke bron van informatie. Wie wil weten waar en wanneer vanaf 1900 het eerste kievitsei is gevonden, zal toch even de Enkhuizer Almanak moeten aanschaffen. De volksliederen van de provincies staan erin, een eerbetoon aan Simon Stevin, maar ook een fragment uit het oertaalwoordenboek. Altijd al afgevraagd waar ‘amehoela’ vandaan komt. Het blijkt afkomstig uit het vocabulaire van de ‘oermens’ en het betekent ‘aan me hol ja’ oftewel ‘je kunt m’n rug op’.
Beurtveren
Aan de tentoonstelling ‘Een handdruk van de tijd’ ligt eigenlijk een promotie ten grondslag. Jeroen Salman, die ook tekende voor de publicatie die de expositie vergezelt, bestudeerde daarvoor de inhoud van de zestiende- en zeventiende eeuwse Nederlandse almanakken. De boekjes werden ieder jaar uitgegeven en bereikten een groot publiek. Voor zoiets als de vertrektijden van beurtveren en trekschuiten waren de mensen aangewezen op almanakken.
De expositie in Delft staat niet op zichzelf. Tegelijkertijd worden onder dezelfde titel ook tentoonstellingen gehouden in Deventer en Leeuwarden. Alledrie steden waren in het verleden belangrijke productie-centra van almanakken. De Deventer Almanak, die in 1982 is opgehouden te bestaan, dateert uit 1548. Aangezien de ouderdom van de Enkhuizer Almanak op een mythe berust, heeft de Deventer versie de oudste rechten.
De oorspong van almanakken is niet geheel duidelijk. Zoals aan het voorvoegsel ‘al’ valt af te lezen, is het woord van Arabischeorigine. In zijn oorspronkelijke vorm was het een astronomische tabel waarin de bewegingen van zon en maan waren weergegeven. Daarnaast was ook het middeleeuwse getijdenboek een voorloper. Dit godsdienstig geschrift bestond uit een kalender waarop de kerkelijke feestdagen en heiligedagen waren vermeld. Het was verluchtigd met miniaturen, waarvan vooral de maandvoorstellingen, zoals oogstende boeren in Augustus, ook opduiken in de almanakken.
De almanakken waren er in verschillende soorten en maten. Op de tentoonstelling zijn ze te zien in vitrines. Er waren dure, in leer gebonden uitgaven, maar ook uitvouwbare die net zoals kalenders aan de muur werden gehangen. De Delftse almanakken werden ter plekke gedrukt en hadden een lokaal karakter. Aangezien ze slechts één jaar meegingen, zijn er niet zoveel gebruikte exemplaren bewaard gebleven. Op een enkele, uitgegeven door Bruyn Harmansz Schinckel, zien we hoe de eigenaar de verstreken maanden heeft doorgestreept.
Hemelglobes
Zoals de titel al uitdrukt hebben de tentoonstellingsmakers de almanak vooral belicht als een momentopname van de tijd. De expositie is opgehangen aan dertien thema’s. De onderwerpen die in de almanak zijn opgenomen worden in het museum gevisualiseerd met tal van gebruiksvoorwerpen en schilderijen. Als een overzicht van het dagelijks leven tussen 1500 en 1700 is het aanbod evenwel te summier, zodat de tentoonstelling die pretentie niet kan waarmaken.
Wat niet wil zeggen dat er geen aardige thema’s tussen zitten. Zo heeft één thema betrekking op het sluiten van de stadspoorten. Delft telde in de zeventiende eeuw acht stadspoorten, die allemaal op het doek zijn vastgelegd. s’ Avonds ging de knip erop, zodat niemand meer de stad in of uit kon gaan. De sluitingstijden varieerden al naar gelang de seizoenen en waren opgenomen in de almanakken.
