Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Campus

Een op de drie wetenschappers heeft voorkeur voor onderzoek

,,Het onderwijs aan de Nederlandse universiteiten is slecht”, klagen de studenten. ,,Het interesseert de docenten niet.” Een internationaal onderzoek bevestigt dat Nederlandse wetenschappers liever aan onderzoek doen, al is die voorkeur niet zo extreem als vaak wordt aangenomen.

br />
Iets minder dan de helft (46 procent) van de Nederlandse wetenschappers heeft een ‘lichte voorkeur’ voor onderzoek, 29 procent wil ‘voornamelijk’ onderzoek doen. Andere landen blijven daar bij achter. In Duitsland bijvoorbeeld heeft 65 procent een (lichte) voorkeur voor onderzoek, in Engeland veertig procent. In de Verenigde Staten verkiest slechts 35 procent onderzoek boven onderwijs.

Dit blijkt uit een onderzoek van de Carnegie Foundation for the Advancement of Teaching. Het uitgebreide onderzoek werd gehouden onder ruim twintigduizend wetenschappers uit vijftien landen, waaronder de Verenigde Staten, Engeland, Japan, Korea, Rusland en Israel. In Nederland werd veertienhonderd mensen geënquêteerd door het Centrum voor studies van het hoger onderwijsbeleid (Cshob).

Volgens Cshob-onderzoeker P. Maassen is het gevaarlijk om conclusies uit het summiere onderzoeksrapport te trekken. ,,De conclusies moeten met een hele grote korrel zout worden genomen. Dat iemand een lichte voorkeur heeft voor onderwijs of onderzoek zegt vrij weinig.”

Een voorbeeld is de mening over selectie van studenten. Volgens het onderzoek willen in Nederland relatief de meeste wetenschappers (57 procent) vwo-scholieren aan een extra selectie onderwerpen voor zij naar de universiteit mogen. Dat lijkt opvallend. Want buitenlandse wetenschappers, die hun studenten lager inschatten, zijn niet zo enthousiast zijn over zo’n selectie ‘aan de poort’.

De verklaring ligt volgens Maassen in het feit, dat studenten buiten Nederland vaker reeds aan de poort worden geselecteerd. ,,De Nederlandse wetenschappers menen slechts dat zo’n selectie efficiënter is, dan een selectie in de propedeuse, waar veertig procent van de studenten afvalt”, aldus Maassen. ,,In het buitenland betwijfelt men daarentegen of een vroege selectie wel zo eerlijk is.”
Genuanceerd

Volgende maand verschijnt een eigen, uitgebreider rapport van het Cshob, waarin ook de opvattingen van hbo-docenten zijn opgenomen. Dat rapport zal een meer genuanceerd beeld geven, aldus Maassen.

Op twee conclusies in het Carnagy-rapport valt weinig of niets af te dingen. De eerste is dat Nederlandse wetenschappers erg veel publiceren. Alleen in Israel schrijven wetenschappers vaker artikelen, terwijl Russen iets meer boeken schrijven. Wel meent veertig procent van de Nederlanders dat de druk omte publiceren ten koste gaat van het onderwijs.

Ten tweede hebben Nederlandse wetenschappers weinig klachten over hun bestaan als wetenschapper. Zestig procent is (zeer) tevreden over het salaris. Nog meer wetenschappers prijzen faciliteiten voor onderwijs en onderzoek. Internationaal gezien is Nederland zelfs koploper. In Engeland en Duitsland bestaat veel meer onvrede. Slechts twaalf procent van de ondervraagde Nederlanders zou achteraf bezien niet voor een loopbaan in de wetenschap hebben gekozen.

,,Het onderwijs aan de Nederlandse universiteiten is slecht”, klagen de studenten. ,,Het interesseert de docenten niet.” Een internationaal onderzoek bevestigt dat Nederlandse wetenschappers liever aan onderzoek doen, al is die voorkeur niet zo extreem als vaak wordt aangenomen.

Iets minder dan de helft (46 procent) van de Nederlandse wetenschappers heeft een ‘lichte voorkeur’ voor onderzoek, 29 procent wil ‘voornamelijk’ onderzoek doen. Andere landen blijven daar bij achter. In Duitsland bijvoorbeeld heeft 65 procent een (lichte) voorkeur voor onderzoek, in Engeland veertig procent. In de Verenigde Staten verkiest slechts 35 procent onderzoek boven onderwijs.

Dit blijkt uit een onderzoek van de Carnegie Foundation for the Advancement of Teaching. Het uitgebreide onderzoek werd gehouden onder ruim twintigduizend wetenschappers uit vijftien landen, waaronder de Verenigde Staten, Engeland, Japan, Korea, Rusland en Israel. In Nederland werd veertienhonderd mensen geënquêteerd door het Centrum voor studies van het hoger onderwijsbeleid (Cshob).

Volgens Cshob-onderzoeker P. Maassen is het gevaarlijk om conclusies uit het summiere onderzoeksrapport te trekken. ,,De conclusies moeten met een hele grote korrel zout worden genomen. Dat iemand een lichte voorkeur heeft voor onderwijs of onderzoek zegt vrij weinig.”

Een voorbeeld is de mening over selectie van studenten. Volgens het onderzoek willen in Nederland relatief de meeste wetenschappers (57 procent) vwo-scholieren aan een extra selectie onderwerpen voor zij naar de universiteit mogen. Dat lijkt opvallend. Want buitenlandse wetenschappers, die hun studenten lager inschatten, zijn niet zo enthousiast zijn over zo’n selectie ‘aan de poort’.

De verklaring ligt volgens Maassen in het feit, dat studenten buiten Nederland vaker reeds aan de poort worden geselecteerd. ,,De Nederlandse wetenschappers menen slechts dat zo’n selectie efficiënter is, dan een selectie in de propedeuse, waar veertig procent van de studenten afvalt”, aldus Maassen. ,,In het buitenland betwijfelt men daarentegen of een vroege selectie wel zo eerlijk is.”
Genuanceerd

Volgende maand verschijnt een eigen, uitgebreider rapport van het Cshob, waarin ook de opvattingen van hbo-docenten zijn opgenomen. Dat rapport zal een meer genuanceerd beeld geven, aldus Maassen.

Op twee conclusies in het Carnagy-rapport valt weinig of niets af te dingen. De eerste is dat Nederlandse wetenschappers erg veel publiceren. Alleen in Israel schrijven wetenschappers vaker artikelen, terwijl Russen iets meer boeken schrijven. Wel meent veertig procent van de Nederlanders dat de druk omte publiceren ten koste gaat van het onderwijs.

Ten tweede hebben Nederlandse wetenschappers weinig klachten over hun bestaan als wetenschapper. Zestig procent is (zeer) tevreden over het salaris. Nog meer wetenschappers prijzen faciliteiten voor onderwijs en onderzoek. Internationaal gezien is Nederland zelfs koploper. In Engeland en Duitsland bestaat veel meer onvrede. Slechts twaalf procent van de ondervraagde Nederlanders zou achteraf bezien niet voor een loopbaan in de wetenschap hebben gekozen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.