Science

Desgevraagd: Meer regelgeving voor drones?

Drone-hobbyisten mogen minder hoog en minder ver vliegen, meldde het Financieele Dagblad (FD). Aanleiding voor de verscherpte regels is een recent incident bij Schiphol.

Drones zijn een steeds groter probleem voor luchthavens. Bij de Britse luchthaven Heathrow knalde een drone onlangs tegen een toestel van British Airways. En de afgelopen maand kreeg de luchtverkeersleiding op Schiphol wekelijks meldingen binnen van drones in de buurt van landingsbanen.

Sinds de zomer gelden er al nieuwe regels voor het hobbymatig gebruik van drones. Toestellen tot 25 kilo moeten onder de 120 meter hoogte blijven, ze mogen niet in de buurt van vliegvelden komen en niet boven ‘aaneengesloten bebouwing’, wegen en mensenmassa’s vliegen. Dat wordt mogelijk aan het eind van dit jaar aangescherpt, meldt het FD. Drone-gebruikers mogen dan maximaal vijftig meter hoog en honderd meter ver vliegen. Staatssecretaris Dijksma wil bekijken of de straffen die opgelegd kunnen worden bij een overtreding hoog genoeg zijn.

Luchtvaartdeskundige ir. Joris Melkert (L&R) juicht de verscherpte regels toe. “Het is niet de vraag of, maar wanneer een vliegtuig neerstort door rare capriolen van drones”, zegt hij desgevraagd. “Er moet strenger gestraft worden, beter gehandhaafd en meer voorlichting komen.”

Melkert maakt zich vooral zorgen om de schrikreactie van piloten. “Als een piloot vlak voor de landing een drone voorbij ziet schieten, kan hij rare dingen doen. Drones komen altijd onverwachts. Ze zijn zo klein dat radars ze niet detecteren.”

Over de vliegtuigmotoren maakt de onderzoeker zich ook zorgen. “Vliegtuigmotoren zijn ontworpen om vogels van tussen de 1,85 en 3,65 kilogram (afhankelijk van de grootte van de motor) te kunnen vermalen zonder kapot te gaan. Een motor snijdt die vogels in flinterdunne plakjes.” In een drone zitten meer harde delen, dus of die ook in nette plakjes wordt gesneden is volgens Melkert de vraag. “Als een drone in een motor terechtkomt, kan hij een ravage aanrichten. Dat geeft al gauw een schade van een miljoen euro of meer. Gelukkig zit er wel aardig wat redundantie in een vliegtuig. Hij kan met een motor minder nog verder vliegen en veilig landen.”

TU-alumnus Lucas van Oostrum, van het bedrijf Delft Aerial Robotics, vindt de ophef over drones overdreven. “Wereldwijd zijn al miljoenen drones verkocht en er is nog geen enkel dodelijk ongeluk gebeurd.”

Overheidsbemoeienis ziet Van Oostrum dan ook niet zitten. “Ik vraag me af of de overheid de juiste partij is om regels op te stellen voor drone-gebruik”, zegt hij. “De markt is zelfregulerend. Fabrikanten nemen veiligheid heel serieus. De grootste producenten, DJI en Parrot, voorzien hun drones al van een systeem waardoor ze niet kunnen opstijgen in de buurt van vliegvelden. Geofencing heet dat. Natuurlijk is dat systeem te omzeilen. Het gaat erom dat je de mensen die zich van geen kwaad bewust zijn, belet stommiteiten te begaan. Mensen die kwaad willen kun je niet tegenhouden.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.