Een ander thema borduurt voort op de astronomie. De voorspellingen in de almanakken hadden vooral betrekking op het weer, ziektes, economie en de politiek. Er zijn twee prachtige hemelglobes tentoongesteld en ook een paar vlijmen, messen waarmee men de praktijk van aderlaten beoefende. Wie wilde weten wanneer men dat het beste kon doen, vond in de almanakken de data waarop de sterren het meest gunstig stonden.
Doodskop
Van de vele schilderijen die op de tentoonstelling hangen, waarvan vele markante gebeurtenissen uit de Delftse geschiedenis behandelen, zijn ook een aantal stillevens. Op veel werken in het genre van de Vanitas-stillevens is de almanak samen met de doodskop, de zandloper en de kandelaar prominent aanwezig. Doordat het boekje slechts één jaar meegaat is het natuurlijk bij uitstek een symbool van vergankelijkheid.
In de laatste vitrine staat de bijna voltallige serie almanakken van het Delftse Studenten Corps die zijn uitgekomen vanaf halverwege de vorige eeuw. In de negentiende eeuw kende de almanak een enorme bloei en verschenen er speciale versies voor verschillende beroepsgroepen, zoals voor doktoren, vrijmetselaarsen studenten. Zowel die van de studenten als de Enkhuizer Almanak hebben de tijd overleefd. Er valt nog heel wat van te leren. ,,Ook wel eens last van een dubbelgeklapt filterzakje in uw koffiezetapparaat?”, luidt een Enkhuizer wijsheid. ,,Voorkom dit ongemak door de hechtrandjes van het zakje voor het gebruik even om te vouwen.”
‘Een handdruk van de tijd. De almanak en het dagelijks leven in Delft 1500-1700’ is nog t/m 11 jan. te zien in Stedelijk Museum Het Prinsenhof.
,,,
Voor marktdagen, maanstanden, weersvoorspellingen en andere wetenswaardigheden raadpleegde men vroeger een almanak. In Stedelijk Museum Het Prinsenhof loopt hierover een expositie: ‘Een handdruk van de tijd; De almanak en het dagelijks leven in de Nederlanden 1500-1700’.
Van alle almanakken die hier ooit in omloop zijn geweest is er maar één over. Nog steeds ligt de Enkhuizer Almanak op de toonbank van menig boekhandelaar en sigarenboer. Het drukwerkje, waarvan zowel een gewone als een luxueuze uitgave bestaat, associëren we vooral met klompen, windmolens en pijproken. Een relikwie uit het verleden dat evenals het fierljeppen en de Staphorster klederdracht hardnekkig standhoudt.
Inmiddels ligt de 403de jaargang in de winkel. Afgaande op de weersvoorspellingen kunnen we een Elfstedentocht wel vergeten deze winter. Halverwege januari wacht ons weliswaar een koude periode, maar meteen daarna wordt het ‘veranderlijk’, gevolgd door ‘neerslag’ en ‘wind’. Sterrenkijkers hebben volgend jaar meer geluk. Er staan twee zonsverduisteringen op stapel: 26 februari boven Zuid-Amerika en 22 augustus boven Indonesië.
De hoogwaterstanden, de nationale feestdagen, de verjaardagen van de leden van het koninklijk huis, het gebruik van vlaggen, het boekje blijkt een onuitputtelijke bron van informatie. Wie wil weten waar en wanneer vanaf 1900 het eerste kievitsei is gevonden, zal toch even de Enkhuizer Almanak moeten aanschaffen. De volksliederen van de provincies staan erin, een eerbetoon aan Simon Stevin, maar ook een fragment uit het oertaalwoordenboek. Altijd al afgevraagd waar ‘amehoela’ vandaan komt. Het blijkt afkomstig uit het vocabulaire van de ‘oermens’ en het betekent ‘aan me hol ja’ oftewel ‘je kunt m’n rug op’.
