Prospects for geothermal energy in the Netherlands are good, attendees of the second Delft geothermal congress were told. An investment decision about a geothermal project near the campus is expected in December.
The biggest news for Dr Remco Groenenberg, of the Delft Geothermal Project DAP, was the large number of participants who attended the Delft Geothermal Congress, held last Monday: 270. His fellow organiser, Chris den Boer, a geosciences engineering student, however was most impressed by the drilling at Duijvestijn, a market garden in Pijnacker, near Delft. From a depth of 2300 metres, 130 cubic meters per hour were harvested at 68°C.
According to one of the speakers, Guus Willemsen (team leader of the deep underground section at IF technology), the Netherlands has good prospects for geothermal projects. This is not because hot water layers are close to the surface (in fact they’re far down, at two to four kilometres deep), but rather because the geology is exceptionally well charted. Oil companies’ systematic explorations for oil and gas over the past fifty years, and the Ministry of Economic Affairs’ regulations permitting the sharing of data, have resulted in detailed underground maps. These same maps can be used to locate the most successful spots for hot water drilling. Willemse even sees possibilities for geothermal electricity production, which requires extremely hot water resources from about four kilometres deep and temperatures above 130°C, that are then be used in a Rankine cycle to convert heat into work.
Closer to home the design and business-case for the Delft geothermal project are nearly complete. The project will involve drilling for hot water at a depth of 2100 metres, which in turn will provide heat for TU offices, student houses and possibly other customers of the district heating system. Investors Eneco and Energie Beheer Nederland (EBN) are expected to take a decision on investments sometime next spring. The contract these companies signed with DAP and TU Delft also allows for experiments to be conducted.
Buiten schuifelen drommen mensen door de koude stad om zich te vergapen aan de talloze lichtjes. Binnen zitten twee rectoren met zo’n twintig studenten rond de keukentafel in het souterrain van een studentenhuis aan de Oranje Plantage. Iedereen heeft een naamstickertje gekregen: Drim, Dorine, Jonathan en Jacob. Op tafel staan tussen de bierflesjes nog wat mokken koffie, een schotel met resten kerststol en een schaal vol pinda’s. Voor ieders neus ligt een keurig geniet stapeltje kopietjes dat de handleiding vormt voor deze avond: de 35-ste keer ‘Krant lezen met de rector’. Het wordt een buitengewone uitvoering van deze bijzondere maandelijkse traditie. Want voor scheidend rector Jacob Fokkema is het de laatste keer dat hij zich zo onder de studenten begeeft; voor aankomend rector Karel Luyben (aarzelend ‘meneer Karel’ genoemd) de eerste keer. Het is de bedoeling dat de traditie onder Luyben wordt voortgezet en naarmate de avond vordert lijkt die uitkomst ook steeds vanzelfsprekender. ‘Meneer Karel’ heeft er zichtbaar pret in om het debat scherp aan te zetten en de gesprekspartners tot nadenken te dwingen.
Vier thema’s zullen er in de loop van de avond aan bod komen, telkens ingeleid door een van de studenten, en opgehangen aan een of meer stellingen. Recente krantenartikelen vormen de aanleiding. Als eerste inleider stelt Jonathan dat de aangekondigde veranderingen in de financiering, universiteiten ertoe zullen brengen om aankomende studenten te gaan selecteren. Joris heeft ervaren dat cijfers op de eindlijst geen goede voorspeller zijn van studieresultaten. Dorine deed haar middelbare school in de Verenigde Staten en zag hoe leerlingen zich jarenlang keihard voorbereiden om op een goede universiteit te komen. Frans vraagt zich af of de TU zou willen selecteren ‘aan de poort’. Jacob vertelt dat de TU op een gegeven moment een stop op bouwkunde overwoog, maar dat het ministerie dat niet toestond. Karel is net terug van een internationale reis langs universiteiten en zegt dat ze allemaal hun studenten selecteren. Alleen de TU niet. Misschien is selectie wel goed voor de universiteit, vindt Jonathan. En voor de studenten, denkt Dorine.
Na de financieringsperikelen gaat het gesprek over de academische vorming van studenten (Niels: “Een Delftenaar is nu eenmaal niet zo ethisch ingesteld.”). Over de geringe belangstelling voor de Studium Generale lezingen zegt Karel: “Ik krijg er geen punten voor.” Joris repliceert: “Voor zuipen krijg je ook geen punten.” Verder gaat het over de klimaattop (Joris: “Yo! Opec gaat met windenergie aan de slag.”) en over het onverantwoordelijk gedrag van ‘de media’.
Het is rond half een als twee studenten rector Fokkema naar huis chaufferen. Aankomend rector Luyben stapt klimaatbewust op zijn fiets en verdwijnt in de donkere stad. De lichtjes zijn uit. (JW)
Comments are closed.