Beurtveren
Aan de tentoonstelling ‘Een handdruk van de tijd’ ligt eigenlijk een promotie ten grondslag. Jeroen Salman, die ook tekende voor de publicatie die de expositie vergezelt, bestudeerde daarvoor de inhoud van de zestiende- en zeventiende eeuwse Nederlandse almanakken. De boekjes werden ieder jaar uitgegeven en bereikten een groot publiek. Voor zoiets als de vertrektijden van beurtveren en trekschuiten waren de mensen aangewezen op almanakken.
De expositie in Delft staat niet op zichzelf. Tegelijkertijd worden onder dezelfde titel ook tentoonstellingen gehouden in Deventer en Leeuwarden. Alledrie steden waren in het verleden belangrijke productie-centra van almanakken. De Deventer Almanak, die in 1982 is opgehouden te bestaan, dateert uit 1548. Aangezien de ouderdom van de Enkhuizer Almanak op een mythe berust, heeft de Deventer versie de oudste rechten.
De oorspong van almanakken is niet geheel duidelijk. Zoals aan het voorvoegsel ‘al’ valt af te lezen, is het woord van Arabischeorigine. In zijn oorspronkelijke vorm was het een astronomische tabel waarin de bewegingen van zon en maan waren weergegeven. Daarnaast was ook het middeleeuwse getijdenboek een voorloper. Dit godsdienstig geschrift bestond uit een kalender waarop de kerkelijke feestdagen en heiligedagen waren vermeld. Het was verluchtigd met miniaturen, waarvan vooral de maandvoorstellingen, zoals oogstende boeren in Augustus, ook opduiken in de almanakken.
De almanakken waren er in verschillende soorten en maten. Op de tentoonstelling zijn ze te zien in vitrines. Er waren dure, in leer gebonden uitgaven, maar ook uitvouwbare die net zoals kalenders aan de muur werden gehangen. De Delftse almanakken werden ter plekke gedrukt en hadden een lokaal karakter. Aangezien ze slechts één jaar meegingen, zijn er niet zoveel gebruikte exemplaren bewaard gebleven. Op een enkele, uitgegeven door Bruyn Harmansz Schinckel, zien we hoe de eigenaar de verstreken maanden heeft doorgestreept.
Hemelglobes
Zoals de titel al uitdrukt hebben de tentoonstellingsmakers de almanak vooral belicht als een momentopname van de tijd. De expositie is opgehangen aan dertien thema’s. De onderwerpen die in de almanak zijn opgenomen worden in het museum gevisualiseerd met tal van gebruiksvoorwerpen en schilderijen. Als een overzicht van het dagelijks leven tussen 1500 en 1700 is het aanbod evenwel te summier, zodat de tentoonstelling die pretentie niet kan waarmaken.
Wat niet wil zeggen dat er geen aardige thema’s tussen zitten. Zo heeft één thema betrekking op het sluiten van de stadspoorten. Delft telde in de zeventiende eeuw acht stadspoorten, die allemaal op het doek zijn vastgelegd. s’ Avonds ging de knip erop, zodat niemand meer de stad in of uit kon gaan. De sluitingstijden varieerden al naar gelang de seizoenen en waren opgenomen in de almanakken.
Een ander thema borduurt voort op de astronomie. De voorspellingen in de almanakken hadden vooral betrekking op het weer, ziektes, economie en de politiek. Er zijn twee prachtige hemelglobes tentoongesteld en ook een paar vlijmen, messen waarmee men de praktijk van aderlaten beoefende. Wie wilde weten wanneer men dat het beste kon doen, vond in de almanakken de data waarop de sterren het meest gunstig stonden.
Doodskop
Van de vele schilderijen die op de tentoonstelling hangen, waarvan vele markante gebeurtenissen uit de Delftse geschiedenis behandelen, zijn ook een aantal stillevens. Op veel werken in het genre van de Vanitas-stillevens is de almanak samen met de doodskop, de zandloper en de kandelaar prominent aanwezig. Doordat het boekje slechts één jaar meegaat is het natuurlijk bij uitstek een symbool van vergankelijkheid.
In de laatste vitrine staat de bijna voltallige serie almanakken van het Delftse Studenten Corps die zijn uitgekomen vanaf halverwege de vorige eeuw. In de negentiende eeuw kende de almanak een enorme bloei en verschenen er speciale versies voor verschillende beroepsgroepen, zoals voor doktoren, vrijmetselaarsen studenten. Zowel die van de studenten als de Enkhuizer Almanak hebben de tijd overleefd. Er valt nog heel wat van te leren. ,,Ook wel eens last van een dubbelgeklapt filterzakje in uw koffiezetapparaat?”, luidt een Enkhuizer wijsheid. ,,Voorkom dit ongemak door de hechtrandjes van het zakje voor het gebruik even om te vouwen.”
‘Een handdruk van de tijd. De almanak en het dagelijks leven in Delft 1500-1700’ is nog t/m 11 jan. te zien in Stedelijk Museum Het Prinsenhof.
Voor marktdagen, maanstanden, weersvoorspellingen en andere wetenswaardigheden raadpleegde men vroeger een almanak. In Stedelijk Museum Het Prinsenhof loopt hierover een expositie: ‘Een handdruk van de tijd; De almanak en het dagelijks leven in de Nederlanden 1500-1700’.
Van alle almanakken die hier ooit in omloop zijn geweest is er maar één over. Nog steeds ligt de Enkhuizer Almanak op de toonbank van menig boekhandelaar en sigarenboer. Het drukwerkje, waarvan zowel een gewone als een luxueuze uitgave bestaat, associëren we vooral met klompen, windmolens en pijproken. Een relikwie uit het verleden dat evenals het fierljeppen en de Staphorster klederdracht hardnekkig standhoudt.
Inmiddels ligt de 403de jaargang in de winkel. Afgaande op de weersvoorspellingen kunnen we een Elfstedentocht wel vergeten deze winter. Halverwege januari wacht ons weliswaar een koude periode, maar meteen daarna wordt het ‘veranderlijk’, gevolgd door ‘neerslag’ en ‘wind’. Sterrenkijkers hebben volgend jaar meer geluk. Er staan twee zonsverduisteringen op stapel: 26 februari boven Zuid-Amerika en 22 augustus boven Indonesië.
De hoogwaterstanden, de nationale feestdagen, de verjaardagen van de leden van het koninklijk huis, het gebruik van vlaggen, het boekje blijkt een onuitputtelijke bron van informatie. Wie wil weten waar en wanneer vanaf 1900 het eerste kievitsei is gevonden, zal toch even de Enkhuizer Almanak moeten aanschaffen. De volksliederen van de provincies staan erin, een eerbetoon aan Simon Stevin, maar ook een fragment uit het oertaalwoordenboek. Altijd al afgevraagd waar ‘amehoela’ vandaan komt. Het blijkt afkomstig uit het vocabulaire van de ‘oermens’ en het betekent ‘aan me hol ja’ oftewel ‘je kunt m’n rug op’.
Beurtveren
Aan de tentoonstelling ‘Een handdruk van de tijd’ ligt eigenlijk een promotie ten grondslag. Jeroen Salman, die ook tekende voor de publicatie die de expositie vergezelt, bestudeerde daarvoor de inhoud van de zestiende- en zeventiende eeuwse Nederlandse almanakken. De boekjes werden ieder jaar uitgegeven en bereikten een groot publiek. Voor zoiets als de vertrektijden van beurtveren en trekschuiten waren de mensen aangewezen op almanakken.
De expositie in Delft staat niet op zichzelf. Tegelijkertijd worden onder dezelfde titel ook tentoonstellingen gehouden in Deventer en Leeuwarden. Alledrie steden waren in het verleden belangrijke productie-centra van almanakken. De Deventer Almanak, die in 1982 is opgehouden te bestaan, dateert uit 1548. Aangezien de ouderdom van de Enkhuizer Almanak op een mythe berust, heeft de Deventer versie de oudste rechten.
De oorspong van almanakken is niet geheel duidelijk. Zoals aan het voorvoegsel ‘al’ valt af te lezen, is het woord van Arabischeorigine. In zijn oorspronkelijke vorm was het een astronomische tabel waarin de bewegingen van zon en maan waren weergegeven. Daarnaast was ook het middeleeuwse getijdenboek een voorloper. Dit godsdienstig geschrift bestond uit een kalender waarop de kerkelijke feestdagen en heiligedagen waren vermeld. Het was verluchtigd met miniaturen, waarvan vooral de maandvoorstellingen, zoals oogstende boeren in Augustus, ook opduiken in de almanakken.
De almanakken waren er in verschillende soorten en maten. Op de tentoonstelling zijn ze te zien in vitrines. Er waren dure, in leer gebonden uitgaven, maar ook uitvouwbare die net zoals kalenders aan de muur werden gehangen. De Delftse almanakken werden ter plekke gedrukt en hadden een lokaal karakter. Aangezien ze slechts één jaar meegingen, zijn er niet zoveel gebruikte exemplaren bewaard gebleven. Op een enkele, uitgegeven door Bruyn Harmansz Schinckel, zien we hoe de eigenaar de verstreken maanden heeft doorgestreept.
Hemelglobes
Zoals de titel al uitdrukt hebben de tentoonstellingsmakers de almanak vooral belicht als een momentopname van de tijd. De expositie is opgehangen aan dertien thema’s. De onderwerpen die in de almanak zijn opgenomen worden in het museum gevisualiseerd met tal van gebruiksvoorwerpen en schilderijen. Als een overzicht van het dagelijks leven tussen 1500 en 1700 is het aanbod evenwel te summier, zodat de tentoonstelling die pretentie niet kan waarmaken.
Wat niet wil zeggen dat er geen aardige thema’s tussen zitten. Zo heeft één thema betrekking op het sluiten van de stadspoorten. Delft telde in de zeventiende eeuw acht stadspoorten, die allemaal op het doek zijn vastgelegd. s’ Avonds ging de knip erop, zodat niemand meer de stad in of uit kon gaan. De sluitingstijden varieerden al naar gelang de seizoenen en waren opgenomen in de almanakken.
Een ander thema borduurt voort op de astronomie. De voorspellingen in de almanakken hadden vooral betrekking op het weer, ziektes, economie en de politiek. Er zijn twee prachtige hemelglobes tentoongesteld en ook een paar vlijmen, messen waarmee men de praktijk van aderlaten beoefende. Wie wilde weten wanneer men dat het beste kon doen, vond in de almanakken de data waarop de sterren het meest gunstig stonden.
Doodskop
Van de vele schilderijen die op de tentoonstelling hangen, waarvan vele markante gebeurtenissen uit de Delftse geschiedenis behandelen, zijn ook een aantal stillevens. Op veel werken in het genre van de Vanitas-stillevens is de almanak samen met de doodskop, de zandloper en de kandelaar prominent aanwezig. Doordat het boekje slechts één jaar meegaat is het natuurlijk bij uitstek een symbool van vergankelijkheid.
In de laatste vitrine staat de bijna voltallige serie almanakken van het Delftse Studenten Corps die zijn uitgekomen vanaf halverwege de vorige eeuw. In de negentiende eeuw kende de almanak een enorme bloei en verschenen er speciale versies voor verschillende beroepsgroepen, zoals voor doktoren, vrijmetselaarsen studenten. Zowel die van de studenten als de Enkhuizer Almanak hebben de tijd overleefd. Er valt nog heel wat van te leren. ,,Ook wel eens last van een dubbelgeklapt filterzakje in uw koffiezetapparaat?”, luidt een Enkhuizer wijsheid. ,,Voorkom dit ongemak door de hechtrandjes van het zakje voor het gebruik even om te vouwen.”
‘Een handdruk van de tijd. De almanak en het dagelijks leven in Delft 1500-1700’ is nog t/m 11 jan. te zien in Stedelijk Museum Het Prinsenhof.
Comments are closed.